temperatuur en de rijstijl en duur
van de rit.
De bandenspanningen worden
op het multifunctioneel display
temperatuurgecompenseerd
weergegeven, deze gelden voor
een bandentemperatuur van
20 °C. Bij de bandenspannings-
meters van tankstations vindt
geen temperatuurcompensatie
plaats, de gemeten bandenspan-
ning is afhankelijk van de ban-
dentemperatuur. Hierdoor zullen
de daarmee gemeten waarden
meestal niet overeenstemmen
met de waarden op het multi-
functioneel display.
Aanpassing van de
bandenspanning
Vergelijk de RDC-waarde op het
multifunctioneel display met de
waarde op de achterzijde van de
omslag van de handleiding. De
afwijking tussen beide waarden
moet met de bandenspannings-
meter van het tankstation worden
gecompenseerd.
Voorbeeld: Volgens de handlei-
ding moet de bandenspanning
2,5 bar bedragen, op het multi-
functioneel display wordt 2,3 bar
weergegeven. De bandenspan-
ningsmeter bij het tankstation
duidt 2,4 bar aan. Deze waarde
moet met 0,2 bar worden ver-
hoogd tot 2,6 bar, om de cor-
recte bandenspanning in te stel-
len.
Electronic Suspension
Adjustment ESA II
met Electronic Suspension Ad-
justment (ESA II)
SU
Aanpassingen van het
onderstel
Afhankelijk van de belading van
de motorfiets moet eerst de
juiste beladingssoort worden ge-
selecteerd als de motorfiets stil-
staat. Afhankelijk van de daarbij
gekozen demping worden aan
beide veerelementen de dempin-
gen en aan het achterste veer-
element de veerbasis en de veer-
stijfheid ingesteld. Bij verande-
ring van de gekozen demping
wordt behalve de demping van
de beide veerelementen ook de
veerstijfheid van het achterste
veerelement aangepast. Hierdoor
kan het onderstel heel nauwkeu-
rig worden aangepast aan alle
rijomstandigheden, ook tijdens de
rit.
De combinatie van veerbasis,
demping en veerstijfheid zorgt
ervoor dat de geometrie van
het onderstel altijd goed is.
6
77
z