Inhoudsopgave
Advertenties
5.
Scheefstandslampje en alarm
Dit rode lichtje geeft aan dat het chassis op
een helling staat. Als de giek boven de hori-
zontale stand staat en de machine op een hel-
ling staat, gaat het scheefstandsalarmlampje branden,
worden beschikbare functies in de kruipsnelheid gezet en
wordt rijden in de rijrichting uitgeschakeld. Rijden in de
tegenovergestelde richting is onder bepaalde omstandighe-
den toegestaan.
Kantelhoek
5°
WAARSCHUWING
WANNEER HET SCHEEFSTANDLICHTJE BRANDT TERWIJL DE GIEK GEHEVEN OF UITGE-
SCHOVEN IS, MOET DEZE WORDEN INGESCHOVEN EN TOT ONDER DE HORIZONTALE
STAND WORDEN NEERGELATEN. PLAATS DE MACHINE VERVOLGENS HORIZONTAAL
BINNEN DE GRENZEN VAN DE MAXIMALE HELLING OM OP TE WERKEN ALVORENS DE
GIEK UIT TE SCHUIVEN OF BOVEN DE HORIZONTALE STAND TE HEFFEN.
OPMERKING:
Wanneer het scheefstandalarm is geactiveerd, wordt de
rijfunctie uitgeschakeld als de giek boven de horizontale
stand wordt geheven.
31216555
HOOFDSTUK 3 – BEDIENINGSELEMENTEN EN INDICATORS VAN DE MACHINE
Markt
Alle markten
6.
Indicator wisselstroomgenerator
Geeft aan dat de generator werkt.
7.
Kruipsnelheidsindicator
Wanneer de functiesnelheidsregelaar in de
kruipstand wordt gezet, dient deze indicator
om aan te geven dat alle functies op de laagste
snelheid staan.
8.
Activeringslichtje/voetschakelaar
Om een functie te gebruiken, moet de voet-
schakelaar worden ingedrukt en de functie
binnen zeven seconden worden gekozen. Het
activeringslichtje geeft aan dat de bedieningselementen
geactiveerd zijn. Als een functie niet binnen zeven seconden
wordt gekozen, of als er zeven seconden verlopen tussen
het beëindigen van de ene functie en het beginnen van de
volgende, gaat het activeringslichtje uit en moet de voet-
schakelaar worden losgelaten en opnieuw worden inge-
drukt om de bedieningselementen te activeren.
Wanneer de voetschakelaar wordt losgelaten, ontvangen de
bedieningselementen geen voeding meer en worden de rij-
remmen ingeschakeld.
3-21
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
