16.2.2 Display
De ingeschakelde functies worden getoond in de display.
- De functies die aan de toetsen in de linker rij toegewezen zijn (met de even num-
mers), worden met het bijbehorende symbool en met de code van het uitgangs-
signaal aangeduid (bijvoorbeeld
- De functies, die aan de toetsen in de rechterrij toegewezen zijn (met de oneven
nummers), worden met de code van het uitgangssignaal aangeduid (bijvoor-
beeld F-5).
Bovendien verschijnt bij iedere functie de toestand van het uitgangssignaal
.
16.2.3 Beëindigen van de testfunctie
De functie wordt automatisch beeindigd, als er gedurende 20 minuten geen toets
ingedrukt wordt. De display keert dan terug naar de normale aanduiding. De
werking van de regelaaruitgangen wordt dan weer bepaald door de regelaar.
Bij het wisselen naar een ander installateursniveau worden alle uitgangsfuncties
uitgeschakeld.
en A-4).
61
of