13 FUNCTIES VAN DE CV-POMPEN
De circulatiepompen draaien, als:
- tijdens dagbedrijf de buitentemperatuur onder de stookgrens komt (zie "9.3.2
Stookgrens bij dagbedrijf (parameter 3-3)" ),
- in nachtbedrijf de buitentemperatuur onder de betreffende stookgrens komt (zie
"9.3.3 Stookgrens bij nachtbedrijf (parameter 3-4)" ),
- de vorstbeveiliging actief is (bij een buitentemperatuur lager dan 2 °C) (zie "9.3.4
Vorstbeveiliging" ),
- het verwarmingsprogramma "handbedrijf" gekozen is.
De pompnadraaitijd van 30 minuten is actief, als:
- de buitentemperatuur in dagbedrijf boven de stookgrens komt (zie "9.3.2
Stookgrens bij dagbedrijf (parameter 3-3)"),
- de buitentemperatuur in nachtbedrijf boven de 4 °C of boven de stookgrens bij
nachtbedrijf stijgt (zie "9.3.3 Stookgrens bij nachtbedrijf (parameter 3-4)"),
- de spanning na een onderbreking (veroorzaakt reset) of bij inbedrijfstelling
ingeschakeld wordt.
De bescherming tegen vastzitten van de pompen werkt als volgt:
- dagelijks, steeds 24 uur na de laatste spanningsuitschakeling worden de
pompen gedurende 5 seconden ingeschakeld.
De ketelpomp U w loopt:
- tijdens cv-bedrijf (
(zie "12.3 Ketelbeschermingsfuncties (parameter 6-2) ).
of
) overeenkomstig de gekozen beschermingsfunctie
53