Pagina 2
California Proposition 65 Warning Diesel engine exhaust and some of its constituents are known to the State of California to cause cancer, birth defects, and other reproductive harm. California Proposition 65 Warning Battery posts, terminals and other related accessories contain lead and lead compounds, chemicals known to the State of California to cause cancer and other reproductive harm.
Pagina 4
Voorwoord Voorwoord GEVAAR GEVAAR In combinatie met dit signaalwoord duidt het veiligheidssymbool op een gevaarlijke situatie die, indien niet vermeden, leidt tot ernstige of dodelijk ernstige of dodelijk verwondingen. verwondingen. Het gevaar is beperkt tot de meest extreme situaties. WAARSCHUWING WAARSCHUWING In combinatie met dit signaalwoord duidt dit veiligheidssymbool op een ernstige of...
Pagina 5
Noteer het identificatienummer van de machine en van onderstaande componenten. Geef het nummer op als u contact opneemt met de fabrikant of als u onderdelen bestelt. De plaats van de plaatjes vindt u op bladzijde 22 . Fabrikant: Volvo Construction Equipment Carl Lihnells väg SE-36042 Braås Sweden...
Pagina 8
Inhoudsopgave Inhoudsopgave Veiligheid tijdens het onderhoud Veiligheid tijdens het onderhoud ..........191 Servicestand ..............192 Alvorens onderhoud uit te voeren, dit lezen ....194 Voorbereidingen voor service .......... 196 Brandpreventie ..............205 Omgaan met gevaarlijke materialen ........ 211 Omgaan met leiding, buizen en slangen ......215 Onderhoud ............
Pagina 9
Presentatie Presentatie V1136806 De Volvo A25F 6×6 en A25G 6x6 De Volvo A25F 6×6 en A25G 6x6 zijn geveerde, 3-assige dumpers met knikbesturing, met een laadcapaciteit van 24 metrische tonnen (26,5 sh ton) en een laadinhoud van 15 m (530 ).
Pagina 10
Voor informatie over het bestellen van AdBlue®/DEF (overige Voor informatie over het bestellen van AdBlue®/DEF (overige markten) neemt u contact op met uw lokale Volvo-dealer. markten) neemt u contact op met uw lokale Volvo-dealer. 250 voor informatie over het vullen met AdBlue®/DEF.
Pagina 11
Nabehandelingssysteem uitlaatgassen Nabehandelingssysteem uitlaatgassen Applies to models: Applies to models: A25G, A30G De motor is uitgerust met een uitlaatgasnabehandelingssysteem (EATS) in de vorm van een demper die een selectief katalytisch reductiesysteem (SCR) bevat voor het reduceren van de hoeveelheid stikstofoxiden (NO ) in de uitlaatgassen.
Pagina 12
Presentatie Presentatie Aan de linkerzijde van de motor. Regelt de motor. - ACM Onder de motorkap op de voorrand van het rechtervoorspatbord. Regelt het nabehandelingssysteem uitlaatgassen. - Motor Gateway Motor Gateway Op de voorwand van de cabine onder het linker instrumentenpaneel.
Pagina 13
– via de dealer – te hebben besproken met het personeel van de constructie- afdeling van Volvo CE. Zij bepalen of de te verrichten wijzigingen ertoe kunnen leiden dat de typegoedkeuring komt te vervallen.
Pagina 14
Aanvullende constructies (retrofits) Bij alle wijzigingen in het basisproduct kan de stabiliteit worden aangetast. Dit geldt bijvoorbeeld wanneer u voor montage van laadbakverhoging kiest. Opdat de garantie geldig blijft, moeten de retrofits door Volvo Construction Equipment goedgekeurd zijn. Brandweringssysteem Brandweringssysteem...
Pagina 15
(geofences) in te stellen. Daarmee wordt ongeoorloofd gebruik van de machine en diefstal voorkomen. Neem voor meer informatie contact op met een erkende dealer van Volvo Construction Equipment. CareTrack maakt net als bij een mobiele telefoon gebruik van datacommunicatie met een maximaal vermogen van 10 W.
Pagina 16
Presentatie Presentatie Het laadbakaanzetstuk wordt direct op de laadbak bevestigd, waarna er alleen lichte materialen in de laadbak mogen worden vervoerd. Hauler chassis Hauler chassis Het transportchassis bestaat een standaardchassis zonder laadbak. De machine dient als platform voor uiteenlopende transport- en vervoersoplossingen. Het concept bestaat uit een motorwagen met een achterframe voorbereid voor een opbouw (bovenwagen).
Pagina 17
Presentatie Presentatie V1163930 Standaardgereedschappen Slang voor het oppompen van de banden Ringsteeksleutel 13 mm om de laadbak mechanisch neer te laten Bandenspanningsmeter Combinatieschroevendraaier Handgreep Vetspuit Sleuteldop 17 mm voor het neerlaten en demonteren Engelse sleutel van bodemplaten Handgreep voor dopsleutel, voor het natrekken van Sleuteldop 12 mm wielmoeren Verlengstuk voor het natrekken van wielmoeren...
Pagina 18
Het geluidscertificaat bevat de gemeten externe waarden en het gewaarborgde geluidsniveau. Deze verklaringen worden door Volvo Construction Equipment voor elke afzonderlijke machine afgegeven. Deze EU-verklaring betreft ook de door Volvo Construction Equipment geproduceerde aanbouwdelen. Deze Deze documentatie is...
Pagina 19
Presentatie Presentatie CE-markering, EMC-Richtlijn CE-markering, EMC-Richtlijn erna de EU-verklaring van overeenstemming voor niet voltooide EU-verklaring van overeenstemming voor niet voltooide machines (IIB) machines (IIB). OPMERKING! OPMERKING! De verklaring van overeenstemming is alleen van toepassing binnen de Europese Unie.
Pagina 20
Dit document is alleen van toepassing binnen de EU. __________________________________________________________________ EG-VERKLARING VAN OVEREENSTEMMING VOOR MACHINES (IIA) EG-VERKLARING VAN OVEREENSTEMMING VOOR MACHINES (IIA) Volvo Construction Equipment, 360 42 BRAÅS, verklaart hierbij dat het product: Merk: Type: Productidentificatienummer (PIN): waarvoor deze verklaring bestemd is, voldoet aan de relevante bepalingen voor “Essentiële gezondheids- en veiligheidseisen”...
Pagina 21
Dit document is alleen van toepassing binnen de EU. __________________________________________________________________ EG-VERKLARING VAN OVEREENSTEMMING VOOR NIET VOLTOOIDE MACHINES (IIB) EG-VERKLARING VAN OVEREENSTEMMING VOOR NIET VOLTOOIDE MACHINES (IIB) Volvo Construction Equipment AB, SE-360 42 BRAÅS, Sweden verklaart hierbij dat de niet voltooide machine: Merk: Type: Productidentificatienummer (PIN): waarvoor deze verklaring bestemd is, voldoet aan de relevante bepalingen voor “Essentiële gezondheids- en...
Pagina 22
Laat de installatie van extra elektronische Laat de installatie van extra elektronische communicatieapparatuur over aan daartoe opgeleide vaklui in communicatieapparatuur over aan daartoe opgeleide vaklui in overeenstemming met de instructies van Volvo Construction overeenstemming met de instructies van Volvo Construction Equipment. Equipment.
Pagina 23
Veiligheidsonderdelen Veiligheidsonderdelen Veiligheidsonderdelen Veiligheidsonderdelen Originele reserveonderdelen van Volvo garanderen een optimale levensduur, betrouwbaarheid en veiligheid van machine en bestuurder. Als er geen betrouwbare en speciaal vervaardigde onderdelen worden gebruikt, kunnen uw veiligheid en gezondheid alsook het functioneren van de machine gevaar lopen.
Pagina 24
Presentatie Presentatie Typeplaatjes Typeplaatjes Typeplaatjes Typeplaatjes De onderstaande afbeeldingen en tekst geven de productplaatjes aan die op de machine moeten zitten. Bij bestelling van onderdelen en bij alle telefonische of schriftelijke vragen moet u altijd de typeaanduiding en het P P roduct Identificatie N N ummer (PIN) (PIN) vermelden.
Pagina 25
Presentatie Presentatie Typeplaatjes Typeplaatjes 8 Het cabinetype, de typegoedkeuring en het serienummer vindt u links in de cabine, op de stijl links van de deur (vanaf de binnenkant van de cabine gezien) het dichtst bij de achterruit. 9 Motor- en uitlaatgassticker met de typeaanduiding en het onderdeelnummer van de motor.
Pagina 26
Presentatie Presentatie Informatie- en waarschuwingsstickers Informatie- en waarschuwingsstickers Informatie- en Informatie- en waarschuwingsstickers waarschuwingsstickers De machinist moet bekend zijn met de informatie en waarschuwingen op stickers en plaatjes en deze opvolgen en in acht nemen. Niet alle stickers/plaatjes zijn op alle machines aangebracht;...
Pagina 28
Onderdeelnummer: 13935005 3. WAARSCHUWING! Niet afdalen met de schakelhendel in stand N. Alleen overschakelen bij 4. Retarderdiagram losgelaten gaspedaal. Onderdeelnummer VS: 13935051 Onderdeelnummer A25F en A25G: 17411098 Onderdeelnummer, alle overige markten: 15064504 Onderdeelnummer A30F en A30G: 17411100 11197518 V1086535 V1093385 6.
Pagina 29
Presentatie Presentatie Informatie- en waarschuwingsstickers Informatie- en waarschuwingsstickers V1086552 12. Brandstof 11. Hydrauliekolie Onderdeelnummer: 11055037 Onderdeelnummer: 13935018 14. Geluidsvermogensniveau (LwA) buiten machine 13. Geluidsdrukniveau (LpA) in cabine Onderdeelnummer 110 dB: 11180165 Onderdeelnummer 70 dB: 11180148 Onderdeelnummer 111 dB: 11180166 Onderdeelnummer 72 dB: 11180150 Onderdeelnummer 108 dB (extra): 11196588 Onderdeelnummer 74 dB: 11180152 Onderdeelnummer 109 dB (extra): 11196589...
Pagina 30
23. WAARSCHUWING! Hete koelvloeistof Onderdeelnummer: 14526798 HOT CLIMATE REDUCED ENVIRONMENTAL IMPACT SYNTHETIC MINERA L ESTER Volvo Bio Hydr Oil VG 46 11411924 Volvo Super Hydraulic Oil 68 15079569 V1093357 25. Minerale olie voor warm klimaat 25. Synthetische ester Onderdeelnummer: 15079569...
Pagina 31
RT31 375 k Pa (54.5 psi) 425 k Pa (61.5 psi) 16896178 33. Remkoelolie V1154635 Onderdeelnummer: 15042783 35. Bandenspanning Onderdeelnummer A25F/A25G: 16896178 Onderdeelnummer A30F/A30G: 16896181 WARNING WARNING BREAK SYSTEM OI L STORED UNDER HIGH PRESSURE, BEFORE SE RVICING BRAKE SYSTEM...
Pagina 32
Presentatie Presentatie Informatie- en waarschuwingsstickers Informatie- en waarschuwingsstickers 45. De machine is voorzien van koelvloeistof met een 16843218 andere mengverhouding dan normaal, voor 46. Bovenscharnierende achterklep werkzaamheden bij temperaturen tot –45°C Onderdeelnummer VS: 16874397 Onderdeelnummer: 11192569 Onderdeelnummer, alle overige markten: 16843775 47.
Pagina 34
Instrumentenpanelen Instrumentenpanelen Instrumentenpanelen Instrumentenpanelen OPMERKING! OPMERKING! Bedien de machine niet voordat u vertrouwd bent met de locaties/ posities en functies van de verschillende instrumenten en bedieningselementen. Neem het instructieboek zorgvuldig door – het gaat om uw veiligheid! V1149533 Linker instrumentenpaneel Rechter instrumentenpaneel Middelste instrumentenpaneel...
Pagina 35
Instrumentenpanelen Instrumentenpanelen Linker instrumentenpaneel Linker instrumentenpaneel Linker instrumentenpaneel Linker instrumentenpaneel MIRRORS V1091705 V1150193 Elektrisch bediende buitenspiegels (extra) Zwaailicht (extra) Koplampen Dimmer Werkverlichting voor (extra) Elektrische buitenspiegelverwarming (extra) Timerfunctie voor motor- en cabineverwarming, Werkverlichting achter (extra) uitvoering A (optie) 1. Elektrisch bediende buitenspiegels (extra) 1.
Pagina 36
Instrumentenpanelen Instrumentenpanelen Linker instrumentenpaneel Linker instrumentenpaneel 3. Werkverlichting voor (extra) 3. Werkverlichting voor (extra) OPMERKING! OPMERKING! De werkverlichting moet zijn uitgeschakeld bij werkzaamheden op openbare wegen. De schakelaar heeft drie standen en regelt de werkverlichting boven aan de voorkant van de cabine. Bovenkant schakelaar ingedrukt = werkverlichting aan.
Pagina 37
Instrumentenpanelen Instrumentenpanelen Linker instrumentenpaneel Linker instrumentenpaneel 7. Elektrische buitenspiegelverwarming (extra) 7. Elektrische buitenspiegelverwarming (extra) Bovenkant schakelaar ingedrukt = verwarming aan. Onderkant schakelaar ingedrukt = verwarming uit. 8. Timerfunctie voor motor- en cabineverwarming 8. Timerfunctie voor motor- en cabineverwarming (optie) (optie) De timerfunctie voor motor- en cabineverwarming is te gebruiken om de motor- en cabineverwarming op dieselolie te activeren.
Pagina 38
Instrumentenpanelen Instrumentenpanelen Instrumentenpaneel, midden Instrumentenpaneel, midden Instrumentenpaneel, midden Instrumentenpaneel, midden Instrumentenpaneel, midden Instrumentenpaneel, midden Tijdens het starten knipperen alle controlelampjes. Als een van de lampjes niet brandt bij het omdraaien van de contactsleutel naar de rijstand (1), is het lampje kapot of is er een storing opgetreden in het elektrische systeem.
Pagina 39
Instrumentenpanelen Instrumentenpanelen Instrumentenpaneel, midden Instrumentenpaneel, midden 1 Groot licht 1 Groot licht Het controlelampje brandt wanneer het groot licht is ingeschakeld, zie bladzijde 77 . 2 Zwaailicht (extra) 2 Zwaailicht (extra) Het lampje gaat branden, wanneer het zwaailicht is ingeschakeld. 121 .
Pagina 40
Instrumentenpanelen Instrumentenpanelen Instrumentenpaneel, midden Instrumentenpaneel, midden 12 Laad- en kieprem 12 Laad- en kieprem Het controlelampje brandt wanneer de laad- en kieprem is 135 . ingeschakeld. Zie bladzijde V1091764 13 Laadbak omhoog 13 Laadbak omhoog Gaat branden, wanneer de laadbak is geheven. V1091765 14 Servicerem aangezet 14 Servicerem aangezet...
Pagina 41
Instrumentenpanelen Instrumentenpanelen Instrumentenpaneel, midden Instrumentenpaneel, midden 18 Richtingaanwijzer, links 18 Richtingaanwijzer, links Het controlelampje geeft de linker richtingaanwijzer aan. Het lampje knippert wanneer de hendel naar beneden wordt bewogen; zie het hoofdstuk Bedieningsorganen Bedieningsorganen op bladzijde 77 . De machinist wordt geïnformeerd over een storing van de richtingaanwijzerlamp met een waarschuwing op het informatiedisplay, zie het hoofdstuk Informatiedisplay Informatiedisplay op...
Pagina 42
Instrumentenpanelen Instrumentenpanelen Instrumentenpaneel, midden Instrumentenpaneel, midden 23 Informatiedisplay 23 Informatiedisplay Behalve de alarmteksten toont het informatiedisplay ook de startprocedure, bedieningsinformatie en de instellingen, zie hoofdstuk Displaymodule Displaymodule te beginnen op bladzijde 41 . V1091877 24 Toerenteller 24 Toerenteller De toerenteller geeft het huidige motortoerental (omw/min) aan. De schaal loopt van 0 tot 3000 omw/min (30 staat voor 30 x 100 omw/min, d.w.z.
Pagina 43
Draaiuren Wanneer het contactslot naar stand 1 wordt gedraaid, start het elektronisch systeem op en worden de controlelampjes getest. Het startscherm wordt met een ronddraaiend Volvo-logo in het informatiedisplay weergegeven. Dit duurt enkele seconden. Daarna is de elektronica gereed om de motor te starten en kan de contactsleutel naar de startstand (stand 2) worden gedraaid.
Pagina 44
Instrumentenpanelen Instrumentenpanelen Displaymodule Displaymodule Bedieningsinformatiescherm Bedieningsinformatiescherm 43 ) bestaat in Het bedieningsinformatiescherm (zie bladzijde twee versies. Wanneer de elektronica opgestart is, verschijnt hetzelfde schermbeeld opnieuw dat getoond werd voordat de elektronica werd uitgeschakeld. V1095258 Voorbeeld van bedieningsinformatiescherm 1 Bij het uitschakelen van de elektronica Bij het uitschakelen van de elektronica Wanneer het contactslot vanuit stand 1 naar R wordt gedraaid, wordt het elektronisch systeem op gecontroleerde wijze...
Pagina 45
Instrumentenpanelen Instrumentenpanelen Displaymodule Displaymodule Instellingen Cyclusinformatie De toets wordt gebruikt om terug te gaan naar het voorgaande schermbeeld en om alarmmeldingen te bevestigen. Toets om het menu naar boven te doorlopen. V1069847 Toets om het menu naar beneden te doorlopen. V1069848 SELECT SELECT...
Pagina 46
Instrumentenpanelen Instrumentenpanelen Displaymodule Displaymodule 1 In het bovenste veld van het bedieningsinformatiescherm verschijnt een analoge klok, wanneer de machine is ingeschakeld. 2 De dumper wordt altijd weergegeven op het bedieningsinformatiescherm. Het scherm kan ook verschijnen als bijvoorbeeld de differentieelsloten zijn ingeschakeld of als de laadbak omhoog staat.
Pagina 47
Instrumentenpanelen Instrumentenpanelen Displaymodule Displaymodule Symboolveld Symboolveld In het symboolveld kunnen de verschillende symbolen op de schermafbeelding oplichten. De symbolen hebben de volgende betekenis: 1 tijd voor service 2 machinemelding beschikbaar 3 voor- of naverwarming is geactiveerd 4 motorrem geactiveerd 10 % -15 C 5 retarderfunctie geactiveerd 6 extra hydraulische functies geactiveerd (Hauler chassis) (zie...
Pagina 48
Instrumentenpanelen Instrumentenpanelen Displaymodule Displaymodule Overdwars differentieelslot is ingeschakeld. 19 l/h 15 C V1092985 1 Overlangs differentieelslot Overdwars differentieelslot en 6x6-aandrijving zijn ingeschakeld. 19 l/h 15 C V1092986 1 Overlangs differentieelslot 2 6x6-aandrijving (zeswielaandrijving) Laadbakstand Laadbakstand De werkelijke stand van de laadbak wordt getoond. Wanneer de functie maximale storthoogte is geactiveerd, wordt er een lijn boven de laadbak getoond.
Pagina 49
Instrumentenpanelen Instrumentenpanelen Displaymodule Displaymodule Wanneer de extra hydraulische functies voor dumperchassis (Hauler Chassis) zijn geactiveerd, verschijnt mogelijk een animatie (zie figuur). 19 l/h 15 C V1115367 1 Display-animatie bij geactiveerde extra hydraulische functies...
Pagina 50
Instrumentenpanelen Instrumentenpanelen Displaymodule Displaymodule Informatie Informatie Informatie over de machinestatus wordt verkregen door de desbetreffende functie te activeren via het toetsenblok bij het 42 ). informatiedisplay (zie bladzijde Elke functiegroep bestaat uit een of meerdere schermafbeeldingen (menu's). Gebruik de pijltoetsen om omhoog of omlaag te bladeren in het menu.
Pagina 51
Instrumentenpanelen Instrumentenpanelen Displaymodule Displaymodule - Oliepeil Oliepeil – toont de actuele status van het oliepeil: normaal of hoog. Wanneer de machine bijvoorbeeld pas gestart is en het oliepeil nog niet afgelezen is, wordt de tekst Niet uitgelezen Niet uitgelezen getoond naast het staafdiagram.
Pagina 52
Instrumentenpanelen Instrumentenpanelen Displaymodule Displaymodule Hydrauliek Hydrauliek Het menu wordt getoond, nadat de hydrauliektoets is ingedrukt. Hydrauliek - Olietemperatuur Olietemperatuur – toont de actuele status van de olietemperatuur: normaal of hoog. - Oliepeil Oliepeil - toont de actuele status van het oliepeil: normaal of Olietemperatuur hoog.
Pagina 53
Instrumentenpanelen Instrumentenpanelen Displaymodule Displaymodule Elektrisch systeem Elektrisch systeem Dit menu verschijnt, nadat de elektrotoets is ingedrukt. Elektrisch systeem - Spanning Spanning – toont de status van de systeemspanning: laag, normaal of hoog. Spanning - Werkverlichting achter Werkverlichting achter — de automatische werkverlichting achter is in te stellen onder Instellingen.
Pagina 54
Instrumentenpanelen Instrumentenpanelen Displaymodule Displaymodule Service Service Het menu verschijnt, nadat de servicetoets is ingedrukt. Service Dit menu toont informatie over het eerstvolgende onderhoudsinterval en tests. Volgende beurt Tests - Volgende Volgende beurt beurt - dit submenu toont informatie over onderhoud. Om toegang te krijgen tot de service-informatie dient u met de Onderhoud pijltoetsen omlaag te bladeren naar Volgende beurt...
Pagina 55
Instrumentenpanelen Instrumentenpanelen Displaymodule Displaymodule - Uitschakeling laadbakverw. Uitschakeling laadbakverw. — laadbakverwarming deactiveren en activeren. Cyclusinfo Cyclusinfo Dit menu verschijnt, nadat de cyclusinformatietoets is ingedrukt. Cyclusinfo De informatie in dit menu toont de waarden sinds de laatste reset. V1087590 - Tijd Tijd –...
Pagina 56
Instrumentenpanelen Instrumentenpanelen Displaymodule Displaymodule Motor Bedrijfstoerental xxxx omw/min Max. storthoogte activeren/deactiveren Max. storthoogte activeren/deactiveren Wanneer de maximale storthoogte is ingesteld op AAN, wordt automatisch de eerder ingestelde maximale storthoogte Hydrauliek geactiveerd. 1 Druk op toets 3 Hydrauliek. Max. storthoogte 2 Blader met de pijltoetsen totdat de tekst bij het xx % laadbaksymbool onder "Max.
Pagina 57
Instrumentenpanelen Instrumentenpanelen Displaymodule Displaymodule Hydrauliek Max. storthoogte Harde aanslag laadbak activeren/deactiveren Harde aanslag laadbak activeren/deactiveren 1 Druk op nr. 3 Hydrauliek. Hydrauliek 2 Blader met de pijltoetsen omlaag in het hydrauliekmenu totdat de tekst naast het laadbaksymbool onder "Aanslag laadbak" gemarkeerd staat.
Pagina 58
Instrumentenpanelen Instrumentenpanelen Displaymodule Displaymodule Datum instellen Datum instellen 1 Druk op toets 9 Instellingen om het instelmenu te openen. Instellingen 2 Markeer de datum in het instelmenu door met de pijltoetsen te Datum XXXXXXXX bladeren. Tijd xx:xx 3 Druk op de toets SELECT om het eerste gedeelte van de datum te markeren (jaar, maand of dag, afhankelijk van de Taal xxxxxx...
Pagina 59
Instrumentenpanelen Instrumentenpanelen Displaymodule Displaymodule Tijd/klok instellen Tijd/klok instellen 1 Druk op toets 9 Instellingen. Instellingen 2 Blader met de pijltoetsen omlaag totdat de tijd gemarkeerd Datum xxxxxxxx staat. Tijd XX:XX Taal xxxxxx Eenheden xxxxxx Tijdnotatie xxxx Datumnotatie xxxxxx Helpteksten display Uitschakeling laadbakverw.
Pagina 60
Instrumentenpanelen Instrumentenpanelen Displaymodule Displaymodule 3 Druk op de toets SELECT om het submenu met beschikbare Instellingen talen te openen. Engels 4 Blader met de pijltoetsen in het menu totdat de gewenste taal gemarkeerd staat. Zweeds 5 Bevestig uw keuze en ga terug naar het instelmenu met de Duits toets SELECT.
Pagina 61
Tijdnotatie xxxx Datumnotatie xxxxxx Helpteksten display Uitschakeling laadbakverw. Laadbakverwarming activeren/deactiveren Laadbakverwarming activeren/deactiveren Neem contact op met een door Volvo erkende werkplaats voor Instellingen permanente demontage van de laadbakverwarming. Datum xxxxxxxx 1 Druk op toets 9 Instellingen. Tijd xx:xx 2 Blader omlaag in het menu totdat de tekst "Uitschakeling laadbakverw."...
Pagina 62
Instrumentenpanelen Instrumentenpanelen Displaymodule Displaymodule De volgende instellingen zijn mogelijk: De volgende instellingen zijn mogelijk: - Altijd Altijd geselecteerd - laadbakverwarming gedeactiveerd. Instellingen - Stand R Stand R geselecteerd - laadbakverwarming gedeactiveerd, Uitschakeling laadbakverw. wanneer de schakelhendel in de achteruit staat. Altijd - Laad-/kieprem Laad-/kieprem geselecteerd - laadbakverwarming...
Pagina 63
Instrumentenpanelen Instrumentenpanelen Displaymodule Displaymodule Het is niet mogelijk om verschillende waarschuwingsniveaus te doorlopen, bijvoorbeeld oranje en rood. Het hogere rode niveau heeft altijd voorrang. OPMERKING! OPMERKING! Bij waarschuwingen voor AdBlue®/DEF wordt in teksten op het informatiedisplay van machines bestemd voor de Europese markt ‘AdBlue’...
Pagina 66
Instrumentenpanelen Instrumentenpanelen Displaymodule Displaymodule Cabine Cabine V1088300 V1087663 Deur open Gordel omdoen Hydrauliek Hydrauliek V1087673 Hydrauliekolietemperatuur hoog Storing max. storthoogte Deactiveren V1088301 V1088317 Storing kiephendel Laadbak beweegt V1088317 Storing kiepsysteem Controle Controle De nevenstaande afbeelding is een voorbeeld van hoe het alarmscherm Controle Controle er op het informatiedisplay kan uitzien.
Pagina 67
Instrumentenpanelen Instrumentenpanelen Displaymodule Displaymodule Algemeen Algemeen V1087641 Resterende tijd XXX h Noodstop Vlgnde beurt, interval XXXX h V1088340 Storing externe apparatuur Rijsnelheidslimiet overschreden Motor Motor V1087622 Brandstofpeil laag Water in brandstof. Kom legen V1087633 V1092513 Brandstoffilter verstopt Mogelijke brandstoflekkage V1088297 V1092513 Laaddruk laag Storing brandstof-inspuitsysteem...
Pagina 68
Instrumentenpanelen Instrumentenpanelen Displaymodule Displaymodule V1087627 V1087632 Koelvloeistoftemperatuur motor hoog Ondertoeren motor V1087623 V1087627 Carterdruk hoog Overtoeren motor V1087623 V1087623 Motorstoring Intercooler verstopt V1088203 V1087621 Motorolietemperatuur hoog Automatische uitschakeling motor V1087628 V1108121 Motoroliepeil laag Bedrijfstoerental Storing turbocompressor Storing drukvulling V1088237 V1132842 Uitlaattemperatuur turbocompressor AdBlue bijvullen AdBlue op.Vermogensdaling actief...
Pagina 72
Instrumentenpanelen Instrumentenpanelen Displaymodule Displaymodule V1144471 Nivelleerstand laadbak handmatig instellen Storing max. storthoogte Deactiveren V1087675 Storing laadbakverwarming Informatie Informatie De nevenstaande afbeelding is een voorbeeld van de manier waarop het alarmscherm Informatie Informatie verschijnt op het informatiedisplay. Tekst, lijnen en symbolen worden in groen weergegeven tegen een zware achtergrond.
Pagina 73
Spoor de oorzaak op tijdens de eerstvolgende stop. Neem zo nodig contact op met een door Volvo erkende garage. Geef de storingscode door om het probleem te kunnen identificeren. Indien er voor de machine voertuigmeldingen actief zijn, wordt het symbool voor voertuigmeldingen in de onderste rij van het informatiedisplay weergegeven.
Pagina 74
Instrumentenpanelen Instrumentenpanelen Displaymodule Displaymodule - Actief Actief geeft aan of het probleem nog steeds actief is. Meldingstype - Code Code toont de relevante storingscode. Titel - Bron Bron geeft aan welke elektronische regeleenheid het defect Actief: heeft geregistreerd. Code: xxxxxx-x - Aantal keren Aantal keren geeft aan hoeveel storingscodes het probleem Bron:...
Pagina 75
Na invoer van drie foutieve codes, wordt de diefstalbescherming Diefstalbeveiliging 10 minuten geblokkeerd. Daarna kunnen opnieuw drie pogingen worden gedaan. De pincode kan alleen veranderd worden bij een door Volvo erkende werkplaats. Te veel verkeerde codes. Volgende De motor kan opnieuw gestart worden binnen 15 minuten...
Pagina 76
Instrumentenpanelen Instrumentenpanelen Rechter instrumentenpaneel Rechter instrumentenpaneel Rechter instrumentenpaneel Rechter instrumentenpaneel SETUP SELECT 24 V STOP r / min V1132162 Toetsenbord van display Verhoogd motortoerental (optionele uitrusting) Noodstop Vertraagde motorafslag (optionele uitrusting) Contactslot Elektrische stoelverwarming (optionele uitrusting) Aansteker Alarmknipperlichten 1 Toetsenbord van informatiedisplay 1 Toetsenbord van informatiedisplay Met het toetsenbord kunt u het gewenste scherm of de gewenste functie kiezen op het informatiedisplay op het middelste...
Pagina 77
Instrumentenpanelen Instrumentenpanelen Rechter instrumentenpaneel Rechter instrumentenpaneel 3 Contactslot 3 Contactslot Het contactslot heeft vier standen, zoals afgebeeld. Blokkeerstand (0) De hoofdstroomschakelaar staat uit. Om de verschillende systemen op gecontroleerde wijze uit te schakelen, zal er nadat het contactslot naar stand 0 is gedraaid nog enige tijd spanning aanwezig blijven.
Pagina 79
Overige bedieningselementen Overige bedieningselementen Bedieningselementen Bedieningselementen Overige bedieningselementen Overige bedieningselementen Bedieningselementen Bedieningselementen V1149534 Bedieningshendel, stuurwiel Gaspedaal Retarderpedaal (optionele uitrusting) Bedieningspaneel Differentieelsloten en zeswielaandrijving Display voor automatische smering (optie) 86 ) (Zie bladzijde Aansluiting voor onderhoudsdoeleinden (TechTool) Aansluiting voor automatische smering (optie) Stuurwielinstelling Paneel voor klimaatregeling (zie paragraaf Klimaatregeling...
Pagina 80
Overige bedieningselementen Overige bedieningselementen Bedieningselementen Bedieningselementen 1 Bedieningshendel, stuurwiel 1 Bedieningshendel, stuurwiel Schakelaar groot licht-dimlicht Schakelaar groot licht-dimlicht Hendel naar voren = groot licht Middelste stand = Dimlicht Hendel naar achteren = lichtsignaal (groot licht) V1087769 Bedieningshendel, richtingaanwijzers Bedieningshendel, richtingaanwijzers Hendel omhoog = richtingaanwijzer rechts Hendel omlaag = richtingaanwijzer links V1087772...
Pagina 81
Overige bedieningselementen Overige bedieningselementen Bedieningselementen Bedieningselementen 3 Differentieelsloten en zeswielaandrijving 3 Differentieelsloten en zeswielaandrijving ATC (Automatic Traction Control) biedt automatische bediening van de in- en uitschakeling van de overlangse differentieelsloten. Alle differentieelsloten en de 6x6-aandrijving worden ingeschakeld door de voetschakelaar ingedrukt te houden (display wordt getoond op het informatiedisplay, middelste instrumentenpaneel, zie bladzijde 41 ).
Pagina 82
Overige bedieningselementen Overige bedieningselementen Bedieningselementen Bedieningselementen 8 Bedieningspaneel 8 Bedieningspaneel V1115447 Motorrem Parkeerrem Schakelblokkering Laad- en kieprem Schakelhendel Kiephendel Extra hydraulische functies (extra) ATC en overlangs differentieelslot/zeswielaandrijving Ruitenwisser achter (extra) 8.1 Motorrem 8.1 Motorrem Bovenkant schakelaar ingedrukt = motorrem automatisch geactiveerd bij het loslaten van het gaspedaal Onderkant schakelaar ingedrukt = motorrem gedeactiveerd Bij activering van de motorrem verschijnt het symbool voor een...
Pagina 83
Overige bedieningselementen Overige bedieningselementen Bedieningselementen Bedieningselementen 8.2 Schakelblokkering 8.2 Schakelblokkering De schakelblokkering treedt in werking en houdt de actuele versnelling ingeschakeld en voorkomt dat de machine in bepaalde situaties met korte tussenpozen opschakelt en weer 129 . terugschakelt. Zie ook bladzijde Druk op de bovenkant van de schakelaar om de schakelblokkering in te schakelen.
Pagina 84
Als u de parkeerrem aanzet terwijl de machine rijdt, wordt de rem blootgesteld aan abnormale slijtage. Controleer de parkeerrem, als deze als noodrem is gebruikt. Neem contact op met een erkende Volvo-dealer. Lossen Lossen Haal de pal van de schakelaar omlaag en duw de onderkant van de schakelaar in.
Pagina 85
Overige bedieningselementen Overige bedieningselementen Bedieningselementen Bedieningselementen Zie ook onder het kopje Laad- Laad- en en kieprem kieprem in hoofdstuk Remmen Remmen 135 . op bladzijde 8.8 Kiephendel 8.8 Kiephendel De kiephendel heeft vijf standen: De kiephendel heeft vijf standen: Stand 1 Neerlaatstand met houdfunctie Stand 2 Neerlaatstand...
Pagina 86
Overige bedieningselementen Overige bedieningselementen Bedieningselementen Bedieningselementen in om het overlangse differentieelslot en de zeswielaandrijving uit te schakelen. Schakelaar in de middelste stand Schakelaar in de middelste stand = ATC uitgeschakeld. OPMERKING! OPMERKING! De schakelaar kan ook in de middelste stand staan, als het overlangse differentieelslot en de zeswielaandrijving zijn ingeschakeld met de bovenkant van de wipschakelaar.
Pagina 87
Overige bedieningselementen Overige bedieningselementen Bedieningselementen Bedieningselementen Elektrische aansluiting Elektrische aansluiting Onder de bijrijdersstoel zit een 24V-aansluiting voor voeding. V1149163 1 24V-aansluiting Spanningsomvormer Spanningsomvormer (Extra opties) (Extra opties) De spanningsomvormer van 20 A levert de spanning voor de radio en de 12V-aansluiting in de plafondconsole. V1149164 1 12V-aansluiting Elektrische...
Pagina 88
Overige bedieningselementen Overige bedieningselementen Bedieningselementen Bedieningselementen Bij een machine met een aansluiting voor cabineverwarming zit er onder de bijrijdersstoel een 230V-aansluiting (120V- aansluiting in de VS) voor de cabineverwarming. V1149166 1 230V-aansluiting (120V-aansluiting in de Automatische centrale smering Automatische centrale smering (extra) (extra) Display...
Pagina 89
Er verschijnen andere storingcodes. Als er een andere een andere storingcode storingcode dan de hierboven beschreven storingcodes op het display verschijnt — neem dan contact op met een door Volvo neem dan contact op met een door Volvo erkende werkplaats! erkende werkplaats!
Pagina 90
V1148266 De led licht oranje op, wanneer er sprake is van een storing in de activeringsfunctie. Als de led brandt, dient u contact op te nemen 1 Kunststof afdekking met een erkende Volvo-werkplaats. 2 Handmatige activering 3 Brandmelding Detectorstoring Detectorstoring...
Pagina 91
Overige bedieningselementen Overige bedieningselementen Bedieningselementen Bedieningselementen Binnenste activeringsknop Binnenste activeringsknop OPMERKING! OPMERKING! Bij activering van de binnenste activeringsknop worden de stappen 1–3 altijd doorlopen. Alleen bij branddetectie wordt ook stap 4 doorlopen. Wanneer het systeem bij bediening van de machine met een geloste parkeerrem brand detecteert, zodat u de binnenste activeringsknop bedient, gebeurt het volgende: 1 De motor wordt afgezet...
Pagina 92
Overige bedieningselementen Overige bedieningselementen Bedieningselementen Bedieningselementen Uitvoering A Uitvoering A V1107912 1 Tijd 2 Voorprogrammering 3 Verwarming 4 Achteruit 5 Vooruit 6 Geheugenindicatie 7 Weekdag / voorgeprogrammeerde dag 8 Huidige tijd / voorgeprogrammeerde tijd 9 Werkingsindicatie Tijd en weekdag, eerste keer instellen Tijd en weekdag, eerste keer instellen 1 Druk op de tijdtoets.
Pagina 93
Overige bedieningselementen Overige bedieningselementen Bedieningselementen Bedieningselementen Verwarming inschakelen zonder voorprogrammering Verwarming inschakelen zonder voorprogrammering (contact in rijstand (ON)) (contact in rijstand (ON)) 1 Druk op de verwarmingstoets. 2 De verwarming wordt geactiveerd en het V1108026 verwarmingssymbool verschijnt samen met tijd en weekdag op het display.
Pagina 94
Overige bedieningselementen Overige bedieningselementen Bedieningselementen Bedieningselementen 2 Druk op de voor- of toets Achteruit om het gewenste tijdstip voor de verwarmingsstart in te stellen. Instellen is alleen mogelijk wanneer de tijd knippert. V1108025 3 De geheugenindicatie voor het geselecteerde geheugen verschijnt op het display en de verwarmingstoets knippert om aan te geven dat het geheugen is geactiveerd.
Pagina 95
Overige bedieningselementen Overige bedieningselementen Bedieningselementen Bedieningselementen Foutco Foutco Storingsomschrijving Storingsomschrijving Opmerking/Maatregel Opmerking/Maatregel Losgekoppeld bij Continue overspanning in overspanning de regeleenheid V1108033 gedurende minstens 6 seconden leidt ertoe dat de motor- en cabineverwarming niet werken. Neem de connector van de aansluiting voor de motor- en cabineverwarming/ bedrading los, start de...
Pagina 96
Overige bedieningselementen Overige bedieningselementen Bedieningselementen Bedieningselementen Foutco Foutco Storingsomschrijving Storingsomschrijving Opmerking/Maatregel Opmerking/Maatregel Te groot verschil tussen Het verschil tussen de oververhittings- en meetwaarde van de V1108045 temperatuursensor oververhittingssensor en de temperatuursensor is groter dan 70 °C (126 °F). Laat lucht af uit de motor- en cabineverwarming (koelvloeistofgebrek), open de verwarmingsklep...
Pagina 97
Overige bedieningselementen Overige bedieningselementen Bedieningselementen Bedieningselementen Weekdag instellen Weekdag instellen 1 Selecteer de menu-optie Instellingen Instellingen met de toets Achteruit of Vooruit. Bevestig uw keuze met de toets Bevestigen. V1162316 2 Selecteer de menu-optie Datum Datum met de toets Achteruit of Vooruit.
Pagina 98
Overige bedieningselementen Overige bedieningselementen Bedieningselementen Bedieningselementen Timerinstellingen selecteren en activeren/deactiveren Timerinstellingen selecteren en activeren/deactiveren 1 Selecteer de menu-optie Programmeren Programmeren met de toets Achteruit of Vooruit. Bevestig uw keuze met de toets V1162315 Bevestigen. 2 Selecteer de menu-optie P1, P2 P1, P2 of P3 P3 met de toets Achteruit of Vooruit.
Pagina 99
Overige bedieningselementen Overige bedieningselementen Bedieningselementen Bedieningselementen De schakelaar voor de treeplankverlichting (instapverlichting) zit aan de buitenkant van het linker spatbord in de buurt van de treeplanken. Wanneer u bij het instappen de schakelaar indrukt, gaat de verlichting korte tijd branden. Tijdens het uitstappen blijft de V1114836 verlichting bij het openen van de cabinedeur branden zolang de Schakelaar, treeplankverlichting cabine...
Pagina 100
Overige bedieningselementen Overige bedieningselementen Cabine Cabine Cabine Cabine Achteruitrijcamera Achteruitrijcamera (standaard of extra afhankelijk van de markt) (standaard of extra afhankelijk van de markt) De camera aan de achterkant van de machine zorgt er in combinatie met de monitor in de cabine voor dat u een beter zicht naar achteren hebt, wanneer bijvoorbeeld de machine achteruitrijdt, de lading wordt gekiept enz.
Pagina 101
Overige bedieningselementen Overige bedieningselementen Cabine Cabine maken. De in te stellen waarden kunnen verhoogd of verlaagd worden met de knoppen ‘DIM’ en ‘NOR/BLC’. Houd de knop ‘CAM-SELECT’ iets langer dan twee seconden ingedrukt om het instellingsmenu te verlaten. Wanneer de monitor ongeveer tien seconden lang niet wordt aangeraakt (geen knoppen ingedrukt of instellingen verricht), wordt het instellingsmenu gesloten en verschijnt het camerabeeld weer.
Pagina 102
Als knop 5 ‘Alternatief’ wordt ingedrukt, wordt er vanuit de aangesloten camera een afbeelding (een stilstaand beeld) gegenereerd. De tijd dat dit beeld wordt weergegeven, kan worden ingesteld (neem contact op met een erkende Volvo- werkplaats). 6. Selecteren/instellen – min (-) 6.
Pagina 103
Overige bedieningselementen Overige bedieningselementen Cabine Cabine Om submenu’s en het menu te verlaten drukt u op knop 5 (Alternatief). Taal (Language) Taal (Language) – met deze optie kunt u het menu voor Language taalselectie openen. Na selectie van een taal worden alle menu’s in de gekozen taal weergegeven.
Pagina 104
Bij een bestuurdersstoel type KAB is de bevestigingssteun voorzien van meerdere bevestigingsopeningen. De bestuurdersstoel is daardoor te verschuiven ten opzichte van de bevestigingssteun, wat u de mogelijkheid biedt om de stoel verder naar voren/achteren te zetten. Laat het verzetten van de bestuurdersstoel over aan een erkende Volvo-werkplaats.
Pagina 105
Volvo. OPMERKING! OPMERKING! Volvo kan de bestuurdersstoel en vloersterkte uitsluitend certificeren en garanderen als de voorgeschreven gaten in de vloerplaat voor montage van de stoel worden gebruikt. Bestuurdersstoel KAB, verstellen...
Pagina 106
Overige bedieningselementen Overige bedieningselementen Bestuurderscomfort Bestuurderscomfort Bestuurdersstoel Grammer (optionele uitrusting), Bestuurdersstoel Grammer (optionele uitrusting), verstellen verstellen De bestuurdersstoel is leverbaar met een heupgordel of een driepuntsgordel. De illustratie toont een stoel met driepuntsgordel. De bestuurdersstoel type Grammer is tevens beschikbaar in een speciale uitvoering bestemd voor bepaalde cabines.
Pagina 107
Overige bedieningselementen Overige bedieningselementen Bestuurderscomfort Bestuurderscomfort Bijrijdersstoel Bijrijdersstoel De bijrijdersstoel zit aan de rechterkant van de cabine, achter de bestuurderstoel. Hij is bedoeld voor een instructeur die tijdelijk in de machine meerijdt om de machinist te instrueren en te trainen, zodat deze de machine optimaal kan bedienen en besturen.
Pagina 108
Overige bedieningselementen Overige bedieningselementen Bestuurderscomfort Bestuurderscomfort Opbergvak Opbergvak Achter de rugleuning van de bijrijdersstoel bevindt zich een opbergvak, bv. voor het instructieboek. Er bevindt zich ook een opbergvak onder het zitkussen van de instructeursstoel. V1092745 1 Opbergvak 2 Bijrijdersstoel 3 Opbergvak Nooduitgang Nooduitgang Er is een alternatieve uitgang uit de cabine via de gedeelde zijruit...
Pagina 109
Overige bedieningselementen Overige bedieningselementen Klimaatregeling Klimaatregeling Klimaatregeling Klimaatregeling Verwarmings- en ventilatiesysteem Verwarmings- en ventilatiesysteem Algemeen Algemeen Houd de deur gesloten. Richt de luchtstroom niet rechtstreeks op onbedekte huid. Paneel, klimaatregeling Paneel, klimaatregeling Het bedieningspaneel voor verwarming en ventilatie zit onder het linker instrumentenpaneel.
Pagina 110
Overige bedieningselementen Overige bedieningselementen Klimaatregeling Klimaatregeling Geeft luchtrecirculatie in de cabine met een bepaalde hoeveelheid verse lucht om de overdruk in de cabine te handhaven. De recirculatie wordt ingeschakeld door de schakelaar (2) in te drukken en uitgeschakeld door de schakelaar nog eens in te drukken.
Pagina 111
Overige bedieningselementen Overige bedieningselementen Klimaatregeling Klimaatregeling 3. Ventilatordraaiknop 3. Ventilatordraaiknop 1 De ventilator is uitgeschakeld 2 automatische regeling, oneindig variabele ventilatorsnelheid 3 handmatige instelling, tien standen voor ventilatorsnelheid 4 ontwaseming — geeft maximale verwarming, airconditioning (indien aanwezig) en ventilatie via blaasmonden bij de ruiten. V1093217 3.
Pagina 112
Overige bedieningselementen Overige bedieningselementen Klimaatregeling Klimaatregeling B-stijl 1 lucht richten 2 open 3 dicht V1093212 Klimaatregeling, afstellen Klimaatregeling, afstellen De onderstaande aanwijzingen zijn slechts aanbevelingen. Het ervaren cabineklimaat is een individuele kwestie. Daarom moet iedere machinist leren de klimaatregeling in te stellen en te bedienen voor de optimale werkomgeving in de cabine, d.w.z.
Pagina 113
Houd de airconditioning tijdens kortstondige regenbuien zoveel mogelijk ingeschakeld, omdat de ruiten bij uitschakeling kunnen beslaan. De airconditioning werkt alleen wanneer de motor loopt en optimaal wanneer u de ruiten gesloten houdt. Laat een door Volvo erkende werkplaats de airconditioning elk jaar controleren.
Pagina 114
Bedieningsinstructies Bedieningsinstructies Bedieningsinstructies Bedieningsinstructies In dit hoofdstuk vindt u de regels voor een veilige bediening van de machine. U dient zich daarbij echter ook te houden aan wetten of andere nationale regelgeving met betrekking tot veiligheid op de weg en arbeidsomstandigheden. Wanneer u oplettend bent, voorzichtig blijft en de veiligheidsvoorschriften respecteert, kunt u de kans op ongelukken beperken.
Pagina 115
Bedieningsinstructies Bedieningsinstructies Zorg ervoor dat machinisten, grondwerkers en andere personen op het terrein degelijke veiligheidsinstructies hebben ontvangen. Regel de verkeersstroom voor machines en andere voertuigen. Vermijd zo mogelijk achteruitrijden. Baken het werkterrein van de machine af. Wijs waar nodig een seingever om de machinist te assisteren. Stel zo nodig apparatuur voor tweewegcommunicatie ter beschikking.
Pagina 116
Bedieningsinstructies Bedieningsinstructies Zichtbaarheidseisen Zichtbaarheidseisen Machines bestemd voor de EU voldoen aan de gestelde eisen op het gebied van zichtbaarheid (het gezichtsveld) voor de CE- markering, conform de machinerichtlijn 2006/42/EG. Machines bestemd voor de overige markten voldoen aan de norm ISO 5006 "Grondverzetmachines – Bestuurders' gezichtsveld". De test werd uitgevoerd bij een stilstaande machine met uitrusting en aanbouwdelen van standaardtype.
Pagina 117
Bedieningsinstructies Bedieningsinstructies Spiegels en achteruitrijcamera, instellen Spiegels en achteruitrijcamera, instellen ISO 5006 stelt dat de machinist een denkbeeldige grenslijn op een bepaalde hoogte rondom de machine moet kunnen zien. Stel de spiegels en de achteruitrijcamera (indien gemonteerd) zo in dat de machinist deze denkbeeldige grenslijn kan zien, zie onderstaande tabel en waarden.
Pagina 118
Bedieningsinstructies Bedieningsinstructies Frontspiegel Frontspiegel Controleer in de frontspiegel of u optimaal zicht hebt op het gebied direct voor de motorkap. Stel anders de frontspiegel zo af dat u wel optimaal zicht krijgt, zie afbeeldingen. V1162851...
Pagina 119
Bedieningsinstructies Bedieningsinstructies Buitenspiegels Buitenspiegels Controleer in de buitenspiegels of u optimaal zicht hebt op het gebied naast de banden van de machine en de zijwanden van de laadbak en dat met een zo groot mogelijke hoek. Stel anders de buitenspiegels zo af dat u wel optimaal zicht krijgt, zie afbeeldingen.
Pagina 120
Bedieningsinstructies Bedieningsinstructies V1162848 Buitenspiegels onderaan...
Pagina 121
Bedieningsinstructies Bedieningsinstructies Achteruitrijcamera Achteruitrijcamera (standaard of extra afhankelijk van de markt) Controleer op het display van de achteruitrijcamera of u een goed zicht naar achteren hebt. De achteruitrijcamera moet in dwarsrichting gecentreerd worden en gericht zijn op het gebied direct onder en achter de laadbak. De laadbak of banden mogen het zicht niet belemmeren.
Pagina 122
Bedieningsinstructies Bedieningsinstructies Veiligheidsrichtlijnen bij bediening Veiligheidsrichtlijnen bij bediening Veiligheidsrichtlijnen bij bediening Veiligheidsrichtlijnen bij bediening Plichten van de machinist Plichten van de machinist WAARSCHUWING WAARSCHUWING Gevaar voor dodelijke ongelukken. De aanwezigheid van onbevoegden in het werkgebied rond de machine kan tot ernstig beknellingsletsel leiden. •...
Pagina 123
Bedieningsinstructies Bedieningsinstructies Veiligheidsrichtlijnen bij bediening Veiligheidsrichtlijnen bij bediening Ongelukken Ongelukken Meld ongelukken en “bijna-ongelukken” onmiddellijk bij de uitvoerder. Laat de machine zo mogelijk staan zoals deze stond. Doe alleen datgene wat noodzakelijk is om ernstiger schade, en dan met name lichamelijk letsel, te beperken. Zorg dat u een eventueel onderzoek naar de toedracht niet bemoeilijkt.
Pagina 124
Bedieningsinstructies Bedieningsinstructies Veiligheidsrichtlijnen bij bediening Veiligheidsrichtlijnen bij bediening Rijden op openbare wegen Rijden op openbare wegen Als machinist bent u een verkeersdeelnemer. U wordt daarom geacht de geldende plaatselijke bepalingen en landelijke verkeersregels te kennen en deze op te volgen. Vergeet niet dat de machine, in verhouding tot de overige weggebruikers, vanwege de geringe snelheid en de breedte een obstakel op de weg kan vormen.
Pagina 125
Bedieningsinstructies Bedieningsinstructies Veiligheidsrichtlijnen bij bediening Veiligheidsrichtlijnen bij bediening 1 Parkeer zo mogelijk op een brandwerende plek. U kunt ook eerst de kunststof afdekking van het bedieningspaneel voor het brandblussysteem openen en het systeem activeren. Rijd de machine vervolgens naar een brandwerende plek.
Pagina 126
Bedieningsinstructies Bedieningsinstructies Veiligheidsrichtlijnen bij bediening Veiligheidsrichtlijnen bij bediening Bovenleidingen, minimale afstand Bovenleidingen, minimale afstand GEVAAR GEVAAR Gevaar voor elektrische schokken Vonkoverslag en elektrocutie zijn niet uitgesloten, wanneer u in de buurt van bovengrondse elektriciteitsdraden werkt of ermee in contact komt. Altijd de minimale afstand ten opzichte van bovengrondse Altijd de minimale afstand ten opzichte van bovengrondse elektriciteitsdraden aanhouden.
Pagina 127
Bedieningsinstructies Bedieningsinstructies Veiligheidsrichtlijnen bij bediening Veiligheidsrichtlijnen bij bediening Let erop dat de afstand tot luchtlijnen met lange overspanningen door de zogeheten (uit-)zwaai van de kabels kan afnemen. Rijd voorzichtig over een ongelijkmatige ondergrond, omdat de machine daarbij uit balans kan raken. Houd alle personen uit de buurt van de machine als die dicht bij luchtlijnen is.
Pagina 128
Bedieningsinstructies Bedieningsinstructies Veiligheidsrichtlijnen bij bediening Veiligheidsrichtlijnen bij bediening Bovenleidingen (luchtlijnen) Bovenleidingen (luchtlijnen) GEVAAR GEVAAR Gevaar voor elektrische schokken Vonkoverslag en elektrocutie zijn niet uitgesloten, wanneer u in de buurt van bovengrondse elektriciteitsdraden werkt of ermee in contact komt. Altijd de minimale afstand ten opzichte van bovengrondse Altijd de minimale afstand ten opzichte van bovengrondse elektriciteitsdraden aanhouden.
Pagina 129
OPMERKING! OPMERKING! Neem speciale maatregelen om stofverspreiding tegen te gaan. Neem voor meer informatie contact op met een erkende Volvo- dealer. Het asbestfilter is een hoofdfilter, speciaal bedoeld voor omstandigheden waarin asbeststof kan voorkomen. Het filter is uiteraard ook goed tegen alle andere soorten stof wanneer de gebruiker goed gefilterde lucht in de cabine wenst.
Pagina 130
Bedieningsinstructies Bedieningsinstructies Starten van de motor Starten van de motor Starten van de motor Starten van de motor OPMERKING! OPMERKING! Wanneer u het contactslot uit stand 0 draait, wordt de hoofdstroomschakelaar (massaschakelaar) ingeschakeld. LET OP LET OP Laat Laat de de motor, motor, nadat nadat deze is...
Pagina 131
Bedieningsinstructies Bedieningsinstructies Versnellingen kiezen Versnellingen kiezen Versnellingen kiezen Versnellingen kiezen WAARSCHUWING WAARSCHUWING Gevaar voor een dodelijk ongeluk. De machine komt mogelijk in beweging. Laat de machine nooit onbeheerd achter terwijl de motor loopt, Laat de machine nooit onbeheerd achter terwijl de motor loopt, tenzij de schakelhendel in de neutrale stand (N) staat en de tenzij de schakelhendel in de neutrale stand (N) staat en de parkeerrem is aangezet.
Pagina 132
Bedieningsinstructies Bedieningsinstructies Versnellingen kiezen Versnellingen kiezen Blokkering Blokkering Wordt gebruikt om te voorkomen dat de machine in bepaalde situaties met korte tussenpozen opschakelt en weer terugschakelt. De schakelblokkering is te activeren en deactiveren met de tuimelschakelaar op het bedieningspaneel. Wanneer er gevaar voor overtoeren bestaat, wordt de schakelblokkering automatisch opgeheven zodat er opgeschakeld kan worden.
Pagina 133
Bedieningsinstructies Bedieningsinstructies Differentieelsloten Differentieelsloten Differentieelsloten Differentieelsloten ATC (Automatic Traction Control) ATC (Automatic Traction Control) De machine is voorzien van ATC (Automatic Traction Control), wat betekent dat het overlangse differentieelslot en de zeswielaandrijving automatisch en onafhankelijk van elkaar worden bediend. Een geactiveerde ATC is de standaardmodus die u zoveel mogelijk moet zien te gebruiken.
Pagina 134
Bedieningsinstructies Bedieningsinstructies Differentieelsloten Differentieelsloten Bij activering van de permanente modus, branden het controlelampje voor de ATC en de symbolen voor het overlangse differentieelslot en de zeswielaandrijving op het instrumentenpaneel. V1091805 Controlelampje voor ATC brand bij deactivering van de ATC V1129917 1 Overlangs differentieelslot 2 Zeswielaandrijving ATC gedeactiveerd (positie 2)
Pagina 135
(sneeuwkettingen), mag u de differentieelsloten en de zeswielaandrijving niet inschakelen. OPMERKING! OPMERKING! Volvo raadt het gebruik van sneeuwkettingen af. Als u desondanks sneeuwkettingen omlegt, moet dat gebeuren in overleg met de fabrikant van de sneeuwkettingen. Het is belangrijk dat u de sneeuwkettingen correct omlegt, omdat de ruimte beperkt is en de machine beschadigd kan raken als dat onjuist gebeurt.
Pagina 136
OPMERKING! Als de waarschuwing voor lage stuurdruk op het informatiedisplay verschijnt, breng de machine dan onmiddellijk tot stilstand en V1092474 neem contact op met een door Volvo erkende werkplaats. Waarschuwing voor lage stuurdruk Hulpbesturing Hulpbesturing De machine is uitgerust met hulpbesturing via een rijafhankelijke pomp op de verdeelbak.
Pagina 137
OPMERKING! Als er zich problemen voordoen met defecte remmen, breng de machine dan onmiddellijk tot stilstand en neem contact op met een door Volvo CE erkende werkplaats. OPMERKING! OPMERKING! Als de druk in beide remkringen wegvalt, worden de motorrem en de parkeerrem automatisch aangezet om de machine tot stilstand te brengen.
Pagina 138
OPMERKING! De parkeerrem slijt abnormaal, wanneer u deze tijdens het rijden aanzet. Controleer de parkeerrem, als deze als noodrem is gebruikt. Neem contact op met een erkende Volvo-dealer. Wanneer de parkeerrem is aangezet, kan er geen versnelling worden ingeschakeld. De parkeerrem is zelfregulerend.
Pagina 139
De parkeerrem slijt abnormaal, wanneer u deze tijdens het rijden aanzet. Controleer de parkeerrem, als deze als noodrem is gebruikt. Neem contact op met een erkende Volvo-dealer. De parkeerrem wordt automatisch aangezet, als de remdruk in zowel voor- als achterkring wegvalt.
Pagina 140
Emissienormnaleving Emissienormnaleving Applies to models: Applies to models: A25G, A30G Het nabehandelingssysteem voor uitlaatgassen wordt bewaakt door diagnosefuncties in de regeleenheden om de emissies laag te houden. Als het systeem niet voldoet aan de vereisten op het gebied van de emissie, stelt de wet dat er niet op de normale manier met de machine mag worden gewerkt.
Pagina 141
Applies to models: Applies to models: A25G, A30G OPMERKING! OPMERKING! Bij machines voor de Europese markt verschijnt de tekst ‘AdBlue®’ op het display en bij machines voor de VS verschijnt ‘DEF’.
Pagina 142
Bewaking AdBlue®/DEF-kwaliteit Displaysymbool Alarmniveau Handeling AdBlue verversen - zoemer klinkt 1 Neem contact op met een - gele centrale erkende Volvo-dealer. waarschuwing brandt - symbool brandt continu V1126376 AdBlue-kwaliteit onjuist Vermogensdaling spoed - zoemer klinkt 1 Neem contact op met een...
Pagina 143
Bewaking storing SCR-systeem Displaysymbool Alarmniveau Handeling SCR-systeem controleren - zoemer klinkt 1 Neem contact op met een - gele centrale erkende Volvo-dealer. waarschuwing brandt - symbool brandt continu V1126376 Storing SCR-systeem Vermogensdaling spoed SCR-systeem controleren - zoemer klinkt 1 Neem contact op met een - gele centrale erkende Volvo-dealer.
Pagina 144
Bedieningsinstructies Bedieningsinstructies Stoppen Stoppen Stoppen Stoppen 1 Haal uw voet van het gaspedaal. 2 Druk het rempedaal in en zet de schakelhendel in de neutrale stand wanneer de machine tot stilstand is gekomen. 3 Zet de parkeerrem aan. 4 Zorg dat de laadbak omlaag staat. 5 Laat de motor minimaal enkele minuten stationair draaien voordat u de motor afzet.
Pagina 145
Bedieningsinstructies Bedieningsinstructies Stoppen Stoppen De machine kan zijn voorzien van een automatische motoruitschakeling. Dat betekent dat de motor automatisch wordt uitgeschakeld en dat de parkeerrem wordt aangezet als de motor langer dan vier minuten stationair heeft gedraaid en als aan de overige voorwaarden voor automatische uitschakeling is voldaan, zie hieronder.
Pagina 146
Bedieningsinstructies Bedieningsinstructies Stoppen Stoppen Hoofdstroomschakelaar Hoofdstroomschakelaar OPMERKING! OPMERKING! Gebruik dagelijks de hoofdstroomschakelaar (massaschakelaar) bij het uitschakelen van de machine. Wanneer u het contact naar de blokkerstand 0 draait, verbreekt de hoofdstroomschakelaar de hoofdstroom van de machine. Het verbreken van de hoofdstroom kan enige tijd duren om de verschillende machinesystemen op gecontroleerde wijze uit te schakelen.
Pagina 147
1 Sluit de afdekking van de noodschakelaar. (De tuimelaar springt automatisch naar links, naar de ingeschakelde stand (ON)). 2 Reset een eventueel geactiveerde noodstop door de noodstopschakelaar rechtsom te draaien. 3 Neem contact op met de erkende Volvo-dealer als reparatie vereist is.
Pagina 148
(extra): Het systeem werkt op de reserve-accu. Deze accu gaat zo’n 2 maanden lang mee. Na die periode moet de accu bij een erkende Volvo-dealer worden vervangen. 10 Geldt alleen voor machinemodel G: Laat een eventuele AdBlue®/DEF-tank aflopen, zie specificaties op bladzijde...
Pagina 149
- het peil van alle gebruikte oliën en vloeistoffen, - de spanning van alle riemen, - de bandenspanning, - het luchtfilter, - de status van de accu’s, - als de machine is uitgerust met een brandblussysteem (extra), moet de werking ervan door een erkende Volvo-dealer worden gecontroleerd.
Pagina 150
Bedieningsinstructies Bedieningsinstructies Maatregelen bij vastzitten Maatregelen bij vastzitten Maatregelen bij vastzitten Maatregelen bij vastzitten Stap 1 (zigzaggen/waggelen) Stap 1 (zigzaggen/waggelen) 1 Schakel alle differentieelsloten in met een druk op het voetcontact. 2 Geef gelijkmatig gas om te voorkomen dat de wielen doorslippen.
Pagina 151
Bedieningsinstructies Bedieningsinstructies Maatregelen bij vastzitten Maatregelen bij vastzitten 5 Laat het hulpvoertuig het achtereind van de laadbak omhoog en vooruit duwen, terwijl u de dumper met behulp van stap 1 probeert los te krijgen. Stap 4 Stap 4 Lostrekken met bergingshulp Lostrekken met bergingshulp Als de dumper niet is weggezakt en de wielen alleen doorslippen, kunt u de machine bergen door een trekstang, kabel of ketting...
Pagina 152
Bedieningsinstructies Bedieningsinstructies Bergen en slepen Bergen en slepen Bergen en slepen Bergen en slepen WAARSCHUWING WAARSCHUWING Gevaar voor op hol geslagen machine. Bij toepassing van de verkeerde manier van bergen of slepen of defecte uitrusting kan de machine loskomen van het slepende voertuig en daarbij ongelukken, ernstige verwondingen of de dood veroorzaken.
Pagina 153
Bedieningsinstructies Bedieningsinstructies Bergen en slepen Bergen en slepen Bergen Bergen Maak gebruik van een trekstang, kabel of ketting en bevestig deze aan de ogen aan voor- of achterzijde van de machine om deze naar een geschikte locatie of een berijdbare weg te slepen.
Pagina 154
Bedieningsinstructies Bedieningsinstructies Bergen en slepen Bergen en slepen Houd de afstand waarover u de machine sleept altijd zo kort mogelijk. Toelaatbare maximumsnelheid tijdens slepen 10 km/h (6,2 mph). Gebruik zo mogelijk een dieplader. Situatie 1 (wanneer de motor draait) Situatie 1 (wanneer de motor draait) Zet de schakelhendel in de neutrale stand en los de parkeerrem.
Pagina 155
Bedien de machine niet voordat de werking van de parkeerrem Bedien de machine niet voordat de werking van de parkeerrem hersteld is. hersteld is. Laat de werking van de parkeerrem bij een erkende Volvo-dealer herstellen. Parkeerrem mechanisch lossen Parkeerrem mechanisch lossen Wanneer de machine over een langere afstand wordt gesleept, moet de parkeerrem altijd mechanisch worden gelost.
Pagina 156
Bedieningsinstructies Bedieningsinstructies Bergen en slepen Bergen en slepen Als de parkeerrem niet met de schakelaar te lossen is als gevolg van het ontbreken van perslucht, elektrische voeding of remdruk, is de rem handmatig te lossen. Doe het volgende: Doe het volgende: 1 Machine in de onderhoudsstand zetten.
Pagina 157
Bedieningsinstructies Bedieningsinstructies Bergen en slepen Bergen en slepen Cardanas verwijderen Cardanas verwijderen Omdat de transmissie niet wordt gesmeerd wanneer de motor niet draait, moet u de cardanas tussen de transmissie en de verdeelbak loskoppelen. Zo blijft de verdeelbak gesmeerd en kan de machine worden bestuurd met behulp van de hulpbesturing.
Pagina 158
Bedieningsinstructies Bedieningsinstructies Tippen Tippen Tippen Tippen OPMERKING! OPMERKING! Houd tijdens het leegkiepen een rijsnelheid lager dan 10 km/h (6,2 mph) aan. Bij een hogere rijsnelheid kunt u de laadbak van de machine niet omhoogbrengen. Tijdens het kiepen moeten de volgende punten in acht worden genomen: zet de machine recht en met de laadbak op een egale en stevige ondergrond...
Pagina 159
Bedieningsinstructies Bedieningsinstructies Tippen Tippen hendel daar 5 seconden vast om de verwarmingsstand te activeren. Deze stand blijft geactiveerd totdat de hendel wordt losgelaten.
Pagina 160
Bedieningsinstructies Bedieningsinstructies Laadbak Laadbak Laadbak Laadbak Uitlaatverwarmde kantelbak Uitlaatverwarmde kantelbak (Extra opties) (Extra opties) Om te voorkomen dat het uitgegraven materiaal in de laadbak vastvriest, kunt u de machine uitrusten met een slangverbinding tussen de motoreenheid en de laadbak, zodat de uitlaatgassen van de motor worden gebruikt om de laadbak te verwarmen.
Pagina 161
Bedieningsinstructies Bedieningsinstructies Laadbak Laadbak Laadbak, alternatieve manier van neerlaten Laadbak, alternatieve manier van neerlaten De elektrische kiephendel bedient een PWM-klep die het elektrische signaal omzet in een hydraulische servodruk die op zijn beurt de schuifrail aanstuurt. Als er een machinestoring is die ervoor zorgt dat de laadbak niet meer kan zakken, dan kunt u de laadbak manueel laten zakken met een schroef op de kiepklep, die de schuifrail aanstuurt.
Pagina 162
Bedieningsinstructies Bedieningsinstructies Laadbak Laadbak Zijschot, omlaag- en omhoogklappen Zijschot, omlaag- en omhoogklappen (Extra opties) (Extra opties) WAARSCHUWING WAARSCHUWING Gevaar voor ernstig of dodelijk letsel. Niet goed bevestigde kopschotverhogingen kunnen bij het op- en neerklappen omlaagkomen en daarbij ernstig beknellingsletsel veroorzaken. Maak altijd gebruik van een goedgekeurde hefinrichting en de Maak altijd gebruik van een goedgekeurde hefinrichting en de juiste gereedschappen voor het op- en neerklappen van de...
Pagina 163
Bedieningsinstructies Bedieningsinstructies Laadbak Laadbak 3 Draai de boutverbindingen links- en rechtsvoor op de laadbak los en verwijder de boutverbindingen, enerzijds die aan de onderkant van het kopschot en anderzijds die bij de steunstangen voor het kopschot. V1149372 Figuur 2 OPMERKING! OPMERKING! Op de figuur staat de rechterkant van de laadbak.
Pagina 164
Bedieningsinstructies Bedieningsinstructies Laadbak Laadbak Opklappen Opklappen 1 Bevestig de hefinrichting aan de hefogen aan de randen van het kopschot, zie Figuur 1. 2 Klap het kopschot met behulp van de hefinrichting in de juiste positie, zie Figuur 3. 3 Plaats de boutverbindingen links- en rechtsvoor op de laadbak en haal ze aan, enerzijds die aan de onderkant van het kopschot en anderzijds die bij de steunstangen voor het kopschot, zie Figuur 2.
Pagina 165
Bedieningsinstructies Bedieningsinstructies Transporteren van de machine Transporteren van de machine Transporteren van de machine Transporteren van de machine WAARSCHUWING WAARSCHUWING Gevaar voor beknelling. Wie bekneld raakt tussen de motoreenheid en het frame kan ernstig of dodelijk letsel oplopen. Kijk uit voor het knikpunt terwijl de motor loopt. Kijk uit voor het knikpunt terwijl de motor loopt.
Pagina 166
1 g voorwaarts hanteren. Machine Machine De machine (met of zonder aanbouwdeel) is geproduceerd door Volvo Construction Equipment. Het gewicht van de machine gaat de 28.000 kg (61.730 lbs) niet te boven. De machine heeft nieuwe of normaal gebruikte rubberbanden of met grenen- of berkenhout omhulde velgen.
Pagina 167
Bedieningsinstructies Bedieningsinstructies Transporteren van de machine Transporteren van de machine De bevestigingspunten op de lader hebben op zijn minst dezelfde breekkracht als de verankeringen. Bevestigingen (verankeringen) Bevestigingen (verankeringen) De verankeringen zijn gedurende het hele transport voorgespannen tot ten minste 4.000 N (400 kg). De verankeringen zijn symmetrisch in paren geplaatst en bevestigd aan de daarvoor bestemde verankeringsogen op de machine.
Pagina 168
Bedieningsinstructies Bedieningsinstructies Transporteren van de machine Transporteren van de machine Instructies voor het vastzetten van lading, machine Instructies voor het vastzetten van lading, machine geladen met de voorkant naar voren geladen met de voorkant naar voren De waarden en instructies in de onderstaande tabellen gelden alleen als aan de eerder in dit hoofdstuk beschreven voorwaarden (onder het kopje ‘Voorwaarden voor het vastzetten van lading’) is voldaan.
Pagina 169
Bedieningsinstructies Bedieningsinstructies Transporteren van de machine Transporteren van de machine Wrijvingsoppervlak: rubber, grenenhout, berkenhout met rubberen afstandstukken Wrijvingsoppervlak: rubber, grenenhout, berkenhout met rubberen afstandstukken (schoon en droog of nat) (schoon en droog of nat) μ = 0,5 μ = 0,5 Toegestaan afstandsinterval verankeringen in meter (1 m = 39,4 in) Toegestaan afstandsinterval verankeringen in meter (1 m = 39,4 in) Blokken of geblokt...
Pagina 170
Bedieningsinstructies Bedieningsinstructies Transporteren van de machine Transporteren van de machine Instructies voor het vastzetten van lading, machine Instructies voor het vastzetten van lading, machine geladen met de achterkant naar voren geladen met de achterkant naar voren De waarden en instructies in de onderstaande tabellen gelden alleen als aan de eerder in dit hoofdstuk beschreven voorwaarden (onder het kopje ‘Voorwaarden voor het vastzetten van lading’) is voldaan.
Pagina 171
Bedieningsinstructies Bedieningsinstructies Transporteren van de machine Transporteren van de machine Wrijvingsoppervlak: rubber, grenenhout, berkenhout met rubberen afstandstukken Wrijvingsoppervlak: rubber, grenenhout, berkenhout met rubberen afstandstukken (schoon en droog of nat) (schoon en droog of nat) μ = 0,5 μ = 0,5 Toegestaan afstandsinterval verankeringen in meter (1 m = 39,4 in) Toegestaan afstandsinterval verankeringen in meter (1 m = 39,4 in) Blokken of geblokt...
Pagina 172
Het is belangrijk dat de hefinrichting juist gemonteerd wordt. Neem contact op met een door Volvo erkende dealer voor de Neem contact op met een door Volvo erkende dealer voor de juiste methode.
Pagina 173
Bedieningsinstructies Bedieningsinstructies Transporteren van de machine Transporteren van de machine 2 Vergrendel het knikpunt met de knikpuntblokkering, zie bladzijde 163 . 3 De contactsleutel moet in stand 0 staan. 4 Monteer de hefinrichtingen op de vooras en de voorste tandemas en haal de moeren kruiselings aan tot 200–350 Nm (148–258 lbf ft).
Pagina 174
Bedieningsinstructies Bedieningsinstructies Transporteren van de machine Transporteren van de machine 12 Bevestig vier hefstroppen aan de hefinrichtingen. Alle hefstroppen moeten dezelfde lengte hebben (minimaal 8,5 m (27,9 ft)). 13 Hef de machine op met behulp van de hefogen van de hefinrichtingen.
Pagina 175
Bedieningstechnieken Bedieningstechnieken Bedieningstechnieken Bedieningstechnieken De volgende pagina's bevatten advies en instructies met betrekking tot de bediening van de machine en voorbeelden van de wijze waarop de meest gebruikte aanbouwdelen moeten worden gebruikt. Het is belangrijk dat u de juiste bedieningstechnieken gebruikt om op veilige en efficiënte wijze te kunnen werken.
Pagina 176
Niet onnodig stationair lopen Volg echter de aanbevelingen om de machine te stoppen. Zie bladzijde 142 voor de smering van de turbo. Neem contact op met uw dealer voor meer informatie en om deel te nemen aan een Volvo-cursus in uw buurt.
Pagina 177
Bedieningstechnieken Bedieningstechnieken Lichaamstrillingen Lichaamstrillingen Lichaamstrillingen Lichaamstrillingen Lichaamstrillingen die door grondverzetmachines worden gegenereerd, hangen van verschillende factoren af zoals werkwijze, bodemgesteldheid, gekozen rijsnelheid enz. De machinist bepaalt in grote mate de uiteindelijke trillingsniveaus. Hij kiest immers zelf de rijsnelheid, werkwijze, route, enz. Dit betekent dat hetzelfde type machine een groot aantal verschillende trillingsniveaus kan hebben.
Pagina 178
Bedieningstechnieken Bedieningstechnieken Lichaamstrillingen Lichaamstrillingen - Stel de spiegels dusdanig in dat u zo min mogelijk hoeft te draaien. - Neem regelmatig pauzes, zodat u niet lang in dezelfde houding hoeft te zitten. - Spring niet uit de cabine. - Let op uw lichaamsgewicht en uw conditie.
Pagina 179
Bedieningstechnieken Bedieningstechnieken Transport bedrijf Transport bedrijf Transport bedrijf Transport bedrijf WAARSCHUWING WAARSCHUWING Gevaar voor kantelen van de machine. Gevaar voor kantelen van de machine. Hoge Hoge snelheid snelheid kan kan aanleiding aanleiding geven geven tot tot ongelukken ongelukken met met ernstige ernstige of dodelijke verwondingen.
Pagina 180
Bedieningstechnieken Bedieningstechnieken Bedrijf heuvel op of af Bedrijf heuvel op of af Bedrijf heuvel op of af Bedrijf heuvel op of af Machine bedienen op een helling omhoog Machine bedienen op een helling omhoog De machine mag normaal bediend worden op oplopende hellingen tot 30 %.
Pagina 181
Wanneer het gevaar bestaat dat de motor overtoeren maakt, wordt u gewaarschuwd op het informatiedisplay. De motor is bovendien beschermd door meerdere automatische functies, zoals: A25F en A25G Maximaal toelaatbare snelheid op aflopende - Opschakelen naar een hogere versnelling. hellingen - Uitschakeling van de lock-up.
Pagina 182
Bedieningstechnieken Bedieningstechnieken Bedrijf off-road Bedrijf off-road Bedrijf off-road Bedrijf off-road Verschillende soorten ondergrond vragen om verschillende bedieningstechnieken. Controleer de toestand van de ondergrond voorafgaand aan de werkzaamheden om te voorkomen dat de machine vastloopt. Gebruik altijd het overlangse differentieelslot en de zeswielaandrijving als het gevaar van slippen bestaat;...
Pagina 183
Bedieningstechnieken Bedieningstechnieken Werken in gevaarlijke omgevingen Werken in gevaarlijke omgevingen Werken in gevaarlijke omgevingen Werken in gevaarlijke omgevingen Werk niet te dicht bij de rand van een kade, dok, helling etc. Werk langzaam wanneer de ruimte beperkt is en controleer of er genoeg ruimte is voor de machine en de last.
Pagina 184
Bedieningstechnieken Bedieningstechnieken Werken in gevaarlijke omgevingen Werken in gevaarlijke omgevingen Smeer na werkzaamheden in water alle smeerpunten die onder water hebben gestaan, om eventueel water naar buiten te persen. Er blijft mogelijk water in de spatborden staan bij werkzaamheden in water en drassige gebieden. Laat eventueel water uit de desbetreffende spatborden aflopen, zie 268 .
Pagina 185
Bediening Bediening Vrachtwagens van Volvo Vrachtwagens van Volvo vertonen zeer goede terreineigenschappen, die u vaak kunt benutten om de transportafstand en transporttijd te verkorten. Blijf altijd op de aangewezen transportwegen. Ook als u vindt dat er een kortere weg door het terrein mogelijk is of dat u van de weg kunt afrijden om tegemoetkomende voertuigen te passeren, moet u altijd eerst toestemming vragen van de manager.
Pagina 186
Bedieningstechnieken Bedieningstechnieken Opladen Opladen Achterklep Achterklep (optionele uitrusting) (optionele uitrusting) WAARSCHUWING WAARSCHUWING Gevaar voor beknelling. Wanneer zwaar materiaal aan de laadklep blijft plakken kan de motoreenheid kantelen, wat mogelijk aanleiding geeft tot ongelukken met ernstig beknellingsletsel. Demonteer altijd de laadklep alvorens zwaar en kleverig Demonteer altijd de laadklep alvorens zwaar en kleverig materiaal te vervoeren.
Pagina 187
Bedieningstechnieken Bedieningstechnieken Afladen Afladen Afladen Afladen Tippen Tippen van ladingen van ladingen WAARSCHUWING WAARSCHUWING Gevaar voor kantelen. Gevaar voor kantelen. Hellende Hellende ondergrond ondergrond houdt houdt een een gevaar in gevaar in voor voor kantelen. kantelen. Dit Dit leidt leidt mogelijk tot ernstig of dodelijk letsel.
Pagina 188
Bedieningstechnieken Bedieningstechnieken Afladen Afladen - Zet de machine recht. Schakel de laad- en kieprem in (zie bladzijde 77 ). Duw de kiephendel achteruit naar de kiepstand en verhoog het motortoerental. - Verlaag het motortoerental net voordat de laadbak het hoogste punt bereikt.
Pagina 189
De afmetingen van de verschillende uitvoeringen vindt op 324 . bladzijde Monteer de opbouw volgens de ‘Body builder instruction’ van Volvo Construction Equipment (zie www.volvoce.com/dealers). V1137043 Hauler chassis, uitvoeringen 1 HC42 2 HC54 (1200 mm langer frame)
Pagina 190
Bedieningstechnieken Bedieningstechnieken Hauler chassis Hauler chassis Dumperchassis, extra hydraulische functies Dumperchassis, extra hydraulische functies activeren activeren De extra hydraulische functies zijn te activeren en deactiveren met de schakelaar voor extra hydraulische functies of de kiephendel op het bedieningspaneel, zie onder het kopje 8.4 Extra Extra hydraulische hydraulische functies...
Pagina 191
Bedieningstechnieken Bedieningstechnieken Signalleringsschema Signalleringsschema Signalleringsschema Signalleringsschema Gebruik wanneer het zicht van de bestuurder beperkt is, bijv. Gebruik wanneer het zicht van de bestuurder beperkt is, bijv. vanwege een grote lading, een signaalman. vanwege een grote lading, een signaalman. Hoe sneller het tillen, laten zakken of de benodigde beweging moet zijn, des te heftiger moeten de bewegingen van de signaalman zijn.
Pagina 192
Bedieningstechnieken Bedieningstechnieken Signalleringsschema Signalleringsschema RIJD IN AANGEGEVEN RIJD IN AANGEGEVEN RIJD IN AANGEGEVEN RIJD IN AANGEGEVEN HORIZONTALE AFSTAND HORIZONTALE AFSTAND RICHTING RICHTING RICHTING RICHTING Handen geven de relevante Arm horizontaal uitgestrekt met Arm horizontaal uitgestrekt met afstand aan handpalm naar beneden en kleine handpalm naar beneden en kleine langzame bewegingen naar voren langzame bewegingen naar voren...
Pagina 193
Dit hoofdstuk gaat over de veiligheidsregels bij controles en onderhoud. Volvo Construction Equipment draagt geen verantwoordelijkheid als er andere werktuigen, heftoestellen of werkwijzen gebruikt worden dan diegene in deze publicatie. In elk hoofdstuk worden er ook andere veiligheidsregels, informatie en waarschuwingen gegeven.
Pagina 194
Laadbak altijd vergrendelen alvorens u eronder te begeven. OPMERKING! OPMERKING! 220 beschrijft I Doorsmeer- en onderhoudsschema op bladzijde welk onderhoud bij een door Volvo-erkende dealer moet worden uitgevoerd en welk onderhoud de bestuurder zelf kan doen. Voor elk onderhoud moet de machine als volgt worden voorbereid.
Pagina 195
Veiligheid tijdens het onderhoud Veiligheid tijdens het onderhoud Servicestand Servicestand V1136668 1 Parkeer de machine op een stevige en effen ondergrond. 2 Zet de parkeerrem aan. 3 Vergrendel het knikpunt met de knikpuntblokkering, zie bladzijde 199 . Laat de laadbak zakken op het frame. Als er onderhoud moet worden uitgevoerd met de laadbak omhoog, zet deze dan vast met de laadbakvergrendeling;...
Pagina 196
Schade aan de machine voorkomen Gebruik uitrusting met voldoende hefcapaciteit voor het heffen of ondersteunen van de machine of delen ervan. Volvo Construction Equipment wijst alle aansprakelijkheid af bij gebruik van andere hefinrichtingen, gereedschappen, werkmethoden, smeermiddelen en onderdelen dan beschreven in dit instructieboek.
Pagina 197
Veiligheid tijdens het onderhoud Veiligheid tijdens het onderhoud Alvorens onderhoud uit te voeren, dit lezen Alvorens onderhoud uit te voeren, dit lezen Let erop dat alle bodemplaten, beschermingen, afdekkingen en kappen op de machine zijn teruggeplaatst, voordat u de motor start en de machine bedient. Houd u aan het driepuntsprincipe (twee voeten en een hand) wanneer u de voorruit schoonmaakt of schrapt.
Pagina 198
Veiligheid tijdens het onderhoud Veiligheid tijdens het onderhoud Voorbereidingen voor service Voorbereidingen voor service Voorbereidingen voor service Voorbereidingen voor service Dekplaten Dekplaten WAARSCHUWING WAARSCHUWING Gevaar voor ernstig letsel. Tijdens de werkzaamheden moet u zware onderdelen hanteren waarbij u ernstig beknellingsletsel kunt oplopen. Zet zware onderdelen vast alvorens aan de machine te gaan Zet zware onderdelen vast alvorens aan de machine te gaan werken om te voorkomen dat de onderdelen ongecontroleerd...
Pagina 199
Veiligheid tijdens het onderhoud Veiligheid tijdens het onderhoud Voorbereidingen voor service Voorbereidingen voor service Motorkap Motorkap VOORZICHTIG VOORZICHTIG Gevaar voor beknelling. Bewegende motorkap kan Gevaar voor beknelling. Bewegende motorkap kan beknellingsletsel veroorzaken. Erop letten dat niemand in de beknellingsletsel veroorzaken. Erop letten dat niemand in de buurt van de motorkap is alvorens de bedieningsschakelaar te buurt van de motorkap is alvorens de bedieningsschakelaar te gebruiken.
Pagina 200
Veiligheid tijdens het onderhoud Veiligheid tijdens het onderhoud Voorbereidingen voor service Voorbereidingen voor service Handmatig openen Handmatig openen 1 Neem het verlengstuk dat aan de voorkant zit en monteer het met de dopsleutel. V1095369 1 Dopsleutel met verlengstuk 2 Plaats de dopsleutel op de pomp en pomp totdat de motorkap in de bovenste eindstand staat.
Pagina 201
Veiligheid tijdens het onderhoud Veiligheid tijdens het onderhoud Voorbereidingen voor service Voorbereidingen voor service Sluiten Sluiten 1 Draai de klep van de motorkappomp linksom naar stand ‘omlaag’ met de dopsleutel, zie sticker. Handmatig sluiten Handmatig sluiten 1 Neem het verlengstuk dat aan de voorkant zit en monteer het met de dopsleutel.
Pagina 202
Veiligheid tijdens het onderhoud Veiligheid tijdens het onderhoud Voorbereidingen voor service Voorbereidingen voor service Laadbakblokkering Laadbakblokkering WAARSCHUWING WAARSCHUWING Gevaar voor beknelling. Gevaar voor beknelling. Geheven laadbak die niet vergrendeld staat kan omlaagvallen. Geheven laadbak die niet vergrendeld staat kan omlaagvallen. Personeel onder een vallende laadbak kan ernstige Personeel onder een vallende laadbak kan ernstige verwondingen oplopen met mogelijk dodelijke afloop.
Pagina 203
2 Tap de luchtketel af. OPMERKING! OPMERKING! Neem voor werkzaamheden aan de verschillende systemen contact op met een door Volvo erkende dealer. OPMERKING! OPMERKING! Voordat u aan de systemen gaat werken, sluit u een manometer aan om te controleren dat het systeem drukloos is.
Pagina 204
Veiligheid tijdens het onderhoud Veiligheid tijdens het onderhoud Voorbereidingen voor service Voorbereidingen voor service Accu, loskoppelen en aansluiten Accu, loskoppelen en aansluiten Loskoppelen Loskoppelen 1 Machine in de onderhoudsstand zetten. Zie bladzijde 192 . LET OP LET OP Gevaar voor schade aan de machine. Gevaar voor schade aan de machine.
Pagina 205
ECM en Engine Gateway. Geldt alleen voor machinemodel F met F-motor: doe hetzelfde met de E-ECU. Neem voor meer informatie contact op met een door Volvo erkende dealer. 3 Sluit de massakabel van het lasapparaat zo dicht mogelijk aan bij het gebied waarin u gaat lassen en zorg dat de stroom niet door lagers vloeit.
Pagina 206
Veiligheid tijdens het onderhoud Veiligheid tijdens het onderhoud Voorbereidingen voor service Voorbereidingen voor service LET OP LET OP Gevaar voor schade aan de machine. Gevaar voor schade aan de machine. Onoordeelkundig gebruik van het elektrische systeem kan tot Onoordeelkundig gebruik van het elektrische systeem kan tot schade aan de machine leiden.
Pagina 207
Veiligheid tijdens het onderhoud Veiligheid tijdens het onderhoud Brandpreventie Brandpreventie Brandpreventie Brandpreventie Er bestaat altijd gevaar voor brand. Zoek uit welk type brandblusser er op de werkplek wordt gebruikt en hoe deze werkt. Als de machine een handbrandblusser heeft, dan moet deze van het type ABE zijn (ABC in Noord-Amerika).
Pagina 208
Veiligheid tijdens het onderhoud Veiligheid tijdens het onderhoud Brandpreventie Brandpreventie bijzonder voor ongezekerde kabels, die rood zijn en gemarkeerd met R (B+): - tussen de accu’s - tussen de accu en de startmotor - tussen de dynamo en de startmotor Zorg dat de elektrische bedrading niet tegen brandstof- of olieleidingen aan kan komen.
Pagina 209
Veiligheid tijdens het onderhoud Veiligheid tijdens het onderhoud Brandpreventie Brandpreventie Handmatige stand Handmatige stand In de handmatige stand brandt zowel de groene led (‘Aan’) als de gele led (‘Handmatig’) (zie bladzijde 87 ). Het sprinklersysteem staat in de handmatige stand (de machinist activeert zelf het systeem) als de machine in bedrijf is en de parkeerrem is gelost.
Pagina 210
- bij het indrukken van de testknop op het bedieningspaneel. De sirene en de knipperlamp blijven geactiveerd, totdat u de testknop op het bedieningspaneel loslaat. Als de brandmelding nog steeds geldt, worden de sirene en de knipperlamp opnieuw geactiveerd. Neem contact op met een erkende Volvo-dealer. V1149574 1 Knipperlamp...
Pagina 211
Veiligheid tijdens het onderhoud Veiligheid tijdens het onderhoud Brandpreventie Brandpreventie Locatie voor handbrandblusser Locatie voor handbrandblusser (Extra opties) (Extra opties) Er is ruimte voor twee handbrandblussers, één in de cabine en één aan de buitenkant naast de cabinedeur. De brandblussers vormen een aanvulling op het vaste sprinklersysteem en zijn vooral bedoeld om de omgeving te beschermen en te gebruiken voor eventueel nablussen.
Pagina 212
Na activering van het sprinklersysteem moet u de motorruimte onmiddellijk reinigen met een ruime hoeveelheid water. Zie 230 voor het reinigen van de motorruimte. bladzijde Neem vervolgens zo spoedig mogelijk contact op met een erkende Volvo-dealer om het brandblussysteem (FSS) zorgvuldig te laten reinigen, repareren en herstellen.
Pagina 213
Veiligheid tijdens het onderhoud Veiligheid tijdens het onderhoud Omgaan met gevaarlijke materialen Omgaan met gevaarlijke materialen Omgaan Omgaan met met gevaarlijke gevaarlijke materialen materialen Verhitte lak Verhitte lak WAARSCHUWING WAARSCHUWING Gevaar voor inademing van giftige stoffen. Bij het verbranden van gelakte, kunststoffen of rubber onderdelen komen gassen vrij die schadelijk zijn voor de ademhalingswegen.
Pagina 214
Veiligheid tijdens het onderhoud Veiligheid tijdens het onderhoud Omgaan met gevaarlijke materialen Omgaan met gevaarlijke materialen Bij werkzaamheden aan een machine die in brand heeft gestaan of op andere wijze blootgesteld werd aan extreme hitte, dient u de volgende voorzorgsmaatregelen te nemen: Gooi handschoenen, doeken en andere zaken die in aanraking zijn geweest met verhit fluorrubber pas weg nadat u ze hebt gewassen met kalkwater (een oplossing van...
Pagina 215
OPMERKING! OPMERKING! Neem speciale maatregelen om stofverspreiding tegen te gaan. Neem voor meer informatie contact op met een door Volvo erkende werkplaats. Omdat kristallijn siliciumdioxide een van de hoofdbestanddelen is van zand en graniet, komt er bij veel werkzaamheden op bouw- en winningslocaties, zoals graven, zagen en boren, stof vrij dat kristallijn siliciumdioxide bevat.
Pagina 216
Veiligheid tijdens het onderhoud Veiligheid tijdens het onderhoud Omgaan met gevaarlijke materialen Omgaan met gevaarlijke materialen op het bouwterrein, specifieke werkinstructies, veiligheidsvoorschriften en persoonlijke beschermingsmiddelen. Controleer ook de plaatselijke en nationale voorschriften op het vlak van siliciumdioxide en silicose.
Pagina 217
Trek alle koppelingen aan. Raadpleeg uw Volvo CE-dealer voor het aanbevolen aanhaalmoment. Vervang de onderdelen bij constatering van een of meer van de onderstaande zaken. Neem voor advies contact op met uw Volvo CE-dealer. Eindkoppelingen zijn beschadigd of lekken. Buitenmantels vertonen schuurplekken of sneeën.
Pagina 218
De bladzijde weer die zijn inbegrepen in het onderhoudsprogramma van de machine. Hier wordt ook aangegeven welke activiteiten van het onderhoudsprogramma door de bestuurder zelf kunnen worden uitgevoerd en welke door een door Volvo erkende dealer moeten worden gedaan. Uitlaatcontrolesysteem Uitlaatcontrolesysteem...
Pagina 219
12000. Verricht daarna om de 1000 draaiuren een inspectiebeurt. Het is beter deze inspecties bij een door Volvo erkende Het is beter deze inspecties bij een door Volvo erkende werkplaats te laten uitvoeren.
Pagina 220
Construction Equipment-dealer te contacteren, die gekwalificeerd is om de nodige reparaties uit te voeren. Wij raden niet aan reparaties door een ander dan een erkende Volvo Construction Equipment-dealer te laten uitvoeren. Het voor- en achterchassis, de trekkoppeling en de laadbak moeten zorgvuldig op scheurvorming en defecten worden gecontroleerd, vooral de lasverbindingen.
Pagina 221
Onderhoud Onderhoud Doorsmeer- en onderhoudsschema Doorsmeer- en onderhoudsschema Doorsmeer- en onderhoudsschema Doorsmeer- en onderhoudsschema Verklaring van de symbolen Verklaring van de symbolen Deze standaardsymbolen worden toegepast in het smeer- en onderhoudsschema, zie de tabel hiernaast. Lees het Druk Banden Instructieboek V1086041 V1086088 V1095878...
Pagina 222
Onderhoud Onderhoud Doorsmeer- en onderhoudsschema Doorsmeer- en onderhoudsschema Doorsmeer- en onderhoudsschema Doorsmeer- en onderhoudsschema...
Pagina 223
Onderhoud Onderhoud Doorsmeer- en onderhoudsschema Doorsmeer- en onderhoudsschema DAGELIJKS (om de 10 draaiuren) DAGELIJKS (om de 10 draaiuren) Handeling Handeling Blz. Blz. Pos. Pos. Waarschuwingsstickers, gloeilampen/verlichting, instrumenten, remsysteem (bedrijfs- en parkeerrem), stuurinrichting, kiepfunctie en achteruitrijalarm controleren en inspecteren op uitwendige beschadiging, lekkage Extra brandstofvoorfilter, aftappen (optionele uitrusting) Brandblussysteem, controleren (Extra)
Pagina 224
Onderhoud Onderhoud Doorsmeer- en onderhoudsschema Doorsmeer- en onderhoudsschema OM DE 500 DRAAIUREN OM DE 500 DRAAIUREN Na het dagelijks onderhoud en de 50- en 250-urenbeurt Na het dagelijks onderhoud en de 50- en 250-urenbeurt (1)(2) Neem contact op met Motor, olie en oliefilter, verversen/vervangen een erkende werkplaats Neem contact op met Brandstoffilter, vervangen...
Pagina 225
Onderhoud Onderhoud Doorsmeer- en onderhoudsschema Doorsmeer- en onderhoudsschema OM DE 1000 DRAAIUREN OM DE 1000 DRAAIUREN Na het dagelijks onderhoud en de 50-, 250- en 500-urenbeurt Na het dagelijks onderhoud en de 50-, 250- en 500-urenbeurt Cabine, asbestfilter, vervangen(optionele uitrusting) Neem contact op met een erkende werkplaats Brandblussysteem, functiecontrole(Extra)
Pagina 226
Onderhoud Onderhoud Doorsmeer- en onderhoudsschema Doorsmeer- en onderhoudsschema Motor- en cabineverwarming, extra brandstoftank, beluchtingsfilter, Neem contact op met een erkende werkplaats vervangen(optionele uitrusting) Frameverlenging, boutverbindingen, aanhaalmoment, controleren Neem contact op met een erkende (geldt voor dumperchassis). Eerste keer 100 draaiuren na montage werkplaats van de verlenging.
Pagina 228
Onderhoud Onderhoud Onderhoudsbeurt, om de 10 draai-uren Onderhoudsbeurt, om de 10 draai-uren Onderhoudsbeurt, om de 10 draai- Onderhoudsbeurt, om de 10 draai- uren uren Testrit maken en het volgende controleren: Testrit maken en het volgende controleren: Dagelijks uit te voeren. Dagelijks uit te voeren.
Pagina 229
9 Controleer of er geen waarschuwingen of foutmeldingen zijn. 10 Als de machine tijdens de controle in beweging kwam, moet u de onderliggende fout verhelpen. Neem daarvoor contact op met een erkende Volvo-dealer. Retarder(optionele uitrusting) Retarder(optionele uitrusting) 1 Rij met een snelheid hoger dan 18 km/h (11,2 mph).
Pagina 230
Vul de brandstoftank om de vorming van condens tegen te gaan. OPMERKING! OPMERKING! Neem bij een probleem met een of meerdere van bovenstaande punten contact op met een erkende Volvo-dealer. Machine reinigen Machine reinigen Maak de machine regelmatig schoon met gewone autoverzorgingsproducten om het risico van schade aan de lak en andere machineoppervlakken te beperken.
Pagina 231
Onderhoud Onderhoud Onderhoudsbeurt, om de 10 draai-uren Onderhoudsbeurt, om de 10 draai-uren Adviezen voor het schoonmaken van de machine: Adviezen voor het schoonmaken van de machine: Plaats de machine op een plek die voor schoonmaakwerkzaamheden bedoeld is. Volg de aanwijzingen op die bij het te gebruiken autoverzorgingsproduct werden geleverd.
Pagina 232
Onderhoud Onderhoud Onderhoudsbeurt, om de 10 draai-uren Onderhoudsbeurt, om de 10 draai-uren Motorruimte reinigen Motorruimte reinigen WAARSCHUWING WAARSCHUWING Gevaar voor ernstig letsel. Lucht, water en stoom onder hoge druk kunnen onbedekte huid en onbeschermde ogen beschadigen. Altijd een veiligheidsbril, beschermende handschoenen en Altijd een veiligheidsbril, beschermende handschoenen en kleding dragen bij het gebruik van lucht, water of stoom onder kleding dragen bij het gebruik van lucht, water of stoom onder...
Pagina 233
Onderhoud Onderhoud Onderhoudsbeurt, om de 10 draai-uren Onderhoudsbeurt, om de 10 draai-uren Als u met perslucht reinigt, gebruik dan voor uw gemak de persluchtaansluiting bij de voorziening om de motorkap te openen. Het is raadzaam de machine voordat deze aan het einde van de werkdag wordt weggezet eerst te reinigen.
Pagina 234
Onderhoud Onderhoud Onderhoudsbeurt, om de 10 draai-uren Onderhoudsbeurt, om de 10 draai-uren Gebieden die u moet controleren en reinigen: Gebieden die u moet controleren en reinigen: 1 Gebied/ruimte boven rechter spatbord, luchtfilter, intercooler, turbo en de uitlaatpijp tussen turbo en demper. 2 Hydrauliekoliereservoir.
Pagina 235
Controleer de remwerking dagelijks voor het starten van de 226 . motor, zie bladzijde motor, zie bladzijde In geval van een incorrecte remwerking contacteert u een erkende Volvo-werkplaats. Remmentest tijdens stilstand Remmentest tijdens stilstand Via een remmentest tijdens stilstaand kunt u de staat van de remmen controleren.
Pagina 236
Onderhoud Onderhoud Onderhoudsbeurt, om de 10 draai-uren Onderhoudsbeurt, om de 10 draai-uren Remmentest starten Remmentest starten Start de remmentest door, wanneer de herinnering verschijnt, op de knop SELECT van de informatiedisplay te drukken of de functie via het servicemenu te activeren: kies Tests en daarna Remtest.
Pagina 237
Onderhoud Onderhoud Onderhoudsbeurt, om de 10 draai-uren Onderhoudsbeurt, om de 10 draai-uren Remtest Machine stoppen Hellingshoek < 3% 3 Machinestatus: Machinestatus: Het rempedaal, de parkeerrem en de laad- en Remtest kieprem mogen niet worden bediend en de neutraalstand (N) Rempedaal losgelaten moet zijn ingeschakeld.
Pagina 238
Op het informatiedisplay verschijnt de tekst Remtest Niet OK. Remtest Neem bij een mislukte remmentest contact op met een door Volvo erkende werkplaats. Na afronding of annulering van een remmentest wordt de parkeerrem aangezet en de neutraalstand (N) weer ingeschakeld.
Pagina 239
3 Haal het oliereservoir met het onderste filterelement los en verwijder het. 4 Controleer de oliekwaliteit. Vervang de olie indien deze drab bevat en dik is. Neem contact op met een door Volvo erkende dealer. 5 Controleer de onderzijde van het filterelement. Als er drap is neergeslagen moeten olie en tank worden vervangen en moet het onderste filterelement worden gereinigd.
Pagina 240
Onderhoud Onderhoud Onderhoudsbeurt, om de 250 draai-uren Onderhoudsbeurt, om de 250 draai-uren Onderhoudsbeurt, Onderhoudsbeurt, om om de de 250 250 draai- draai- uren uren Smering Smering Smeer de punten om de 250 draaiuren Smeer de punten om de 250 draaiuren V1137002 Smeerpunten (dezelfde smeerpunten aan linker- en rechterzijde van de machine) Pos.
Pagina 241
3 Keer de rotor om, plaats uw hand erin en controleer of de rotor vrij draait. Neem contact op met een door Volvo erkende dealer als de rotor niet draait. 4 Blaas schoon met perslucht.
Pagina 242
1 Machine in de onderhoudsstand zetten. Zie 2 Controleer of de inlaatmof van de laadbak gecentreerd op de uitlaatpijp is aangesloten. Neem zo nodig contact op met een erkende Volvo-werkplaats. 3 Reinig en smeer de kogels met een smeermiddel. 4 Restore the machine from service position.
Pagina 243
Onderhoud Onderhoud Onderhoudsbeurt, om de 500 draai-uren Onderhoudsbeurt, om de 500 draai-uren Onderhoudsbeurt, Onderhoudsbeurt, om om de de 500 500 draai- draai- uren uren Smering Smering Smeer de punten om de 500 uur Smeer de punten om de 500 uur V1137004 Smeerpunten Pos.
Pagina 244
Onderhoud Onderhoud Onderhoudsbeurt, om de 500 draai-uren Onderhoudsbeurt, om de 500 draai-uren Radiateur en condensor, reinigen Radiateur en condensor, reinigen WAARSCHUWING WAARSCHUWING Gevaar voor beknelling en snijletsel. Draaiende onderdelen kunnen ernstig letsel veroorzaken. Zet de motor af alvorens de machine of een onderdeel ervan te Zet de motor af alvorens de machine of een onderdeel ervan te reinigen.
Pagina 245
Onderhoud Onderhoud Onderhoudsbeurt, om de 500 draai-uren Onderhoudsbeurt, om de 500 draai-uren Remkoelolie, peil controleren en bijvullen Remkoelolie, peil controleren en bijvullen Het peil moet op 3/4 van het meetbereik van het peilglas staan, dat aan de rechterkant van de machine achter de cabine zit. Het peil wordt ook weergegeven in het informatiedisplay en bij 60 .
Pagina 246
Onderhoud Onderhoud Onderhoudsbeurt, om de 500 draai-uren Onderhoudsbeurt, om de 500 draai-uren Banden, bandenspanning controleren Banden, bandenspanning controleren Controleer zo nodig de bandenspanning. Controleer zo nodig de bandenspanning. In In de de gereedschapset gereedschapset zijn zijn een een slang slang en en een een drukmeter drukmeter aanwezig;...
Pagina 247
Onderhoud Onderhoud Onderhoudsbeurt, om de 500 draai-uren Onderhoudsbeurt, om de 500 draai-uren WAARSCHUWING WAARSCHUWING Gevaar voor explosie. Een band kan ontploffen tijdens het oppompen. Een ontploffende band kan aanleiding geven tot dodelijk letsel. Gebruik een klemnippel met een luchtslang die lang genoeg is, Gebruik een klemnippel met een luchtslang die lang genoeg is, zodat u zodat u tijdens...
Pagina 248
Minerale olie mag niet met biologisch afbreekbare hydrauliekolie worden gecombineerd. Neem voor omschakeling van minerale olie naar biologisch afbreekbare hydrauliekolie contact op met een door Volvo erkende dealer. 281 . Voor de oliekwaliteit, zie bladzijde 192 ).
Pagina 249
5 Plaats de morsbeveiliging naar beneden. 6 Controleer het oliepeil nogmaals op het peilglas. Blijft het oliepeil ondanks bijvullen wegzakken, neem dan contact op met een door Volvo erkende dealer. V1136861 1 Vulpunt, hydrauliekolie 7 Restore the machine from service position.
Pagina 250
Onderhoud Onderhoud Onderhoudsbeurt, om de 1000 draai-uren Onderhoudsbeurt, om de 1000 draai-uren Onderhoudsbeurt, om de 1000 Onderhoudsbeurt, om de 1000 draai-uren draai-uren Smering Smering Smeer de punten om de 1000 uur Smeer de punten om de 1000 uur V1137006 Smeerpunten Pos.
Pagina 251
Onderhoud Onderhoud Onderhoudsbeurt, om de 2000 draai-uren Onderhoudsbeurt, om de 2000 draai-uren Onderhoudsbeurt, om de 2000 Onderhoudsbeurt, om de 2000 draai-uren draai-uren Smering Smering Smeer de punten om de 2000 uur Smeer de punten om de 2000 uur V1137008 Smeerpunten (voor punt 1 en 4; dezelfde smeerpunten aan rechter- en linkerzijde van de machine) Pos.
Pagina 252
Onderhoud Onderhoud Onderhoudsbeurt, wanneer nodig Onderhoudsbeurt, wanneer nodig Onderhoudsbeurt, wanneer nodig Onderhoudsbeurt, wanneer nodig Brandstof, tanken Brandstof, tanken Het vulvolume vulvolume van van de de brandstoftank brandstoftank bedraagt bedraagt 380 380 liter liter (100,4 US (100,4 US gal). gal). 286 . Brandstofkwaliteit, zie bladzijde Brandstofkwaliteit, zie bladzijde Informatie over AdBlue®/DEF geldt alleen voor machinemodel G.
Pagina 253
Beschadig het filter niet en vul ook geen AdBlue®/DEF bij zonder dat er een filter geplaatst is. Vraag uw AdBlue®/DEF bij zonder dat er een filter geplaatst is. Vraag uw plaatselijke Volvo-dealer voor hulp. plaatselijke Volvo-dealer voor hulp. Gebruik...
Pagina 254
(buiten kantooruren) Voor informatie over het bestellen van AdBlue®/DEF (overige Voor informatie over het bestellen van AdBlue®/DEF (overige markten) neemt u contact op met uw lokale Volvo-dealer. markten) neemt u contact op met uw lokale Volvo-dealer. AdBlue®/DEF-tank, aftappen AdBlue®/DEF-tank, aftappen...
Pagina 255
Onderhoud Onderhoud Onderhoudsbeurt, wanneer nodig Onderhoudsbeurt, wanneer nodig 5 Verwijder de aftapslang van de frontgrille. 6 Sluit de aftapslang aan op de aftapkraan, plaats het uiteinde van de slang in een bak en laat de AdBlue®/DEF uit de tank lopen. 7 Verwijder de aftapslang en plaats deze weer in de voorgrille.
Pagina 256
Onderhoud Onderhoud Onderhoudsbeurt, wanneer nodig Onderhoudsbeurt, wanneer nodig 192 ). 1 Zet de machine in de onderhoudsstand (zie bladzijde 2 Trek de peilstok eruit. Het oliepeil moet zich tussen de markeringen bevinden. De afstand tussen de minimum- en maximummarkering op de peilstok komt overeen met een oliehoeveelheid van ca.
Pagina 257
Onderhoud Onderhoud Onderhoudsbeurt, wanneer nodig Onderhoudsbeurt, wanneer nodig Brandstofsysteem, ontluchten Brandstofsysteem, ontluchten VOORZICHTIG VOORZICHTIG Gevaar voor beknelling. Bediening van de handpomp houdt een mogelijk gevaar voor beknelling in. Houd uw vingers tijdens het ontluchten boven op de Houd uw vingers tijdens het ontluchten boven op de pomphefboom.
Pagina 258
Onderhoud Onderhoud Onderhoudsbeurt, wanneer nodig Onderhoudsbeurt, wanneer nodig 7 Sluit een transparante slang aan op de ontluchtingsnippel. 8 Verwijder de tankdop en plaats de slang in de vulpijp. 9 Open de ontluchtingsnippel en pomp met de handpomp totdat de brandstof geen luchtbellen meer bevat. 10 Sluit de ontluchtingsnippel, verwijder de slang en breng de tankdop aan.
Pagina 259
Het filter mag maximaal vijfmaal worden gereinigd. Daarna moet het worden vervangen. Vervang het filter ook als het beschadigd is. Neem voor vervanging contact op met een door Volvo erkende dealer. Als het controlelampje na reinigen/vervangen blijft branden, moet het secundaire filter worden vervangen.
Pagina 260
Onderhoud Onderhoud Onderhoudsbeurt, wanneer nodig Onderhoudsbeurt, wanneer nodig Verwijderen van het primaire filter Verwijderen van het primaire filter 192 ). 1 Zet de machine in de onderhoudsstand (zie bladzijde 2 Verwijder het deksel van het luchtfilter. 3 Reinig het deksel en de klep. 4 Reinig en controleer het primaire filter als volgt.
Pagina 261
Volvo-koelvloeistof VCS wordt gebruikt voor het bijvullen en verversen. Koelvloeistof van Volvo (VCS) is geel van kleur en de sticker bij de vulopening (zie afbeelding) geeft aan dat het systeem met deze koelvloeistof is gevuld.
Pagina 262
Onderhoudsbeurt, wanneer nodig Onderhoudsbeurt, wanneer nodig Vulopening Vulopening LET OP LET OP Volvo koelvloeistof VCS mag niet worden gemengd met andere Volvo koelvloeistof VCS mag niet worden gemengd met andere koelvloeistof of koelvloeistof of corrosiebescherming corrosiebescherming om om schade schade aan...
Pagina 263
Onderhoud Onderhoud Onderhoudsbeurt, wanneer nodig Onderhoudsbeurt, wanneer nodig 2 Aftappunt 192 . 1 Machine in de onderhoudsstand zetten. Zie bladzijde 196 . 2 Klap de voorste bodemplaat omlaag; zie bladzijde 3 Verwijder de metalen dop vóór de aftapkraan in het rechter spatbord.
Pagina 264
Onderhoud Onderhoud Onderhoudsbeurt, wanneer nodig Onderhoudsbeurt, wanneer nodig Accu’s, opladen Accu’s, opladen WAARSCHUWING WAARSCHUWING Gevaar voor ernstig letsel. Kortsluiting, open vuur of vonkvorming in de buurt van de accu kan aanleiding geven tot een explosie. Schakel Schakel de de laadstroom laadstroom uit, uit, voordat u voordat u de...
Pagina 265
Onderhoud Onderhoud Onderhoudsbeurt, wanneer nodig Onderhoudsbeurt, wanneer nodig Starten met hulpaccu’s Starten met hulpaccu’s WAARSCHUWING WAARSCHUWING Gevaar voor explosie. Accu’s kunnen exploderen door de stroomstoot bij aansluiting van een volledig opgeladen accu op een uitgeputte of bevroren accu. Verleen geen starthulp aan een machine met een volledig Verleen geen starthulp aan een machine met een volledig ontladen of bevroren accu.
Pagina 266
10 Restore the machine from service position. Gloeilamp, vervangen Gloeilamp, vervangen Neem voor de vervanging van lampjes contact op met een door Volvo erkende dealer. LET OP LET OP Risico van milieuverontreiniging. Risico van milieuverontreiniging. Gloeilampen bevatten gevaarlijke chemicaliën en vormen een Gloeilampen bevatten gevaarlijke chemicaliën en vormen een...
Pagina 267
Onderhoud Onderhoud Onderhoudsbeurt, wanneer nodig Onderhoudsbeurt, wanneer nodig 2 Zet de machine voorzichtig stil, zodat de wielophanging niet is ingeveerd. 3 Zet het groot licht of dimlicht aan. 4 Meet de hoogte H1 vanaf de grond tot het hart van de koplamp.
Pagina 268
Onderhoud Onderhoud Onderhoudsbeurt, wanneer nodig Onderhoudsbeurt, wanneer nodig Olie tussenbak, peil controleren en bijvullen Olie tussenbak, peil controleren en bijvullen Controleer regelmatig het oliepeil. Controleer regelmatig het oliepeil. 192 . 1 Machine in de onderhoudsstand zetten. Zie bladzijde 2 Verwijder de niveauplug. Het oliepeil moet aan de onderste rand van het gat staan.
Pagina 269
Onderhoud Onderhoud Onderhoudsbeurt, wanneer nodig Onderhoudsbeurt, wanneer nodig 2 Laat de motor stationair lopen. 3 De schakelhendel moet in de neutraalstand staan. 4 Wacht ca. één minuut totdat het oliepeil zich gestabiliseerd heeft voordat u het peil controleert. 5 Open het deksel van de accubak. 6 Veeg het gebied rondom de peilstok schoon.
Pagina 270
Onderhoudsbeurt, wanneer nodig Remsysteem, ontluchten Remsysteem, ontluchten Na werkzaamheden aan het remsysteem moet het worden ontlucht. Dit moet bij een door Volvo erkende dealer worden uitgevoerd. Sproeiervloeistof, peil controleren en bijvullen Sproeiervloeistof, peil controleren en bijvullen Het ruitensproeierreservoir zit aan de linkerkant van de cabine vóór het wiel, toegankelijk wanneer de motorkap is geopend.
Pagina 271
Sneeuwkettingen Sneeuwkettingen OPMERKING! OPMERKING! Volvo raadt het gebruik van sneeuwkettingen niet aan. Als u desondanks sneeuwkettingen aanbrengt, moet dat gebeuren in overleg met de fabrikant van de sneeuwkettingen. Het is belangrijk dat u de sneeuwkettingen correct aanbrengt, omdat de ruimte beperkt is en de machine beschadigd kan raken als dat onjuist gebeurt.
Pagina 272
Onderhoud Onderhoud Onderhoudsbeurt, wanneer nodig Onderhoudsbeurt, wanneer nodig 2 Verwijder de behuizing. 3 Verdraai de kunststof clips, verwijder het filter. 4 Schud de filters voorzichtig uit zonder ze te beschadigen - reinig de filters niet met perslucht, een stofzuiger of met water. 5 Breng het filter aan, zet het vast met de kunststof clips.
Pagina 273
Onderhoud Onderhoud Onderhoudsbeurt, wanneer nodig Onderhoudsbeurt, wanneer nodig Automatische centrale smering Automatische centrale smering (extra) (extra) De machine kan zijn uitgerust met een centraal smeersysteem (automatisch smeersysteem), dat automatisch een aantal punten smeert volgens een gekozen smeercyclus; zie onderstaande afbeelding. Afhankelijk van de bedrijfsomstandigheden en belasting van de machine, kunt u kiezen uit twee verschillende smeerintervallen: licht/medium...
Pagina 274
Na een hogedrukreiniging moet een continue testsmeercyclus worden 277 . uitgevoerd voor extra smering; zie bladzijde OPMERKING! OPMERKING! Voor het storing zoeken, afstellen of repareren van de pompunit neemt u contact op met een door Volvo erkende dealer.
Pagina 276
OPMERKING! OPMERKING! Als het filter beschadigd is moet de hele pomp grondig worden gereinigd. Neem contact op met een door Volvo erkende dealer. 192 . 1 Machine in de onderhoudsstand zetten. Zie bladzijde 2 Zet de laadbak omhoog en vergrendel deze met de 199 .
Pagina 277
Onderhoud Onderhoud Onderhoudsbeurt, wanneer nodig Onderhoudsbeurt, wanneer nodig OPMERKING! OPMERKING! Er zit een moer op het filter, die u niet hoeft los te draaien om het filter te verwijderen. 5 Reinig het filter grondig met diesel. Controleer dat het filter niet is beschadigd.
Pagina 278
Onderhoud Onderhoud Onderhoudsbeurt, wanneer nodig Onderhoudsbeurt, wanneer nodig Vullen smeermiddel Vullen smeermiddel Geeft het display in de cabine een te laag vetpeil aan (zie 271 ), vul het vetreservoir dan met vet. bladzijde OPMERKING! OPMERKING! Vul het vetreservoir niet voordat het display in de cabine een waarschuwing voor een te laag vetpeil laat zien.
Pagina 279
Onderhoud Onderhoud Onderhoudsbeurt, wanneer nodig Onderhoudsbeurt, wanneer nodig Systeemtest Systeemtest Doe een systeemtest om de werking van het smeersysteem te controleren of om extra te smeren. Een testcyclus is alleen mogelijk wanneer de pomp tussen twee normale smeercycli inzit (niet tijdens een lopende smeercyclus). Het contact aan- en uitzetten beëindigt de smeercyclus niet: deze wordt daarentegen hervat vanaf het oude punt zodra u het contact weer aanzet.
Pagina 280
Onderhoud Onderhoud Onderhoudsbeurt, wanneer nodig Onderhoudsbeurt, wanneer nodig Wijziging smeerinterval Wijziging smeerinterval Past het gekozen smeerinterval niet bij het werk of de bedrijfsomstandigheden van de machine, dan kunt u een ander smeerinterval kiezen op het display in de cabine. Er zijn twee smeerintervallen mogelijk: licht/medium licht/medium —...
Pagina 281
Volvo Volvo erkende erkende dealerwerkplaats. dealerwerkplaats. Was het vetreservoir verder leeg dan het min. peil voordat nieuw vet is bijgevuld en werkt het systeem niet naar behoren, dan kunnen er luchtbellen in de pompunit of één van de...
Pagina 282
Onderhoud Onderhoud Onderhoudsbeurt, wanneer nodig Onderhoudsbeurt, wanneer nodig Aanhaalmoment: 800 Nm (590 lbf ft) OPMERKING! OPMERKING! Probeer een combinatie van banden met verschillende omtrekken, van verschillende fabrikanten of met verschillende typeaanduidingen op dezelfde as te voorkomen. Dit kan onnodige slijtage aan de aandrijflijn en veranderingen in de eigenschappen van de machine veroorzaken.
Pagina 283
Bio-olie Bio-olie Wanneer u van minerale olie overstapt op bio-olie, neem dan contact op met een door Volvo erkende dealer. OPMERKING! OPMERKING! Houd rekening met het motortype van de machine en volg de instructies die voor deze motor gelden.
Pagina 287
Aanbevolen smeermiddelen Aanbevolen smeermiddelen Vet op lithiumbasis in combinatie met EP-additieven en met textureermiddel NLGI Nr. 2 zonder toevoeging van molybdeendisulfide (MoS2). Volvo Super Grease Lithium EP2 / Volvo Ultra Grease Lithium Complex EP2. Uitlaatverwarmde kantelbak Uitlaatverwarmde kantelbak Aanbevolen smeermiddelen...
Pagina 288
Op sommige markten zijn plantaardige oliën en/of esters, ook wel ‘biodiesel’ genoemd (zoals brandstof van koolzaadmethylester RME) te koop voor onverdund gebruik en als toevoeging aan dieselolie. Volvo Construction Equipment staat het gebruik toe van maximaal 7% biodiesel in dieselolie, voor zover het mengsel kant-en-klaar door een van de oliemaatschappijen wordt aangeleverd.
Pagina 289
Gebruik altijd een vloeistof die wordt gespecificeerd in ISO 22241-1. Gebruik afgetapte AdBlue®/DEF niet opnieuw. opnieuw. Om te voldoen aan de emissie-eisen US Tier 4 Final, California Tier 4 Final, en EU Stage IV, heeft Volvo nieuwe motoren ontwikkeld. Voor reductie van de stikstofoxiden (NO ) zijn deze motoren uitgerust met een selectief katalytisch reductiesysteem (SCR-system).
Pagina 290
Voor informatie over het bestellen van AdBlue®/DEF (geldt alleen voor de VS): • Volvo CE Customer Support: 1-877-823-1111 (kantooruren) • www.volvoce.com (buiten kantooruren) Voor informatie over het bestellen van AdBlue®/DEF (overige markten), neemt u contact op met uw lokale Volvo- dealer. Te nemen maatregelen na contact met AdBlue®/DEF: Te nemen maatregelen na contact met AdBlue®/DEF:...
Pagina 291
Organische materialen, COD-Mn < 15 mg/liter In geval van enige twijfel over de waterkwaliteit moet de kant-en-klaar gemengde Volvo Coolant VCS met 40% geconcentreerde koelvloeistof worden gebruikt. Meng dit product nooit met andere kant-en-klare mengsels aangezien dit schade aan de motor kan veroorzaken.
Pagina 292
Specificaties Specificaties Onderhoudscapaciteiten en verversingsintervallen Onderhoudscapaciteiten en verversingsintervallen Onderhoudscapaciteiten en Onderhoudscapaciteiten en verversingsintervallen verversingsintervallen Olie- en vloeistofvervanging, intervallen Olie- en vloeistofvervanging, intervallen Motor (1)(2) Koelvloeistof 6000 Krachtoverbrenging 2000 Verdeelbak (tussenbak) 4000 Assen Na eerste 1000, daarna elke 4000 Remkoelolie 4000 Gas-hydraulische vering 4000 Hydrauliekolie...
Pagina 293
Specificaties Specificaties Onderhoudscapaciteiten en verversingsintervallen Onderhoudscapaciteiten en verversingsintervallen Filter vervangen, intervallen Filter vervangen, intervallen Motor Motor De oliefilters Secundair brandstoffilter Primair brandstoffilter Ontluchtingsfilter, AdBlue®/DEF-tank 6000 7000 Hoofdfilter, pompunit, AdBlue®/DEF-systeem Primair filter, luchtfilter 2000 Secundair filter, luchtfilter 6000 Ontluchtingsfilter, brandstoftank 2000 (10) Extra brandstofvoorfilter (extra) (11)
Pagina 294
Specificaties Specificaties Onderhoudscapaciteiten en verversingsintervallen Onderhoudscapaciteiten en verversingsintervallen Remsysteem Remsysteem Oliedrukfilter Na eerste 1000, daarna elke 2000 Ontluchtingsfilter, remkoeloliereservoir 2000 Retouroliefilter, remkoeloliereservoir 1000 Persluchtsysteem Persluchtsysteem Droogelement 2000 Cabine Cabine Voorfilter 1000 Hoofdfilter 2000 Asbestfilter 1000 Hydrauliek Hydrauliek Ontluchtingsfilter, hydrauliekoliereservoir 1000 Retouroliefilters Na eerste 1000, daarna elke 2000 Verversingshoeveelheden...
Pagina 295
Specificaties Specificaties Onderhoudscapaciteiten en verversingsintervallen Onderhoudscapaciteiten en verversingsintervallen Totaal Totaal Brandstoftank 380 liter (100,4 US gal) 39 liter (10,3 US gal) AdBlue®/DEF-tank Extra brandstoftank, motor- en cabineverwarming, op dieselolie 39 liter (10,3 US gal) (extra) 1. Geldt alleen voor machinemodel G. 2.
Pagina 297
Specificaties Specificaties Motor Motor Opvoerpomp, brandstof Opvoerpomp, brandstof Type Tandwielaangedreven pomp Opvoerdruk, bij stationair toerental 350–450 kPa (3,5–4,5 bar) (50,8–65,3 psi) Pompverstuivers Pompverstuivers Type Elektronisch geregeld inspuitvolume en inspuittijdstip Aantal Koelventilator Koelventilator Type Hydraulisch bediend Thermostaat Thermostaat Primair systeem Primair systeem Type Wasthermostaat Aantal...
Pagina 298
Specificaties Specificaties Elektrisch systeem Elektrisch systeem Elektrisch systeem Elektrisch systeem Elektrisch systeem Elektrisch systeem Systeemspanning 24 V Accu Accu Aantal Accuspanning 12 V Accucapaciteit 170 Ah Gewicht 32,8 kg (72,3 lbs) zonder elektrolyt 45,9 kg (101,2 lbs) met elektrolyt Massaverbinding Minpool Dynamo Dynamo...
Pagina 299
Specificaties Specificaties Elektrisch systeem Elektrisch systeem OPMERKING! OPMERKING! De zekeringen zijn te testen op de printplaat. Zie FUSE TEST tussen FU04 en FU05. DI24 DI21 DI06 DI20 DI17 DI22 DI07 DI18 DI23 DI09 DI19 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22...
Pagina 309
Specificaties Specificaties Transmissie Transmissie Versnelling Versnelling Vooruit Vooruit 21,1 km/h (13,1 mph) 30,3 km/h (18,8 mph) 38,4 km/h (23,9 mph) 52,7 km/h (32,7 mph) (bij motortoerental van 2200 omw/min (36,7 omw/s)) Achteruit Achteruit 7,7 km/h (4,8 mph) 13,7 km/h (8,5 mph)
Pagina 310
Specificaties Specificaties Remsysteem Remsysteem Parkeerrem Parkeerrem Type Pneumatisch bediend, schijfrem die met veerkracht wordt aangezet. Werkt op zowel vooras als voorste tandemas door automatische activering van het differentieelslot in de verdeelbak. Bedrijfsrem Bedrijfsrem Type Hydraulisch bediend, verdeeld over twee circuits. Eén circuit voor de motoreenheid en één voor de laadeenheid.
Pagina 311
Specificaties Specificaties Persluchtsysteem Persluchtsysteem Persluchtsysteem Persluchtsysteem Persluchtsysteem Persluchtsysteem Persluchtregelaar Persluchtregelaar Inschakeldruk 810–730 kPa (8,1–7,3 bar) Uitschakeldruk (losdruk) 830–870 kPa (8,3–8,7 bar) Compressor Compressor Type Zuigercompressor met 1 cilinder Luchtketels Luchtketels Aantal Aantal 4 liter (1,06 US gal) regeneratietank 10 liter (2,64 US gal) circuittank Veiligheidsklep Veiligheidsklep Openingsdruk...
Pagina 313
Neem bij gebruik van andere banden dan hier beschreven contact op met de bandenfabrikant voor informatie over de juiste bandenspanning. Bandenspanning voor banden met belading Bandenspanning voor banden met belading A25F/A25G A25F/A25G van 24,0 ton van 24,0 ton Banden Banden V1086307 Bridgestone 23.5 R25 VLT...
Pagina 314
Specificaties Specificaties Ophanging Ophanging Ophanging Ophanging Veercilinder (GHS), specificaties Veercilinder (GHS), specificaties Aantal cilinders Slaglengte 140 mm (5,5 in) Veermiddelen Hydrauliekolie en stikstofgas...
Pagina 315
Specificaties Specificaties Cabine Cabine Cabine Cabine Algemeen Algemeen De cabine is op rubberblokken gemonteerd, geïsoleerd en voorzien van een vlakke vloer met rubbermat. Getest en goedgekeurd als veiligheidscabine. ROPS-getest conform ISO 3471-2008 en FOPS-getest conform ISO 3449-2008. Materiaal cabine-interieur Brandvertraging (brandbestendigheid) gemeten conform ISO 3795-1989.
Pagina 316
Specificaties Specificaties Geluid en trillingen Geluid en trillingen Geluid en trillingen Geluid en trillingen Hand-armtrillingen Hand-armtrillingen De hand-armtrillingen die de machine bij beoogd gebruik tijdens bedrijfsomstandigheden veroorzaakt, komen overeen met een RMS-versnelling (kwadratische gemiddelde waarde van de versnelling) kleiner dan 2,5 m/s conform ISO 8041:2005.
Pagina 317
Geluid en trillingen Geluidsniveaus Geluidsniveaus Machines met geluidsisolatie (extra) Machines met geluidsisolatie (extra) A25F A25F A30F A30F A25G A25G A30G A30G Geluidsdrukniveau (LpA) op bestuurdersplaats. Meetmethode conform ISO 6396 (meetwaarde). Bij 72 LpA dB(A) (±2 dB) 70 LpA dB(A) (±2 dB) machines geproduceerd vanaf 2015.
Pagina 319
Gewichten De gewichten gelden bij banden van het type 23.5 R25 De gewichten gelden bij banden van het type 23.5 R25 Gewicht Gewicht A25F en A25G A25F en A25G Rijklaar gewicht (incl. machinist en alle vloeistoffen) 22.520 kg 49.648 lb Voorasdruk (bij rijklaar gewicht) 13.020 kg...
Pagina 320
Specificaties Specificaties Machinegewicht Machinegewicht HC54 HC54 Gewicht Gewicht A25F en A25G A25F en A25G A30F en A30G A30F en A30G Rijklaar gewicht (incl. machinist en alle vloeistoffen) 19102 42113 19959 44002 Voorasdruk (bij rijklaar gewicht) 12765 28142 12847 28323 Tandemdruk (bij rijklaar gewicht)
Pagina 321
Specificaties Specificaties Afmetingen Afmetingen Afmetingen Afmetingen...
Pagina 322
Specificaties Specificaties Afmetingen Afmetingen Maatschets Maatschets Applies to models: Applies to models: A25F, A25G De letters op de afbeeldingen verwijzen naar de tekst op de volgende bladzijde. V1153198...
Pagina 323
Specificaties Specificaties Afmetingen Afmetingen De afmetingen gelden voor een onbeladen machine met bandenmaat 23.5 R25 De afmetingen gelden voor een onbeladen machine met bandenmaat 23.5 R25 Maat Maat inch inch Totale lengte 10218 402,3 Totale lengte, motoreenheid 4954 195,0 Totale lengte, laadeenheid 5736 225,8 Lengte van de laadbak, standaardbak...
Pagina 324
Specificaties Specificaties Afmetingen Afmetingen Maatschets Maatschets Applies to models: Applies to models: A30F, A30G De letters op de afbeeldingen verwijzen naar de tekst op de volgende bladzijde. V1153198...
Pagina 325
Specificaties Specificaties Afmetingen Afmetingen De afmetingen gelden voor een onbeladen machine met bandenmaat 750/65 R25 De afmetingen gelden voor een onbeladen machine met bandenmaat 750/65 R25 Maat Maat inch inch Totale lengte 10296 405,3 Totale lengte, motoreenheid 4954 195,0 Totale lengte, laadeenheid 5811 228,8 Lengte van de laadbak, standaardbak...
Pagina 326
Specificaties Specificaties Afmetingen Afmetingen Maatschets Maatschets Hauler chassis — HC42 Hauler chassis — HC42 De letters op de afbeeldingen verwijzen naar de tekst op de volgende bladzijde. a1° a3° V1138055...
Pagina 327
Specificaties Specificaties Afmetingen Afmetingen Maat Maat A25F/A25G HC42 A25F/A25G HC42 A30F/A30G HC42 A30F/A30G HC42 Totale lengte 9410 370,5 9410 370,5 Afstand, voorrand — achterrand laadeenheid 4435 174,6 4435 174,6 Afstand, voorkant tandem – hart kiepscharnier 4335 170,7 4335 170,7 Hoogte cabinedak...
Pagina 328
Specificaties Specificaties Afmetingen Afmetingen Maatschets Maatschets Hauler chassis — HC54 Hauler chassis — HC54 De letters op de afbeeldingen verwijzen naar de tekst op de volgende bladzijde. a1° a3° V1138056...
Pagina 330
Specificaties Specificaties Afmetingen Afmetingen Maatschets Maatschets Hauler chassis — HC59 Hauler chassis — HC59 De letters op de afbeeldingen verwijzen naar de tekst op de volgende bladzijde. a1° a3° V1138057...
Pagina 332
Specificaties Specificaties Onderhoudslogboek Onderhoudslogboek Onderhoudslogboek Onderhoudslogboek 500-urenbeurt Type onderhoud Handtekening en stempel Datum Draai-uren Preventief onderhoud Onderhoud 1000 draai-uren Type onderhoud Handtekening en stempel Datum Eerste 1000 draai-uren Preventief onderhoud Onderhoud 1500 draai-uren Type onderhoud Handtekening en stempel Datum Draai-uren Preventief onderhoud Onderhoud 2000 draai-uren Type onderhoud...
Pagina 333
Specificaties Specificaties Onderhoudslogboek Onderhoudslogboek Onderhoud 5500 draai-uren Type onderhoud Handtekening en stempel Datum Draai-uren Preventief onderhoud Onderhoud 6000 draai-uren Type onderhoud Handtekening en stempel Datum Draai-uren Preventief onderhoud Onderhoud 6500 draai-uren Type onderhoud Handtekening en stempel Datum Draai-uren Preventief onderhoud Onderhoud 7000 draai-uren Type onderhoud Handtekening en stempel...
Pagina 334
Specificaties Specificaties Onderhoudslogboek Onderhoudslogboek Onderhoud 10500 draai-uren Type onderhoud Handtekening en stempel Datum Draai-uren Preventief onderhoud Onderhoud 11000 draai-uren Type onderhoud Handtekening en stempel Datum Draai-uren Preventief onderhoud Onderhoud 11500 draai-uren Type onderhoud Handtekening en stempel Datum Draai-uren Preventief onderhoud Onderhoud 12000 draai-uren Type onderhoud Handtekening en stempel...
Pagina 335
Alfabetische index Alfabetische index Alfabetische index Alfabetische index Economisch rijden.............174 Elektrisch systeem............9, 296 Elektrische aansluiting............85 Aanbevolen smeermiddelen..........281 Elektromagnetische velden (EMF)........181 Aanpassingen..............11 Emissienormnaleving............138 Aanvullende constructies (retrofits)........12 Accu, loskoppelen en aansluiten........202 Filter automatische smering, reinigen....... 274 Accu’s, opladen..............262 Filter vervangen, intervallen..........
Pagina 336
Alfabetische index Alfabetische index Nabehandelingssysteem uitlaatgassen......9, 138 Uitlaatverwarmde kantelbak........158, 285 Nabehandelingssysteem uitlaatgassen, alarmmeldingen die bijzondere aandacht vergen..... 139 Vastzetten van lading (machine) die is opgeladen....164 Noodschakelaar..............144 Veercilinder (GHS), specificaties........312 Noodstopschakelaar............142 Veiligheid van de machinist..........121 Nooduitgang..............106 Veiligheidsgordel...............105 Veiligheidsonderdelen............21 Olie- en vloeistofvervanging, intervallen......
Pagina 338
Alfabetische index Alfabetische index Dutch Dutch...