Beschermingsfunctie U0 (instellingen 0 en 3)
Met deze functie is het totale ketel- of cascade vermogen beschikbaar, om er voor
te zorgen dat de aanvoertemperatuur niet onder de minimaalbegrenzing TK min
komt. Mocht de aanvoertemperatuur toch onder de minimaalbegrenzing TK min
komen of blijven, dan wordt er geen warmtelast afgeschakeld.
Beschermingsfunctie U1 (instellingen 1 en 4)
Met deze functie is het totale ketel- of cascade vermogen beschikbaar, om er voor
te zorgen dat de aanvoertemperatuur niet onder de minimaalbegrenzing TK min
komt. Bovendien wordt er warmtelast afgeschakeld als de aanvoertemperatuur
toch onder de minimaalbegrenzing TK min komt of blijft.
Beschermingsfunctie U3 (instellingen 2 en 5)
Als de aanvoertemperatuur onder de ingestelde minimale retourtemperatuur
TR min daalt (zie "11.4 Minimale retourtemperatuur (parameter 5-3)"), wordt geen
warmtelast weggeschakeld en worden geen ketels ingeschakeld. Pas als de aan-
voertemperatuur tot de gewenste waarde gedaald is (in overeenstemming met
de stooklijn of externe warmtevraag), worden de mengkleppen dichtgestuurd, de
pompen afgeschakeld en het benodigde vermogen van de ketels ingeschakeld.
Zodra de aanvoertemperatuur de ingestelde waarde weer bereikt, worden de cv-
groepen weer vrijgegeven.
12.4 Inschakelvertraging van de ketels
e
12.4.1 Inschakelvertraging 1
ketel (parameter 6-3)
e
Voor de 1
ketel kan apart een inschakelvertragingstijd geprogrammeerd worden.
Deze tijd begint te lopen, zodra de ketel volgens de interne P-I regeling zou
moeten starten
.
12.4.2 Inschakelvertraging voor de volgketels (parameter 6-4)
Voor de volgende ketels kan een tweede inschakelvertragingstijd geprogrammeerd
worden. Deze tijd begint te lopen, zodra de volgende ketel volgens de interne
P-I regeling zou moeten starten. De geprogrammeerde tijd is voor alle volgketels
gelijk.
Deze tijdvertraging kan pendelen van de volgketels voorkomen.
12.5 Buitentemperatuurafhankelijke blokkering van ketelgroepen
De fabrieksinstellingen zijn zo gekozen, dat deze functies zijn uitgeschakeld.
12.5.1 Buitentemperatuurafhankelijke blokkering van de ketelgroepen 3 en 4
(TAW2) (parameter 6-5)
Als de buitentemperatuur de ingestelde waarde overschrijdt, worden de ketels in
de groepen 3 en 4 geblokkeerd. Als de buitentemperatuur met meer dan 2K onder
deze waarde daalt, dan worden de ketels in deze groepen weer vrijgegeven.
51