Inhoudsopgave
Advertenties
BELANGRIJK
De snelheid moet altijd worden
afgestemd op de verkeerssituatie en de
weersomstandigheden en de toepasselijke
verkeersregels. De motor kan worden afgezet
terwijl het DPF-lampje brandt, maar herhaalde
onderbrekingen van het regeneratieproces
kunnen voortijdig kwaliteitsverlies van de
motorolie tot gevolg hebben. Daarom verdient
het altijd aanbeveling te wachten tot het lampje
uit is gegaan voordat u de motor afzet,
rekening houdend met hetgeen hierboven is
beschreven. Het verdient geen aanbeveling de
DPF-generatie te voltooien terwijl het voertuig
stilstaat.
BRANDSTOFRESERVE (geel)
Wanneer de contactsleutel op MAR wordt gedraaid,
gaat het lampje branden, maar dit moet na enkele
seconden doven. Dit lampje gaat branden wanneer er
nog circa 6 à 7 liter brandstof in de tank is.
BELANGRIJK Als het waarschuwingslampje knippert,
dan is er een storing in het systeem. Wendt u in dit
geval tot het Fiat Servicenetwerk om het systeem
te laten controleren.
STORING VOORGLOEIBOUGIE/
GLOEIBOUGIE (geel)
Voorgloeibougies
Als u de contactsleutel in stand MAR draait, gaat het
lampje branden. Het lampje dooft als de
voorgloeibougies de vooraf ingestelde temperatuur
hebben bereikt.
Start de motor, zodra het lampje gedoofd is.
BELANGRIJK Bij een hoge buitentemperatuur kan
het lampje zeer kort branden.
Storing in voorgloei-installatie
Het lampje gaat knipperen als er een storing
aanwezig is in de voorgloei-installatie. Wendt u zo
snel mogelijk tot het Fiat Servicenetwerk.
Op enkele uitvoeringen verschijnt de bijbehorende
melding op het display.
WATER IN BRANDSTOFFILTER
AANWEZIG (geel)
Als u de contactsleutel in stand MAR draait, gaat het
lampje branden. Het moet echter na enkele
seconden doven.
Het lampje
gaat branden als er water in het
dieselfilter zit.
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
139
Advertenties
Inhoudsopgave
