V1131638
V1091766
V1091797
V1126376
V1091801
V1091802
V1091805
Instrumentenpaneel, midden
Instrumentenpaneel, midden
1 Groot licht
1 Groot licht
Het controlelampje brandt wanneer het groot licht is
ingeschakeld, zie bladzijde
2 Zwaailicht (extra)
2 Zwaailicht (extra)
Het lampje gaat branden, wanneer het zwaailicht is ingeschakeld.
121 .
Zie bladzijde
3 Niet in gebruik
3 Niet in gebruik
4 Parkeerrem aangezet
4 Parkeerrem aangezet
Gaat branden, wanneer de parkeerrem is aangezet.
5 Oliedruk motor laag
5 Oliedruk motor laag
LET OP
LET OP
Gevaar voor beschadigingen aan de machine.
Gevaar voor beschadigingen aan de machine.
De combinatie van een waarschuwingslampje en een
De combinatie van een waarschuwingslampje en een
zoemersignaal duidt mogelijk op een ernstige storing.
zoemersignaal duidt mogelijk op een ernstige storing.
Breng de machine onmiddellijk tot stilstand en spoor de oorzaak
Breng de machine onmiddellijk tot stilstand en spoor de oorzaak
van de signalering op.
van de signalering op.
Het lampje brandt, als de druk van de motorolie te laag is.
6 Laadfunctie defect
6 Laadfunctie defect
Gaat branden wanneer de dynamo geen laadspanning levert. Als
het lampje tijdens bedrijf gaat branden, moet de oorzaak
verholpen worden omdat anders de accu's beschadigd kunnen
raken.
7 Gordelwaarschuwing
7 Gordelwaarschuwing
Gaat branden, als de motor draait en de machinist op zijn stoel
zit zonder de gordel omgedaan te hebben.
8 AdBlue®/DEF algemene waarschuwing (Geldt
8 AdBlue®/DEF algemene waarschuwing (Geldt
alleen voor machinemodel G)
alleen voor machinemodel G)
Het indicatielampje brandt continu of knippert bij een probleem
met het peil, de kwaliteit of de dosering van de AdBlue®/DEF.
9 Niet gebruikt
9 Niet gebruikt
10 Niet gebruikt
10 Niet gebruikt
11 ATC (automatische tractieregeling) uitgeschakeld
11 ATC (automatische tractieregeling) uitgeschakeld
Het controlelampje brandt wanneer de ATC-functie
(automatische tractieregeling) is uitgeschakeld.
Instrumentenpanelen
Instrumentenpanelen
77 .
37
37