Advertenties
Overige bedieningselementen
Overige bedieningselementen
110
110
Klimaatregeling
Klimaatregeling
1
2
3
V1093212
B-stijl
1 lucht richten
2 open
3 dicht
Klimaatregeling, afstellen
Klimaatregeling, afstellen
De onderstaande aanwijzingen zijn slechts aanbevelingen. Het
ervaren cabineklimaat is een individuele kwestie. Daarom moet
iedere machinist leren de klimaatregeling in te stellen en te
bedienen voor de optimale werkomgeving in de cabine, d.w.z. de
juiste temperatuur zonder tocht.
Laat voor de optimale temperatuurregeling in de cabine zoveel
mogelijk blaasmonden open.
Recirculatiestand van luchtverdelingsknop
Recirculatiestand van luchtverdelingsknop
U kunt recirculatie instellen om de inlaat van onaangenaam
ruikende lucht te beperken. Dit vermindert ook de ophoping van
stof in de ventilatiefilters van de cabine.
Als de ruiten beslagen zijn, draai dan de ventilator- en
luchtverdelingsknop naar Ontwaseming
ventilatiefilter van de cabine gereinigd, gecontroleerd of
vervangen worden, zie bladzijde
Voor het instellen van...
Voor het instellen van...
... een comfortabele werktemperatuur:
... een comfortabele werktemperatuur:
Alle blaasmonden volledig open.
Tijdens warm buitenklimaat - airconditioning inschakelen.
Ventilatorregeling in stand AUT.
Temperatuurregeling ingesteld op de gewenste temperatuur
Luchtverdelingsknop in stand AUT.
... ontwaseming van alle ruiten:
... ontwaseming van alle ruiten:
Controleer of de recirculatie is uitgeschakeld.
Blaasmonden op zijstijlen gericht op achterruit/zijruiten.
De luchtverdelingsknop in ontwasemingsstand, wat zorgt voor:
- Maximale verwarming.
- Maximale airconditioning, voor zover aanwezig.
- Hoogste ventilatorsnelheid.
Om het risico te beperken dat ruiten aan de binnenkant
beslaan, reinigt u ze met een gewone ruitenreiniger.
Ontwaseming. Zo nodig moet het
269 .
Advertenties
