ECO/SPORT-modus
Zet de verstelbare knop naar voren om de
ECO-modus in te schakelen.
Trek de verstelbare knop naar achteren om
de SPORT-modus in te schakelen.
ATTENTIE
•
Nadat de rijmodus is
ingeschakeld, brandt het ECO/
SPORT-indicatielampje en
verandert de achtergrond van
het instrumentencluster en het
touchscreen op de middenconsole
tegelijkertijd.
•
De ECO-modus biedt een betere
actieradius dan de SPORT-modus.
SNEEUW-modus
Als u op gras, sneeuw, ijs of grind rijdt,
wordt de SNEEUW-modus aanbevolen.
Druk op de SNEEUW-modusknop om deze
modus in/uit te schakelen.
Als de SNEEUW-modus is ingeschakeld,
verandert de achtergrond van het
instrumentencluster in de SNEEUW-modus
en brandt de indicatie
op het instrumentencluster.
Omschakelen naar
stuurhulp
Tik op
/
> Voertuiginstellingen >
Aanpassing rijcomfort > Stuurhulp op het
touchscreen van de middenconsole om de
Stuurhulpmodi te selecteren.
•
Comfort: Vermindert de inspanning
die nodig is om het stuur te draaien. De
auto stuurt eenvoudiger bij het rijden en
parkeren.
•
Sport: Vergroot de inspanning die nodig
is om het stuur te draaien. Bij het rijden
met hogere snelheden voelt de auto
responsiever aan.
ATTENTIE
•
Voor een beter rijcomfort wordt
aanbevolen om de stuurhulpmodus
in te stellen voordat u gaat rijden.
•
Als de auto in de SNEEUW-modus
staat, kan de stuurhulpmodus
niet worden aangepast. De
stuurhulpmodus die voorafgaat aan
het inschakelen van de SNOW-modus
wordt standaard gebruikt.
SNEEUW-modus
08
87