10.
Keuzeschakelaar Platform/Grond
Een sleutelschakelaar met drie standen die
voeding aan de bedieningsconsole op het
platform levert wanneer deze op Platform
staat. Wanneer de sleutel in de stand Grond
wordt gezet, wordt de voeding naar het platform uitgescha-
keld en kan alleen het grondbedieningsstation worden
gebruikt.
11.
Urenteller
Registreert het aantal bedrijfsuren van de machine met
draaiende motor. Deze is aangesloten op het oliedrukcircuit
van de motor, zodat alleen wordt geregistreerd hoeveel uur
de motor heeft gedraaid. De urenteller kan hoogstens
9999,9 uur registreren en kan niet worden teruggesteld.
OPMERKING:
Wanneer de voedings-/noodstopschakelaar is ingescha-
keld en de motor niet draait, klinkt een alarm dat aan-
geeft dat het contactslot is ingeschakeld.
OPMERKING
WICHTIG
WANNEER DE MACHINE WORDT UITGESCHAKELD, MOET DE HOOFD/NOODSTOPSCHA-
KELAAR IN DE STAND "UIT" WORDEN GEZET OM TE VOORKOMEN DAT DE ACCU WORDT
UITGEPUT.
31216555
HOOFDSTUK 3 – BEDIENINGSELEMENTEN EN INDICATORS VAN DE MACHINE
OPMERKING:
WANNEER DE MACHINE MET HULPVOEDING WERKT, MAG ER NIET MEER DAN ÉÉN
FUNCTIE TEGELIJK WORDEN GEBRUIKT. BIJ GELIJKTIJDIGE BEDIENING KAN DE HULP-
POMP OVERBELAST WORDEN.
12.
Voedings-/noodstopschakelaar
Een rode, paddenstoelvormige schakelaar met
twee standen die voeding aan de keuzescha-
kelaar Platform/Grond levert wanneer deze
uitgetrokken is (aanstaat). Wanneer deze ingedrukt is (uit-
staat), is de voeding naar de keuzeschakelaar Platform/
Grond uitgeschakeld.
De hulpvoeding werkt alleen als er geen motoroliedruk
is, en wordt uitgeschakeld wanneer de motor draait.
De functies werken wel langzamer dan normaal, aange-
zien de hydrauliekolie minder krachtig stroomt.
OPMERKING
WICHTIG
13.
Start/hulpvoedingsschakelaar
Om de motor te starten, moet de schakelaar
'OMHOOG' worden gehouden totdat de motor aan-
slaat.
3-7