Lendensteunafstelling: druk op het
voorste of achterste deel van de knop
om de lendensteun te versterken of
te verzwakken; druk op het bovenste
of onderste deel van de knop om de
lendensteun te verhogen of te verlagen.
ATTENTIE
•
De rugleuningcontour van de
voorstoel kan worden gewijzigd. De
steun kan worden aangepast aan
de vorm van de wervelkolom, zodat
de bestuurder en de voorpassagier
correct en comfortabel kunnen zitten.
Beensteunverstelling: trek aan de hendel
van de telescopische beensteun onder de
stoel, beweeg de beensteun naar voren/
achteren in de juiste stand en laat deze
vervolgens los.
WAARSCHUWING!
De stoel moet correct zijn afgesteld,
•
om ervoor te zorgen dat het rempe-
daal volledig kan worden ingetrapt.
In dit geval moet de zitpositie zo ver
mogelijk naar achteren staan om
comfortabel te kunnen rijden en de
bediening te vereenvoudigen.
Stoelgeheugen
Geheugenknop
SET
"Set"-knop
1
"1" geheugenknop
2
"2" geheugenknop
Het stoelgeheugen instellen
Als de auto is ingeschakeld en in de
parkeerstand (Park) staat, stelt u de
stoelgeheugenfunctie als volgt in nadat
u de bestuurdersstoel, de linker/rechter
buitenspiegels en het stuurwiel in de
gewenste stand hebt gezet:
Nadat u op de knop "SET" hebt gedrukt,
•
drukt u binnen de volgende 3 seconden
op de geheugenknop "1" of "2". De
zoemer zal dan klinken en een melding
"positie ingesteld" zal verschijnen.
Druk gelijktijdig op de "SET" knop en op
•
de "1" of "2" geheugenknop. De zoemer
klinkt en er verschijnt een prompt met
de tekst "positie ingesteld".
06
49