3 Differentieelsloten en zeswielaandrijving
3 Differentieelsloten en zeswielaandrijving
ATC (Automatic Traction Control) biedt automatische bediening
van de in- en uitschakeling van de overlangse differentieelsloten.
Alle differentieelsloten en de 6x6-aandrijving worden
ingeschakeld door de voetschakelaar ingedrukt te houden
(display wordt getoond op het informatiedisplay, middelste
instrumentenpaneel, zie bladzijde
V1087780
de 6x6-aandrijving blijven ingeschakeld zolang de
voetschakelaar wordt bediend.
Zie ook bladzijde
4 Aansluiting voor onderhoudsdoeleinden
4 Aansluiting voor onderhoudsdoeleinden
In de cabine zit onder het instrumentenpaneel, rechts van het
stuurwiel, een aansluiting voor onderhoudsdoeleinden waarmee
TechTool kan worden aangesloten. Met TechTool kan
onderhoudspersoneel storingen in de machine opsporen,
instellingen wijzigen, de machinelogboeken uitlezen enz.
5 Stuurwielinstelling
5 Stuurwielinstelling
Het stuurwiel is verstelbaar in hellingshoek en hoogte.
Hendel omhoog (A) = Het stuurwiel kan omhoog of omlaag gezet
worden.
Hendel omlaag (B) = Het stuurwiel kan in diverse standen worden
gekanteld.
V1087791
6 Rempedaal
6 Rempedaal
Met het rempedaal bedient u de bedrijfsrem, zie ook bladzijde
135 .
Bij bediening van de bedrijfsrem verschijnt het symbool voor een
geactiveerde bedrijfsrem op het informatiedisplay, zie
7 Gaspedaal
7 Gaspedaal
Als de schakelaar voor de motorrem in ingeschakelde stand staat,
wordt de motorrem geactiveerd wanneer u het gaspedaal loslaat,
zie elders onder het kopje 8.1 Motorrem
Overige bedieningselementen
Overige bedieningselementen
Bedieningselementen
Bedieningselementen
41 ). De differentieelsloten en
131 .
8.1 Motorrem en op bladzijde
79
79
36 .
135 .