22.5 Instelwaarden voor modulerende Remeha ketels in enkelvoudige opstel-
lingen voor de series: Quinta en Gas 210 ECO.
De fabrieksinstellingen zijn zo gekozen, dat alleen die instellingen moeten worden
aangepast die afhankelijk zijn van de installatie, zoals stooklijn, tijdprogramma en
dergelijke.
22.6 Instelwaarden voor modulerende Remeha ketels in cascadeopstelllingen.
Om van een goede werking van een cascadeopstelling zeker te zijn is het noodza-
kelijk, naast de aanpassingen aan de installatie, de volgende instellingen volgens
de onderstaande tabellen te programmeren.
Het instellen gaat op de volgende wijze:
- Kies de betreffende instelling
- Kies van de aangesloten ketels degene voor welke de instellingen gelden met
behulp van de
middel van punten aangegeven hoeveel ketels er zijn aangesloten. De punt van
de ketel waarvan de instelling is geselecteerd knippert.
Tabel 33.
Tabel 34.
22.7 Installaties met groepenregelaar rematic
Om de communicatie tussen de regelaars zeker te stellen is het noodzakelijk
om zowel op de masterregelaar als ook op de groepenregelaar zelf de volgende
instellingen te doen.
Tabel 35.
toets. Op het display wordt op de plaats van de tijdbalk door
®
2940 C3 UML-F en/of 2945 C3 MUMUL-F
75