celeratie en inhaalmanoeuvres
vermijden.
Mogelijke oorzaak:
De motorregeleenheid heeft een
storing geregistreerd. In uitzon-
deringsgevallen slaat de motor
af en kan niet meer worden ge-
start. Anders draait de motor in
de noodloopfunctie.
Verder rijden mogelijk, het mo-
torvermogen staat echter niet
zoals gewend ter beschikking.
Storingen zo snel mogelijk
door een specialist laten
verhelpen, bij voorkeur een
BMW Motorrad Partner.
Motoroliedruk te laag
Algemene waarschuwings-
lamp knippert rood.
Oliekansymbool wordt
weergegeven.
De druk in het oliecircuit is te
laag. Als het waarschuwings-
lampje gaat branden direct stop-
pen en de motor uitzetten.
De waarschuwing onvol-
doende motoroliedruk heeft
niet de functie van een oliepeil-
controle. Het correcte motorolie-
peil kan alleen via de oliepeilindi-
catie worden gecontroleerd.
Mogelijke oorzaak:
Het motoroliepeil is te laag.
Motoroliepeil controleren
(
87).
Bij een te laag oliepeil:
Motorolie bijvullen (
Mogelijke oorzaak:
De motoroliedruk is onvoldoende.
Rijden met onvoldoende
motoroliedruk kan tot mo-
torschade leiden.
Niet verder rijden.
Storingen zo snel mogelijk
door een specialist laten
verhelpen, bij voorkeur een
BMW Motorrad Partner.
Acculaadstroom
onvoldoende
Algemene waarschuwings-
lamp brandt rood.
Accusymbool wordt weer-
gegeven.
Een ontladen accu leidt tot
uitval van verschillende sys-
temen, bijv. verlichting, motor of
ABS. Daardoor kunnen gevaar-
lijke rijomstandigheden ontstaan.
Niet verder rijden.
De accu wordt niet opgeladen.
88).
Bij doorrijden ontlaadt de voertui-
gelektronica de accu.
Mogelijke oorzaak:
Dynamo of dynamo-aandrijving
defect.
Storingen zo snel mogelijk
door een specialist laten
verhelpen, bij voorkeur een
BMW Motorrad Partner.
3
31
z