2
7
8
4
5
6
3
1 Parkeer de machine op een stevige en effen ondergrond.
2 Zet de parkeerrem aan.
3 Vergrendel het knikpunt met de knikpuntblokkering, zie
bladzijde
onderhoud moet worden uitgevoerd met de laadbak omhoog,
zet deze dan vast met de laadbakvergrendeling; zie bladzijde
199 .
4 Bevestig bij elke vorm van onderhoud een
waarschuwingslabel of een rode vlag aan het stuurwiel, met
de melding dat er onderhoudswerkzaamheden worden
uitgevoerd.
5 Zet de motor uit en verwijder de sleutel.
6 Blokkeer de wielen op passende wijze, bijvoorbeeld met
wielkeggen.
7 Laat de druk af van alle leidingen onder druk en
drukreservoirs; zie bladzijde
8 Laat de machine afkoelen.
Veiligheid tijdens het onderhoud
Veiligheid tijdens het onderhoud
Servicestand
Servicestand
6
199 . Laat de laadbak zakken op het frame. Als er
200 .
193
193
V1136668