een korte rijperiode geen al te duidelijke
effecten vertonen, waardoor het
stroomverbruik toeneemt en de actieradius
afneemt. Na een langere rijperiode zal
de accutemperatuur natuurlijk stijgen,
waardoor het minder noodzakelijk
wordt om de accu op te warmen. Om
de rijervaring te verbeteren, wordt het
temperatuurcontrolesysteem van de accu
hoofdzakelijk gebruikt om de laadprestaties
bij lage temperatuur te garanderen.
Neem in geval van nood de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht:
WAARSCHUWING!
•
Maak geen direc
t contact met de
hoogspanningsaccu om persoonlijk
letsel te voorkomen.
•
Neem zo spoedig mogelijk contact op
met een door BYD erkende dealer of
serviceprovider.
•
Als de hoogspanningsaccu beschadigd
is en er vloeistof lekt, vermijd dan
direct contact met deze vloeistoffen.
Als de vloeistoffen wel in contact
komen met huid of ogen, moet u het
getroffen gedeelte met voldoende water
wassen en onmiddellijk medische hulp
inroepen.
•
Als de auto in brand vliegt, blust u
het vuur met een overmaat aan water
en gebruikt u geen blusmiddelen op
waterbasis.
WAARSCHUWING!
•
Om de veiligheid van de
hoogspanningsaccu te verzekeren, moet
de auto tijdens het parkeren uit de buurt
worden gehouden van ontvlambare
stoffen, explosieven, warmtebronnen
en gevaarlijke chemicaliën.
•
De auto moet uit de buurt van
warmtebronnen worden geparkeerd en
lange blootstelling aan zonlicht moet
worden vermeden om de levensduur
van de hoogspanningsaccu te
verlengen.
•
De gebruiker mag zelf geen
accukoelvloeistof bijvullen. Dit mag
alleen worden uitgevoerd bij door BYD
erkende dealers of serviceproviders.
166
Ander onderhoud
Onderhoud van de banden
Om de veiligheid te garanderen, moeten
het type en de maat van de banden
overeenstemmen met de specificaties
van de auto. Het profiel en de spanning
van de banden moeten steeds worden
gecontroleerd.
Bandenspanning
De bandenspanningswaarden voor de
betreffende auto's vindt u op de sticker op
de linker B-stijl.
Op het instrumentencluster kan
worden gecontroleerd of de huidige
bandenspanningswaarden normaal
zijn. Zie Rijden-Veiligheidshulp-
Bandenspanningscontrole.
WAARSCHUWING!
•
Een te lage bandenspanning verergert
de doorbuiging van de band. Door
oververhitting kunnen banden gaan
scheuren. Een te hoge of te lage
bandenspanning versnelt de slijtage
van de banden, vermindert de
stabiliteit van de auto en verhoogt het
risico op verkeersongevallen.
ATTENTIE
•
Als u de bandenspanning controleert,
mag de band niet warm zijn. De
bandenspanning zal stijgen naarmate
de temperatuur stijgt, waardoor deze
iets boven de opgegeven spanning
komt te liggen. In dit geval is het niet
nodig de druk te verlagen.
•
Houd het gewicht van passagiers
en bagage in evenwicht, vermijd
hellingen en pas de spanning aan bij
de belading van de auto.
•
Zorg ervoor dat u het ventieldopje
weer aanbrengt, nadat u de
bandenspanning hebt gecontroleerd.