Onderhoud
Onderhoud
232
232
Onderhoudsbeurt, om de 10 draai-uren
Onderhoudsbeurt, om de 10 draai-uren
4
3
1 Ontluchting, hydrauliekolietank en
remkoelolietank
2 Uitlaatpijp
3 Hydrauliekoliereservoir
4 Uitlaatpijp (laadbakverwarming)
1
2
2
1 Bodemplaten
2 Hydraulische pompen
1
2
V1136995
1
V1136994
Gebieden die u moet controleren en reinigen:
Gebieden die u moet controleren en reinigen:
1 Gebied/ruimte boven rechter spatbord, luchtfilter, intercooler,
turbo en de uitlaatpijp tussen turbo en demper.
2 Hydrauliekoliereservoir.
3 Luchtinlaat voor de motor.
4 Bovenzijde brandstoftank en gebied rondom
brandstofvulopening.
5 Gebied rondom vulpunt AdBlue®/DEF (geldt alleen voor G-
machines).
6 Voorverwarming, dynamo en startmotor.
7 Oliefilter en brandstoffilter.
8 Binnenzijde radiateurbehuizing en koeler en condensor; zie
241 .
bladzijde
9 In bodemplaten onder de machine en rondom de hydraulische
pompen.
Ga bij gebruik van een hogedrukreiniger uiterst voorzichtig te
Ga bij gebruik van een hogedrukreiniger uiterst voorzichtig te
werk bij het reinigen van:
werk bij het reinigen van:
1 startmotor
2 turbo
3 dynamo
4 Radiateur
5 ontluchtingen, hydrauliek- en brandstoftank en transmissie
6 aansluitingen in het algemeen
7 geluidsabsorberend materiaal