,
De oven mag enkel in inge-
bouwde toestand worden gebruikt.
Om optimaal te kunnen werken, heeft
de oven een voldoende toevoer van
koellucht nodig.
Let erop dat de toevoer van koellucht
niet wordt belemmerd (bijv. door de
inbouw van warmte-isolatielijsten in
de inbouwkast).
Bovendien mag de vereiste koellucht
niet door andere warmtebronnen
(bijv. kachels op vaste brandstof)
overmatig worden verwarmd.
Vóór de inbouw
^ Zorg ervoor dat het desbetreffende
stopcontact stroomloos is.
Oven inbouwen
^ Sluit de oven aan op het elektriciteits-
net.
De deur kan beschadigd raken wan-
neer u de oven vastneemt aan de
deurgreep om het toestel te dragen.
Gebruik de greepholtes aan weers-
zijden van de behuizing om het toe-
stel te dragen.
Voordat u het toestel inbouwt, doet u er
goed aan de deur te verwijderen (zie
"Reiniging en onderhoud - Deur verwij-
deren") en het toebehoren uit het toe-
stel te nemen. De oven is dan lichter
wanneer u het toestel in de inbouwkast
schuift. En u voorkomt dat u het toestel
per ongeluk aan de deurgreep
vastneemt om het te dragen.
Oven inbouwen
^ Schuif de oven in de inbouwkast en
zet het toestel waterpas.
^ Open de deur, als u deze niet hebt
verwijderd.
^ Bevestig de oven met de meegele-
verde schroeven op de zijwanden
van de inbouwkast.
^ Als u de deur had verwijderd, plaatst
u deze terug (zie rubriek "Reiniging
en onderhoud - Deur plaatsen").
95