Druk op de BSD-knop
Snelle instellingen naar beneden of tik op
/
> DiPilot op het touchscreen van de
middenconsole om Dodehoekdetectie in
te schakelen. Als de functie is ingeschakeld,
gaat de BSD-indicatie
instrumentencluster branden.
ATTENTIE
•
De BSD onthoudt standaard wat de
aan/uit-status van deze functie was
bij de vorige rijcyclus.
Dodehoekdetectie (BSD)
Als de radarsensoren detecteren dat er
zich een voertuig in de dode hoek van een
buitenspiegel bevindt als de auto met een
snelheid van meer dan 30 km/u rijdt, gaat
het alarmindicatielampje op de betreffende
buitenspiegel branden. Als op dat moment
de richtingaanwijzers aan dezelfde zijde
branden, gaat het waarschuwingslampje
op de betreffende buitenspiegel knipperen
om de bestuurder te waarschuwen voor
mogelijk gevaar als hij of zij toch van
rijstrook wil wisselen.
Zijwaartse hulp
Als de radarsensoren detecteren dat er een
voertuig snel nadert vanaf de volgende
rijstrook terwijl de auto sneller rijdt dan
30 km/u, gaat het waarschuwingslampje
op de betreffende buitenspiegel branden.
Als op dat moment de richtingaanwijzers
aan dezelfde zijde branden, gaat het
waarschuwingslampje op de betreffende
buitenspiegel knipperen om de bestuurder
106
of trek het menu
op het
te waarschuwen voor mogelijk gevaar als
hij of zij toch van rijstrook wil wisselen.
Waarschuwing voor kruisend
verkeer achter (RCTA)
Het RCTA-systeem maakt gebruik van
radarsensoren om bewegende voertuigen
aan de linker- en rechterkant te detecteren
als de auto achteruitrijdt en waarschuwt
de bestuurder voor een risico op een
aanrijding.
Als het RCTA vaststelt dat er een
aanrijding dreigt met voertuigen die
tijdens het achteruitrijden van de linker-
en rechterzijde naderen, knippert het
waarschuwingslampje op de betreffende
buitenspiegel om de bestuurder te
waarschuwen voor mogelijk gevaar als hij
verder achteruitrijdt en om hem eraan te
herinneren voorzichtig te rijden.
Waarschuwing voor aanrijding
achter (RCW)
Als de radarsensoren een snel naderend
achterop komend voertuig detecteren en er
een aanrijdingsrisico bestaat terwijl de auto
zelf met een snelheid van meer dan 5 km/
u rijdt, gaan de richtingaanwijzer op het
instrumentencluster en de alarmlichten op
beide buitenspiegels branden en knipperen
om de bestuurder eraan te herinneren
voorzichtig te rijden.
Waarschuwing bij opening
portier (DOW)
Als het portier wordt geopend terwijl de
auto in de parkeerstand staat, maakt DOW
gebruik van de radarsensoren achter om
doelen op korte afstand achter en opzij
van de auto te identificeren en slaat het
systeem alarm via de DOW-indicatie op de
buitenspiegels om mogelijke ongevallen te
voorkomen.
BSD uitschakelen
Als de BSD is ingeschakeld, drukt u op de
BSD-knop
of gaat u naar het menu
Snelle instellingen of tikt u op
DiPilot op het touchscreen van de
middenconsole om het uit te schakelen.
>
/