De regelaars sturen de volgende Remeha ketels modulerend aan: - Remeha Quinta 45/65 - Remeha Gas 210 ECO Daarnaast kunnen de regelaars ook toegepast worden in combinatie met Remeha ketels met aan-uit of hoog-laag sturing. De in deze documentatie gepubliceerde gegevens zijn gebaseerd op de meest recente informatie.
Pagina 3
Voor de installateur ® Deze rematic weersafhankelijke regelaars zijn moderne elektronische apparaten, conform de CE-richtlijnen. Correct geprogrammeerd, zorgen zij er in combinatie met een juist uitgevoerde verwarmingsinstallatie voor dat gedurende de geprogrammeerde tijden op de gewenste temperaturen verwarmd wordt. De meeste instellingen behoeven slechts éénmalig bij inbedrijfstelling door u te worden uitgevoerd.
® rematic 2945 C3 K Voorwoord 1 Veiligheidsvoorschriften Toepassing volgens de voorschriften Veiligheid Gevaar 2 Uw Verwarmingsregelaar Wat kunt u van uw verwarmingsregelaar verwachten? Wat u als gebruiker zelf kunt instellen Bedieningstoetsen en informatie op het scherm (voor de gebruiker) Overzicht van de informatie op het scherm 3 Instellingen (voor de gebruiker) Verwarmingsgroep kiezen (bij 2-groepsinstallaties)
Pagina 5
8 Instellen van de regelaar (voor installateurs) Het vastleggen van de instellingen Algemene handelwijze 8.2.1 Instellingen uitvoeren in het 3e bedieningsniveau 8.2.2 Instellingen uitvoeren in het 4e t/m 6e bedieningsniveau 9 Instellingen in bedieningsniveau 3 Stooklijn (instellingen 3-0 en 3-2) 9.1.1 Instellen van de steilheid en het voetpunt van de stooklijn 9.1.2 Corrigeren van de stooklijn 9.1.3 Gelijkmaken van de gewenste- en gemeten temperatuurwaardes...
Pagina 6
® rematic 2945 C3 K 11 Instellingen in bedieningsniveau 5 11.1 Maximale vermogen per ketel (parameter 5-0) 11.2 Indeling in groepen (parameter 5-1) 11.3 Inschakelpercentage voor de volgende ketel (parameter 5-2) 11.4 Minimale retourtemperatuur (parameter 5-3) 11.5 Minimale ventilatortoerental bij uitgeschakelde ketel (parameter 5-4) 11.6 Wijze van retourtemperatuur bewaking (parameter 5-5) 11.7...
Pagina 7
22.2 Bedieningsniveau 4 22.3 Bedieningsniveau 5 22.4 Bedieningsniveau 6 22.5 Instelwaarden voor modulerende Remeha ketels in enkelvoudige opstellingen voor de series: Quinta en Gas 210 ECO. 22.6 Instelwaarden voor modulerende Remeha ketels in cascadeopstelllingen. ® 22.7 Installaties met groepenregelaar rematic...
® rematic 2945 C3 K VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN 1.1 Toepassing volgens de voorschriften ® De bovengenoemde rematic regelaars zijn moderne elektronische apparaten. De regelaar voldoet aan de volgende EU-richtlijnen: - 73/23/EWG "Laagspanningsrichtlijn" - 89/336/EWG "EMV-richtlijn", met bijbehorende wijzigingsrichtlijn 92/31/EWG. De regelaar is bestemd voor toepassing met een verwarmingsinstallatie volgens de specificaties van de fabrikant.
UW VERWARMINGSREGELAAR 2.1 Wat kunt u van uw verwarmingsregelaar verwachten? Correct geprogrammeerd, zorgt hij er, in combinatie met een juist uitgevoerde verwar- mingsinstallatie, voor dat gedurende de geprogrammeerde tijden op de gewenste temperaturen verwarmd wordt, met een zo laag mogelijk energieverbruik. 2.2 Wat u als gebruiker zelf kunt instellen Als gebruiker kunt u de volgende instellingen zelf aan de regelaar uitvoeren: - de cv-groep selecteren, waarvoor de instellingen moeten gelden (alleen bij 2-groeps...
® rematic 2945 C3 K 2.3 Bedieningstoetsen en informatie op het scherm (voor de gebruiker) omschakeltoets cv-groep (alleen bij 2-groepsrege- laars) bedieningsniveau bedieningsniveau resettoets (verzonken) t/m 6 bedienings- niveau (alleen voor de installateur) Afb 02. Deze afbeelding toont het apparaat zonder kap. e bedieningsniveau Toetsen van het 1 Tabel 01.
Toetsen van het 2 bedieningsniveau (toegankelijk na het verwijderen van de kap) Tabel 02 De toetsen van het 3 e bedieningsniveau die de gebruiker mag bedienen Tabel 03. Alle andere instellingen mogen alleen door gekwalificeerde installateurs uitgevoerd worden. Ondeskundige veranderingen kunnen leiden tot een te hoog energieverbruik, verkeerde werking of verminderde levensduur van de verwarmingsinstallatie.
® rematic 2945 C3 K INSTELLINGEN (VOOR DE GEBRUIKER) 3.1 Verwarmingsgroep kiezen (bij 2-groepsinstallaties) Bij 2-groepsinstallaties zijn de beide gescheiden cv-groepen te herkennen aan de verschillende achtergrondkleuren in de display (rood of groen). De installateur zal u mededelen, welke kleur bij welke cv-groep hoort. Nadat de achtergrondkleur van de display voor de gewenste cv-groep is ingesteld, kunt u de instellingen zoals beschreven op de volgende bladzijden uitvoeren.
3.2.2 Nachttemperatuur - Druk éénmaal op de toets. Rechts in de display verschijnt de ingestelde ruimtetemperatuur voor nachtbedrijf. - Stel een lagere Afb 06. respectievelijk hogere temperatuur in door op de [-] respectievelijk [+]-zijde van de toets te drukken. De temperatuur wordt ingesteld in stappen van 0,5 °C. Als één zijde van de toets continu in gedrukt gehouden wordt, verloopt de temperatuurinstelling steeds sneller.
® rematic 2945 C3 K - Druk één of meerdere malen op de toets om van verwarmingsprogramma te wisselen. Bij iedere keer indrukken van de toets springt de markering één positie Afb 07. naar rechts. 3.4 “Partyfunctie” inschakelen Met de “partyfunctie” wordt de actuele bedrijfstoestand, zoals door het tijdprogramma voorgeschreven is, gewijzigd: de partytoets schakelt van nacht- naar dagbedrijf of omgekeerd.
3.6 Stooklijn aanpassen De basisinstelling van de stooklijn wordt door de installateur uitgevoerd. Indien nodig, als de ruimtetemperatuur te laag of te hoog is, kan de gebruiker zelf kleine aanpas- singen aan de steilheid en het voetpunt van de stooklijn uitvoeren, volgens de volgende tabel.
® rematic 2945 C3 K 3.6.1 De steilheid van de stooklijn wijzigen - Verwijder de kap en druk op de [-] of [+]-zijde van toets De aanduiding van de huidige ingestelde waarde verschijnt. - Stel de nieuwe waarde in door op de [-] respectievelijk [+]-zijde van deze toets te drukken.
- Open de kap en druk één maal op de toets Rechts in de display verschijnt de ingestelde watertemperatuur. - Stel een lagere respectievelijk hogere temperatuur in door op de [-] respectievelijk Afb 12. [+]-zijde van de toets te drukken. De temperatuur wordt ingesteld in stappen van 1°C.
® rematic 2945 C3 K TEMPERATUREN UITLEZEN, DISPLAY VAN DE UITGANGEN VAN DE REGELAAR Alle door de regelaar gemeten temperaturen kunnen getoond worden. Afhankelijk van de installatie kunnen dit maximaal zijn: Tabel 06. - Druk toets één- of meerdere malen in. Na elkaar worden de diverse gemeten temperaturen met de...
AUTOMATISCHE PROGRAMMA’S 5.1 Wetenswaardigheden over automatische programma’s Met behulp van automatische programma’s kunt u uw verwarmingsinstallatie (ruimte- verwarming en warmtapwaterbereiding apart) regelen volgens uw behoeftes. In een automatisch programma legt u de tijden vast, gedurende welke de ruimte- respec- tievelijk warmtapwatertemperatuur moet overeenkomen met de ingestelde waarde. Gedurende de overige tijden geldt de nachttemperatuur, respectievelijk blokkering van de warmtapwaterbereiding.
5.4 Kiezen en aanpassen van de automatische programma's Als één van de bovenomschreven standaardprogramma’s aan uw behoeftes voldoet, kunt u het kiezen en ongewijzigd overnemen, zie “standaardprogramma kiezen” in paragraaf 5.4.1. Voor ruimteverwarming en warmtapwaterbereiding kunnen verschillen- de standaardprogramma’s gekozen worden en deze kunnen onafhankelijk van elkaar veranderd worden.
Pagina 22
® rematic 2945 C3 K - Druk toets opnieuw in. Nu wordt "Act" voor het actuele warmtapwa- terprogramma getoond. Door de fabriek is standaardprogramma 1 als actueel programma gekozen. Afb 18. - Druk toets zo vaak in als nodig is om het nummer van het gewenste standaardprogramma in de display te laten verschijnen.
5.4.2 Aanpassen van het automatische programma U kunt, zoals in het vorige hoofdstuk is beschreven, ieder standaardprogramma als actueel program- ma kiezen en het verwarmingsperioden dan aanpassen aan uw behoeftes. Zoekt u daarvoor het stan- daardprogramma uit, dat het dichtst bij uw wensen komt.
Pagina 24
® rematic 2945 C3 K - Verschuif de tijdmarke- ringen indien nodig, over de tijdbalk naar het gewenste tijdstip met toets ([-] of [+]-zijde indrukken) (in het voorbeeld, naar 4.00 uur). Het verschui- Afb 23. ven gaat in stappen van 15 minuten. - Voeg met toets verwarmingsperiodes in of verwijder ze (seg-...
5.4.3 De automatische programma’s opvragen/testen U kunt alle schakeltijden van het huidige- en van de standaardprogramma’s opvragen en testen. - Druk toets vaak in als nodig is om het gewenste programma te tonen (in het voorbeeld het actu- ele ruimteverwarming programma, aangeduid Afb 25.
Pagina 26
® rematic 2945 C3 K - Druk toets éénmaal in. Programma 3 geldt nu als actueel programma voor ruimteverwarming. Afb 28. - Druk op toets . De normale display verschijnt. (Na 1 minuut springt de display auto- matisch terug naar de normale stand).
Pagina 27
- Verschuif het tijdsegment met toets ([-] kant 6 maal indruk- ken) over de tijdbalk naar 5.30 uur. Afb 32. - Voeg met toets verwarmingsperioden van 15 min. toe (zijde indrukken en zo de segmenten "opvullen" tot 7.00 uur). Afb 33. Het veranderde programma wordt meteen opgeslagen.
® rematic 2945 C3 K 5.6 Individuele automatische programma’s (met tabel) U wilt een geheel aan uw eigen behoeftes aangepast programma instellen. - Noteer eerst uw eigen tijdprogramma in de volgende tabel. Tabel 13. - Vergelijk uw gewenste programma met de vier standaardprogramma's in paragraaf - Kies het standaardprogramma, dat het beste uw gewenste programma benadert.
ALGEMEEN 6.1 Installatieaanwijzingen en voorbereiding voor inbedrijfname De elektrische installatie en beveiliging moeten voldoen aan plaatselijke voorschrif- ten. Het verdient de voorkeur de regelaar continu onder spanning te laten. Daarom moeten slechts schakelaars in de voeding worden opgenomen, die standaard in de bedrijfsstand blijven staan.
® rematic 2945 C3 K BEDIENINGSTOETSEN EN INFORMATIE OP HET SCHERM Omschakeltoets cv-groep (alleen bij 2-groepsrege- laars) 1 e bedieningsniveau 2 e bedieningsniveau resettoets (verzonken) 3 e t/m 6 e bedieningni- veau (alleen voor instal- lateurs) Afb 34. De toetsen van het 1 en 2 bedieningsniveau worden uitgelegd in hoofdstuk “2.3 Bedieningstoetsen en informatie op het scherm (voor gebruikers)”.
INSTELLEN VAN DE REGELAAR (VOOR INSTALLATEURS) 8.1 Het vastleggen van de instellingen Leg alle instellingen en alle latere wijzigingen vast in de tabellen van hoofdstuk 22 “Insteltoetsen en Installatiegegevens”. In deze tabellen vindt u een overzicht van alle instelmogelijkheden van de 3 t/m 6 bedieningsniveaus.
® rematic 2945 C3 K 8.2.2 Instellingen uitvoeren in het 4 t/m 6 bedieningsniveau - Verwijder de kap en druk toets meerdere malen in. Na de eerste keer drukken van deze toets wordt "3--" getoond. Nu kunt u de instel- lingen van het 3 bedienings niveau uitvoeren (zie ook het...
Pagina 33
De veranderingen gaan onmiddellijk in. Na één minuut keert de display automatisch terug naar de normale stand. Als u de toets indrukt, keert u onmiddellijk terug naar de normale stand. U kunt in het huidige bedieningsniveau nog meer instellingen uitvoeren, zonder eerst naar de normale display terug te hoeven keren.
® rematic 2945 C3 K INSTELLINGEN IN BEDIENINGSNIVEAU 3 9.1 Stooklijn (instellingen 3-0 en 3-2) De stooklijn laat het verband tussen de aanvoertemperatuur en de buitentem- peratuur ∆TV/∆TA zien. Steilheid Maximaalbegrenzing aanvoer / ketel Instelwaarde ruimtetemperatuur Buitentemperatuur Afb 39. Omdat een gebouw instellingsveranderingen slechts langzaam verwerkt, wordt aanbevolen om per dag slechts één correctie uit te voeren.
9.1.1 Instellen van de steilheid en het voetpunt van de stooklijn De stooklijn wordt door de volgende instellingen bepaald: Tabel 14. De volgende tabel helpt om een passende stooklijn voor een verwarmingsinstalla- tie te kiezen. Hiertoe moeten het verwarmingssysteem en de klimaatzone bekend zijn.
® rematic 2945 C3 K 9.1.2 Corrigeren van de stooklijn Tabel 16. 9.1.3 Gelijkmaken van de gewenste- en gemeten temperatuurwaardes De gewenste waarde wordt door de gebruiker met de toets ingesteld in °C ruimtetemperatuur. Ook bij juiste instelling van de stooklijn (steilheid ) kunnen, afhankelijk van de installatie, afwijkingen voorkomen tussen de met een thermometer in de ruimte gemeten (werkelijke temperatuur-...
9.3 Stookgrenzen Er zijn twee stookgrenzen, waarbij de verwarming wordt uitgeschakeld als deze overschreden worden: - afhankelijk van de berekende aanvoertemperatuur, dit wordt door de regelaar automatisch bepaald. - weersafhankelijk (stookgrens dagbedrijf en stookgrens nachtbedrijf), in te stellen door de installateur Voor het weer inschakelen moeten beide stookgrenzen onderschreden worden.
® rematic 2945 C3 K 9.3.4 Vorstbeveiliging Beneden 2°C buitentemperatuur (vorstbeveiligingsgrens) wordt de circulatiepomp cyclisch ingeschakeld. Deze loopt steeds gedurende 6 minuten waarna hij 54 minuten uitgeschakeld blijft. Echter bij buitentemperaturen onder de instelwaarde van de “stookgrens bij nachtbedrijf”, geldt de functie volgens “9.3.3 Stookgrens bij nachtbedrijf (parameter 3-4)”.
9.4.2 Berekening van de startvervroeging met ruimtevoeler of afstandsbediening In het geval dat een ruimtesensor of een afstandsbediening aangesloten zijn, wordt de gemeten restwarmte in de ruimte in de berekening van de vervroeging- tijd ZVE betrokken. De onder 9.4.1 berekende vervroegingtijd ZVE wordt verder verkort volgens onderstaande formule: ZVE’...
® rematic 2945 C3 K Een ruimtetemperatuur boven de gewenste waarde geeft een aanvoertemperatuur verlaging. Een ruimtetemperatuur onder de gewenste waarde geeft een aanvoertemperatuur verhoging. De werking van parameters 3-6 blijkt uit Afb. 40 Aanbevolen instelling: Geen compensatie Vloerverwarming Radiatorverwarming - zwakke compensatie - middelmatige compensatie 4-6 - sterke compensatie...
9.6 Aantal slaves en hun adressering (parameter 3-7) Met deze parameter wordt bepaald, of de regelaar als Master of als Slave ingezet wordt. - Masterregelaar: Met de codes 0, 1, 2, 3, of 4 wordt het aantal aangesloten slaves geprogrammeerd. Met programmering 0 is er alleen een masterregelaar in de installatie aanwezig;...
® rematic 2945 C3 K 9.7.1 Het instellen van parameter 3-8: - Parameter 3-8 kiezen door één maal op toets te drukken. - Als er ketels aangesloten zijn, roep dan met toets die ketel op waarvoor de instellingen moeten gelden. In de display is op de plaats van de tijdbalk aan de punten te herkennen, hoeveel er geprogrammeerd zijn.
10 INSTELLINGEN IN BEDIENINGSNIVEAU 4 10.1 Instellingen voor warmtapwaterbereiding De warmtapwaterbereiding wordt gestart, als de temperatuur van de boiler 5 graden lager is dan de gewenste waarde en warmtapwaterbereiding volgens het programma vrijgegeven is. Bij het bereiken van de gewenste waarde stopt de warmtapwaterbereiding.
® rematic 2945 C3 K 10.2 Aanvoertemperatuur voor warmtapwaterbereiding (parameter 4-2) De hier ingestelde waarde plus de ingestelde warmtapwater temperatuur geven de gewenste aanvoertemperatuur van de ketel of de cascade tijdens de warmtapwaterbereiding. 10.3 Nadraaitijd boilerpomp (parameter 4-3) De hier ingestelde waarde bepaalt hoeveel minuten de boilerpomp nadraait, res- pectievelijk de wisselklep in de richting van de boiler blijft staan, nadat de warmtapwatertemperatuur is bereikt.
Stooklijnaanpassing “AAN” (positie “on”) De regelaar berekent de juiste stooklijn automatisch. Het kan enkele weken duren voordat de juiste stooklijn bereikt is. 10.7 Minimaalbegrenzing (parameter 4-7) Zowel in dag- als nachtbedrijf zorgt de regelaar ervoor, dat de ketel - of cascade aanvoertemperatuur minstens de ingestelde waarde behoudt.
® rematic 2945 C3 K 11 INSTELLINGEN IN BEDIENINGSNIVEAU 5 De instellingen in het 5 bedieningsniveau zijn bedoeld voor het instellen van de eigenschappen en de indeling van de ketels in een cascade. Ondeskundige veranderingen in dit bedieningsniveau kunnen het functioneren van de ketelcascade verstoren.
11.3 Inschakelpercentage voor de volgende ketel (parameter 5-2) Deze instelwaarde bepaalt, bij welk deellastpercentage van de laatst in bedrijf gekomen ketel de volgende ketel in bedrijf moet komen. De vaste instelwaarde voor de eerste ketel is 0% 11.4 Minimale retourtemperatuur (parameter 5-3) De retourtemperatuur bewaking is voor de geselecteerde ketel actief, als de instel- waarde groter dan 0 is.
® rematic 2945 C3 K De groene cv-groep wordt gebruikt voor de retourtemperatuur bewaking met retourmengklep M r , echter zonder ketelpomp U w . De bediening en display voor de groene groep worden met uitzondering van de tempera- tuuraanduiding geblokkeerd. De regelaar rekent een variabele minimaal begrenzing van de aanvoertemperatuur voor de ketel of cascade uit, gebaseerd op de ingestelde waarde voor de minimale retourtemperatuur (parameter 5-3).
11.10 I-bereik (integrerend-aandeel) (parameter 5-9) Het I-aandeel geeft aan, in welke tijd (minuten) de regelaar, bij een constante afwijking tussen gewenste- en gemeten waarde, een verdubbeling van het volgens het P-bereik vereiste vermogen vraagt. Een kleine instelwaarde veroorzaakt al bij een kortstondig optredende afwijking een snel toenemende vermogensverandering.
® rematic 2945 C3 K 12 INSTELLINGEN IN BEDIENINGSNIVEAU 6 12.1 Maximale begrenzing cascade temperatuur (parameter 6-0) De regelaar moduleert terug of schakelt vermogensstappen weg, zodat de inge- stelde waarde van de maximale cascadetemperatuur niet wordt overschreden. Parameter 6-0 heeft prioriteit boven andere criteria. 12.2 Nadraaifunctie boilerpomp (parameter 6-1) Hier wordt ingesteld of de boilerpomp tijdsafhankelijk of temperatuursafhankelijk nadraait.
Beschermingsfunctie U0 (instellingen 0 en 3) Met deze functie is het totale ketel- of cascade vermogen beschikbaar, om er voor te zorgen dat de aanvoertemperatuur niet onder de minimaalbegrenzing TK min komt. Mocht de aanvoertemperatuur toch onder de minimaalbegrenzing TK min komen of blijven, dan wordt er geen warmtelast afgeschakeld.
® rematic 2945 C3 K 12.5.2 Buitentemperatuurafhankelijke blokkering van de ketelgroepen 1 en 2 (TAW1) (parameter 6-6) Als de buitentemperatuur onder de ingestelde waarde komt, worden de ketels in de groepen 1 en 2 geblokkeerd. Als de buitentemperatuur met meer dan 2K boven deze waarde stijgt, dan worden de ketels in deze groepen weer vrijgegegven.
13 FUNCTIES VAN DE CV-POMPEN De circulatiepompen draaien, als: - tijdens dagbedrijf de buitentemperatuur onder de stookgrens komt (zie "9.3.2 Stookgrens bij dagbedrijf (parameter 3-3)" ), - in nachtbedrijf de buitentemperatuur onder de betreffende stookgrens komt (zie "9.3.3 Stookgrens bij nachtbedrijf (parameter 3-4)" ), - de vorstbeveiliging actief is (bij een buitentemperatuur lager dan 2 °C) (zie "9.3.4 Vorstbeveiliging"...
Bij inbouw in het paneel van de ketel of in een schakelkast, enz. wijkt de klemnummering af. Gebruik daarom in dat geval de bijbehorende aansluit- schema’s. 14.1 Afstandsbediening FS 3611 ( is geen Remeha accesoire ) 14.1.1 Het aansluiten van de afstandsbediening FS 3611 Verwarmingsgroep groen...
14.2 Afstandsbediening FB 5240 14.2.1 Het aansluiten van de afstandsbediening FB 5240 Verwarmingsgroep groen Verwarmingsgroep rood Connector P 11 Aansluitklemmen FS 5240 Aansluitklemmen FB 5240 van 2945 Afb 42. De afstandsbediening FB 5240 mag alleen op regelaars toegepast worden, die als Master (en niet als Slaves) geprogrammeerd zijn. Ook als er Slaves op de Master zijn aangesloten, kan de FB 5240 niet worden toegepast.
® rematic 2945 C3 K 15 AANSLUITINGEN De aanwijzingen in dit hoofdstuk hebben betrekking op de klemnum- mering van de regelaar. Bij inbouw in het paneel van de ketel of in een schakelkast, enz. wijkt de klemnummering af. Gebruik daarom in dat geval de bijbehorende aansluit- schema’s.
15.2 Aansluitingen (achterzijde regelaar) Afb 44. 15.3 Klembezetting van de aansluitstekers De volgende schema’s tonen alle in- en uitgangsfuncties. Afhankelijk van de regelaarversie en de toepassing worden deze slechts gedeeltelijk toegepast. Let bij de inbouw van regelaars in de ketel op de bijbehorende montagehandlei- ding.
Pagina 58
® rematic 2945 C3 K Aansluitsteker P2 Voeding, groene cv-groep, boiler Mengklep OPEN Mengklep DICHT Boilerpomp/Drieweg wisselklep Circulatiepomp Fase Aansluitsteker P3 Rode cv-groep, ketelpomp Niet aangesloten Ketelpomp Circulatiepomp Mengklep OPEN Mengklep DICHT Afb 46.
Bij geringe waterinhoud van de verwarmingsketel, of als de voeler niet in de ketel is gemonteerd, kan de maximaalthermostaat van de ketel aanspreken. De modulerende ketels van Remeha zijn hiervoor echter niet gevoelig. 16.1.1 Proefstookprogramma starten - Druk toets Op de plaats van de...
16.2.2 Display De ingeschakelde functies worden getoond in de display. - De functies die aan de toetsen in de linker rij toegewezen zijn (met de even num- mers), worden met het bijbehorende symbool en met de code van het uitgangs- signaal aangeduid (bijvoorbeeld en A-4).
De testfunctie geeft installateurs de mogelijkheid installatiedelen op juist functioneren te testen. Er kunnen door onvakkundig handelen, situaties ingeschakeld worden, waardoor de verwarmingsinstallatie ongewoon belast wordt. Ingeschakelde functies worden pas weer uit- geschakeld, als er 20 minuten lang geen toets meer bedient wordt of van bedieningsniveau gewisseld wordt.
® rematic 2945 C3 K 16.4.1 Betekenis van de getoonde symbolen Tabel 22. De buitentemperatuur kan als gemiddelde waarde en als actuele waarde uitgelezen worden. De aanduiding is als volgt: Tabel 23. Bij de Master-regelaar kunnen naast de gewenste cascade aanvoertemperatuur, tevens het totale gewenste vermogen en het gevraagde vermogen per ketel opge- vraagd worden.
16.5 Weerstandswaarde van de temperatuurvoelers De weerstandswaardes van de temperatuurvoelers, die aan de regelaar aangeslo- ten zijn, verschillen van die welke aan de beveiligingsautomaat zijn aangesloten. Zie hiertoe de onderstaande tabel. Tabel 25. 17 HET AANSTUREN VAN MODULERENDE KETELS De regelaar communiceert m.b.v. een tweedraads bus met alle aangesloten ketels. De gegevensuitwisseling vindt om de 10-15 seconden plaats.
® rematic 2945 C3 K 18 STORINGSMELDINGEN Tabel 26. 1) Zie ook paragraaf 9.7 "Soort regelaar" (Parameter 3-8) 2) Zie ook paragraaf 9.6 "Aantal Slaves en hun adressering" (Parameter 3-7) 3) De betekenis van de foutcode kan worden opgezocht in de keteldocumentatie. Bij meervoudige meldingen geldt onderstaande volgorde: - De melding van de beveiligingsautomaat of Slave met het laagste adres komt het eerst.
19 VERKLARING VAN DE BEGRIPPEN Bedieningsniveaus voor de installateur: Deze bedieningsniveaus zijn voorbehouden aan de installateur. Op deze niveaus staan de instellingen voor de eenmalige aanpassing van de regelaar aan de verwarmingsinstallatie. Automatische stooklijn correctie: De regelaar past zelf de stooklijn aan op basis van de gemeten ruimtetemperatuur. Starttijd optimalisering: Automatische berekening van het moment waarop de ketel moet starten om het op de geprogrammeerde tijd warm te hebben.
® rematic 2945 C3 K 20 TECHNISCHE GEGEVENS Bedrijfsspanning 230 VAC ± 10%, 50 Hz Vermogensopname 7 VA Omgevingstemperatuur tijdens bedrijf 0°C … 50°C Lengte en doorsnede van bedrading max. 100 m Min. 0,75 mm 2 voor voelers en bus 2-draadsbus Schakelvermogen uitgang 230 V 6...
21 AFMETINGEN EN MONTAGEVOORSCHRIFTEN 21.1 Maatschets B = bevestigingsvoorziening * (69,3) Afmeting met gemonteerde voeler print ZLS 203 of ZL 204 Afb 50. 21.2 Paneel opening voor inbouw De inbouwmaat bedraagt 92 x 138 mm, overeenkomstig DIN 43700. Plaatdikte: <5 mm. Afb 51.
® rematic 2945 C3 K 21.3 Aanwijzingen voor montage Na het verwijderen van de deksel kunt u links en rechts van de toetsen van het 2 bedieningsniveau de gaten B met de verzonken bevestigingvoorziening herkennen. (zie Afb. 50) - Plaats de regelaar na het aanbrengen van de elektrische stekerverbindingen in de inbouwopening.
22.5 Instelwaarden voor modulerende Remeha ketels in enkelvoudige opstel- lingen voor de series: Quinta en Gas 210 ECO. De fabrieksinstellingen zijn zo gekozen, dat alleen die instellingen moeten worden aangepast die afhankelijk zijn van de installatie, zoals stooklijn, tijdprogramma en dergelijke.