6
ALGEMEEN
6.1 Installatieaanwijzingen en voorbereiding voor inbedrijfname
De elektrische installatie en beveiliging moeten voldoen aan plaatselijke voorschrif-
ten. Het verdient de voorkeur de regelaar continu onder spanning te laten. Daarom
moeten slechts schakelaars in de voeding worden opgenomen, die standaard in de
bedrijfsstand blijven staan. (Zie hoofdstuk 15 voor verdere installatieaanwijzingen).
Als de installatie correct geïnstalleerd en bedrijfsklaar is, controleert u dan voor
de zekerheid of:
- de elektrische zekering in orde is,
- alle connectoren en stekers zijn aangesloten,
- de benodigde voelers op de juiste klemmen zijn aangesloten,
- de schakelaars zijn ingeschakeld.
Na het inschakelen van de spanning wordt in de display van de regelaar het
basisbeeld zichtbaar.
Druk de verzonken resettoets in, die zich bij het 2 e bedieningsniveau aan de
rechter zijkant bevindt, als er geen beeld in de display verschijnt. Stel daarna
indien nodig, de dag en tijd in. De resetfunctie start de processor van de regelaar,
maar verandert noch de instelwaardes noch het tijdprogramma. Bedien de reset-
toets rechtstandig met een dun voorwerp.
Aanwijzing: de regelaar initialiseert zichzelf na iedere spanningsonderbreking of
afschakeling. Hierbij worden gegevens uitgewisseld met de beveiligingsautomaten.
Gedurende deze actie kan een tapwatertemperatuur van 99 °C in de display te
zien zijn.
29