Combi uitvoeringen
De plafondverlichting wordt op de volgende manier
in-/uitgeschakeld:
Inschakeling plafondverlichting zonder
portiervergrendeling
Voorste plafondverlichting: gaat branden bij het
openen van de voorportieren.
Achterste plafondverlichting: moet handmatig
worden ingeschakeld.
Uitschakeling plafondverlichting met portiervergrendeling
Voorste en achterste plafondverlichting (ook met
de verwijderbare plafondverlichting): gaan uit
(geleidelijk) als de schuifdeuren aan de zijkant, de
achterdeuren of de voorportieren gesloten worden.
BEDIENINGSKNOPPEN
WAARSCHUWINGSKNIPPERLICHTEN
Deze worden ingeschakeld als op schakelaar A fig. 56
wordt gedrukt, ongeacht de stand van de
contactsleutel.
Als het systeem is ingeschakeld, gaan op het
instrumentenpaneel de controlelampjes
branden. Om de lichten uit te schakelen, nogmaals
de schakelaar A indrukken.
BELANGRIJK Het gebruik van de
waarschuwingsknipperlichten is afhankelijk van de
wegenverkeerswet van het land waarin u rijdt. Houdt
u aan de voorschriften.
fig. 56
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
en
STARTEN EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
F0T0049
63