Schakelaar 1 naar achteren
4
trekken, om het lichtsignaal te
bedienen.
46
Parkeerlicht
Contact uitschakelen.
z
Direct na het uitschakelen van
het contact toets 1 naar links
indrukken en vasthouden, tot
het parkeerlicht wordt inge-
schakeld.
Contact in- en weer uitschake-
len om het parkeerlicht uit te
schakelen.
Richtingaanwijzers
Richtingaanwijzer
bedienen
Contact inschakelen.
Na circa 10 seconden
rijden of een afstand
van circa 300 m worden de
richtingaanwijzers automatisch
uitgeschakeld.
Toets 1 bedienen om de rich-
tingaanwijzers links in te scha-
kelen.
Toets 1 bedienen om de rich-
tingaanwijzers links in te scha-
kelen.
Toets 1 in de middenstand
indrukken om de richtingaan-
wijzers uit te schakelen.
Alarmknipperlichten
Waarschuwingsknipper-
lichtinstallatie bedienen
Contact inschakelen.
De alarmknipperlichten
belasten de accu. De
waarschuwingsknipperlichten
slechts voor een beperkte
tijdsduur inschakelen.
Als met ingeschakeld con-
tact een richtingaanwijzer-
toets wordt ingedrukt, dan ver-
vangt de richtingaanwijzerfunc-
tie gedurende het indrukken de
waarschuwingsknipperlichtfunc-
tie. Als de richtingaanwijzertoets
niet meer wordt bediend, is de
waarschuwingsknipperlichtfunctie
weer actief.