PERIODIEKE CONTROLES
WEGWIJS IN UW
Iedere 1.000 km of voor een lange reis controleren
AUTO
en eventueel bijvullen:
❒ niveau van de motorkoelvloeistof;
❒ remvloeistofniveau;
VEILIGHEID
❒ niveau van ruitensproeiervloeistof;
❒ conditie en spanning van de banden;
❒ werking van verlichting (koplampen en
STARTEN EN RIJDEN
achterlichten, richtingaanwijzers,
waarschuwingsknipperlichten, enz.);
❒ werking van ruitenwissers/-sproeiers voor/achter
LAMPJES EN
en stand/slijtage van wisserbladen van
BERICHTEN
ruitenwissers voor en achter.
Iedere 3.000 km controleren en zonodig bijvullen/
herstellen: motorolieniveau.
NOODGEVALLEN
Gebruik bij voorkeur producten van PETRONAS
LUBRICANTS die speciaal zijn ontwikkeld en
geproduceerd op de Fiat-modellen (zie "Vullingstabel"
in het hoofdstuk "Technische gegevens").
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
186
ZWAAR GEBRUIK VAN DE AUTO
Als de auto voornamelijk onder de volgende
omstandigheden gebruikt wordt:
❒ trekken van caravans of aanhangers;
❒ stoffige wegen;
❒ veel korte ritten (minder dan 7 à 8 km) en bij
buitentemperaturen onder nul;
❒ langdurig stationair draaiende motor of lange
ritten bij lage snelheden (bijv. huis-aan-huis-
bezorging) of als de auto langdurig niet wordt
gebruikt;
❒ stadsverkeer;
moeten de volgende controles vaker worden
uitgevoerd dan aangegeven in het Geprogrammeerd
Onderhoudsschema:
❒ remblokken van schijfremmen voor op conditie en
slijtage controleren;
❒ slot van motorkap en achterklep op vervuiling
controleren, reinigen en mechanismen smeren;
❒ visueel de toestand controleren van: motor,
versnellingsbak, transmissie, slangen en leidingen
(uitlaat, brandstof- en remsysteem) en rubber
elementen (hoezen, balgen, bussen enz.);
❒ ladingstoestand en elektrolytniveau van accu
controleren (zie ook de paragraaf "Accu" in dit
hoofdstuk);
❒ visuele controle van aandrijfriemen voor
hulporganen;