WEGWIJS IN UW
AUTO
In geval van nood raden wij u aan het gratis nummer te bellen dat in de Service- en
garantiehandleiding vermeld staat. U kunt ook de site www.fiat.com raadplegen voor de
VEILIGHEID
dichtstbijzijnde vestiging van het Fiat Servicenetwerk.
MOTOR STARTEN
Als het lampje
STARTEN EN RIJDEN
constant blijft branden, wendt u dan onmiddellijk tot
het Fiat Servicenetwerk.
STARTEN MET EEN HULPACCU
LAMPJES EN
BERICHTEN
Als de accu leeg is, kan de motor worden gestart
met een hulpaccu, die ten minste dezelfde capaciteit
moet hebben als de lege accu.
Ga als volgt te werk om de auto te starten fig. 121:
NOODGEVALLEN
❒ verbind de pluspolen (+ teken nabij de pool)
van de beide accu's met een startkabel;
❒ sluit een tweede startkabel aan op de minpool (-)
ONDERHOUD EN
ZORG
van de hulpaccu en op de massa-aansluiting
de motor of op de versnellingsbak van de auto die
gestart moet worden;
❒ start de motor;
TECHNISCHE
GEGEVENS
❒ maak, als de motor is aangeslagen, de kabels in
omgekeerde volgorde los.
Als de motor na enkele pogingen niet start, blij dan
ALFABETISCH
niet proberen maar neem contact op met het Fiat
REGISTER
Servicenetwerk.
144
NOODGEVALLEN
op het instrumentenpaneel
BELANGRIJK Verbind de minklemmen van de twee
accu's niet rechtstreeks met elkaar: eventuale vonken
kunnen het explosieve gas ontsteken dat uit de
accu kan ontsnappen. Als de hulpaccu is geïnstalleerd
aan boord van een andere auto, mogen tussen deze
auto en de auto met de lege accu niet per ongeluk
metalen delen met elkaar in verbinding staan.
Gebruik voor een noodstart beslist geen
accusnellader: de elektronische systemen
en de regeleenheden van de ontsteking en
de inspuiting kunnen daardoor beschadigd raken.
op
fig. 121
F0T0189