❒ verwijder bij auto's met lichtmetalen velgen het
geklemde wieldeksel;
❒ draai de slinger van de krik zodat de auto zakt, en
verwijder de krik;
❒ draai met de bijgeleverde sleutel de wielbouten
kruiselings vast, in de volgorde die in fig. 132 is
aangegeven.
Ter afsluiting
❒ bevestig de getande steun aan het vervangen wiel
m.b.v. de 2 bouten (steek de steun vanaf de
buitenzijde in het wiel). Haak de metalen
borgkabel in de betreffende openingen en monteer
het beschermkapje A fig. 133;
fig. 131
❒ controleer of het verwisselde wiel goed in de
zitting onder de bodemplaat is geplaatst (het
hefsysteem is uitgerust met een vangkoppeling; als
deze onjuist geplaatst is, kan de veiligheid in gevaar
worden gebracht);
❒ draai de borgbout A fig. 124 vast om het wiel op
te tillen;
fig. 132
fig. 133
F0T0282
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
F0T0128
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
F0T0170
151