HOOFDSTUK 2 – VERANTWOORDELIJKHEID VAN GEBRUIKER, VOORBEREIDING EN INSPECTIE VAN MACHINE
15.
Grondbedieningsconsole – Schakelaars en bedieningshen-
dels gaan terug naar neutraal wanneer ze worden ingescha-
keld en losgelaten, stickers/plaatjes vast en leesbaar,
aanduidingen bij bedieningselementen leesbaar.
16.
Draaischijflager – Tekenen van goede smering. Geen teke-
nen van losse bouten of losheid tussen lager en machine.
17.
Zwenkaandrijving – Geen tekenen van beschadiging.
18.
Hydraulische hulppomp – Zie opmerking bij inspectie.
Functiecontrole
Voer de functiecontrole als volgt uit:
1.
Vanaf het grondbedieningspaneel zonder lading op het
platform:
a. Overtuig u ervan dat alle machinefuncties uitgescha-
keld worden wanneer de noodstopknop wordt inge-
drukt.
b. Controleer of alle functies stoppen wanneer de functie-
schakelaar wordt losgelaten.
c. Bedien alle functies en controleer alle afslag- en uit-
schakelaars om een goede werking te garanderen.
d. Controleer de hulpvoeding om te verzekeren dat deze
naar behoren werkt.
31216555
e. Hef de hoofdgiek ongeveer horizontaal en schuif giek-
segmenten in en uit. Alle gieksegmenten moeten met
dezelfde snelheid in en uit worden geschoven. Elk ver-
schil duidt op een vertraagde beweging en losse staal-
kabels.
WAARSCHUWING
ALS ER EEN VERTRAAGDE BEWEGING WORDT GEDETECTEERD IN DE BEDIENING VAN
DE STAALKABEL, LAAT U HET PLATFORM ZAKKEN NAAR DE OPBERGPOSITIE, SCHA-
KELT U DE MACHINE UIT EN LAAT U DE STAALKABELS DOOR EEN GEKWALIFICEERDE
JLG-MONTEUR CONTROLEREN/REPAREREN. LOSSE OF VERKEERD AFGESTELDE STAAL-
KABELS KUNNEN ERNSTIG OF DODELIJK LETSEL TOT GEVOLG HEBBEN.
2.
Controleer het giekbesturingssysteem. Zie de controlepro-
cedure voor het giekbesturingssysteem hieronder.
3.
Vanaf de platformbedieningsconsole:
a. Verzeker u ervan dat de bedieningsconsole stevig op
de juiste plaats vastzit.
b. Controleer of alle beschermkappen die de schakelaars
of sloten beschermen, zijn aangebracht.
c. Overtuig u ervan dat alle machinefuncties uitgescha-
keld worden wanneer de noodstopknop wordt inge-
drukt.
d. Controleer of alle machinefuncties stoppen wanneer de
voetschakelaar wordt losgelaten.
2-9