Monteer op alle vier de wielen dezelfde banden
(zelfde merk en profieldiepte) voor meer veiligheid
tijdens het rijden en remmen en voor een betere
bestuurbaarheid.
Keer de draairichting van de banden niet om.
BELANGRIJK
Bij winterbanden met de indicatie "Q"
mag niet sneller worden gereden dan
160 km/h, echter geldende snelheidsbeperkingen
overeenkomstig de nationale
wegenverkeerswetgeving moeten altijd worden
gerespecteerd.
GEBRUIK VAN DE
VERSNELLINGSBAK
Om de versnellingen in te schakelen, het
koppelingspedaal volledig intrappen en de
versnellingspook A fig. 120 in de gewenste stand
zetten (het schema is aangegeven op de pookknop).
BELANGRIJK De achteruit kan alleen bij een
stilstaande auto worden ingeschakeld. Wacht bij een
draaiende motor en een geheel ingetrapt
koppelingspedaal minstens 2 seconden, voordat u de
achteruit inschakelt. Hiermee wordt voorkomen
dat de tandwielen beschadigen.
fig. 120
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
F0T0055
127