Samenvatting van Inhoud voor REMEHA Controlbox Performance HMI T-control
Pagina 1
Installatie-, gebruikers- en servicehandleiding Controlbox Performance met een HMI T-control voor Gas 120 ACE-ketel...
Pagina 2
Geachte klant, Dank u voor de aanschaf van dit apparaat. Lees deze handleiding zorgvuldig door voordat u het product gebruikt en bewaar deze op een veilige plaats voor toekomstig gebruik. Om te zorgen voor een voortdurende veilige en goede werking, raden wij aan het product regelmatig te laten onderhouden.
Vervang beschadigde of onleesbare instructie- en waarschuwingsstickers onmiddellijk. Wijzigingen Wijzigingen in de ketel mogen alleen worden uitgevoerd na schriftelijke toestemming van Remeha. Performance-HMI T-control 7719244 - v02 - 06022019...
1 Veiligheid Aansprakelijkheden 1.3.1 Aansprakelijkheid van de fabrikant Onze producten worden vervaardigd volgens de eisen van de verschillende van toepassing zijnde richtlijnen. Ze worden daarom afgeleverd met de -markering en eventueel noodzakelijke documenten. In het belang van de kwaliteit van onze producten brengen wij doorlopend verbeteringen aan.
Pagina 8
1 Veiligheid Laat de benodigde inspecties en onderhoud uitvoeren door een erkend installateur. Bewaar de handleidingen in goede staat en in de buurt van het apparaat. Performance-HMI T-control 7719244 - v02 - 06022019...
2 Over deze handleiding Over deze handleiding Gebruikte symbolen 2.1.1 In de handleiding gebruikte symbolen In deze handleiding worden verschillende gevarenniveaus gebruikt om aandacht op de bijzondere aanwijzingen te vestigen. Wij doen dit om de veiligheid van de gebruiker te verhogen, problemen te voorkomen en om de technische bedrijfszekerheid van het apparaat te waarborgen.
3 Technische specificaties Technische specificaties Goedkeuringen 3.1.1 Richtlijnen Dit product voldoet aan de eisen van de volgende Europese richtlijnen en normen: Normen: EN15034, EN303.1 en EN303.2 Richtlijn betreffende de rendementseisen 92/42/EEG Laagspanningsrichtlijn 2014/35/EG Generieke norm: EN 60335-1 Relevante norm: EN 60335-2-102 EMC-richtlijn 2014/30/EU Generieke normen: EN 61000-6-3, EN 61000-6-1 Relevante norm: EN 55014...
4 Beschrijving van het product Beschrijving van het product Algemene beschrijving De controlbox dient om de werking van een Gas 120 ACE-ketel te regelen. De box is voorzien van een HMI T-control-bedieningspaneel. Voornaamste componenten Afb.3 1 Beschermkap 2 Aan/uit-schakelaar 3 BedieningspaneelHMI T-control 4 Serviceconnector: hiermee kan de monteur aan de apparatuur werken 5 Locatie voor optionele printplaat...
Pagina 13
4 Beschrijving van het product Afb.4 12 11 10 1 Kamertemperatuursensor - circuit A 14 Driewegklep - circuit A 2 Kamertemperatuursensor - circuit B 15 Pomp- en veiligheidsthermostaat - circuit B 3 Kamertemperatuursensor - circuit C 16 Driewegklep - circuit B 4 Programmeerbare en 0-10 V ingang / uitgangstatus 17 Sanitair warmwaterboilerpomp 5 Buitentemperatuursensor...
4 Beschrijving van het product Circuit A Circuit B Circuit C AUX circuit Sanitair-warmwa (met AD249 op (met AD249 op tercircuit tie) tie) Sanitair-warmwaterproduc Sanitair-warmwaterproduc tie, alleen elektrisch Gelaagde tank (2 sensoren) Nee Deactiveren 4.3.2 Beschrijving van de CB-09-printplaat Afb.5 Op de CB-09-printplaat kunnen overeenkomstig met de volgende tabel extra ingangen aangesloten worden: Po...
4 Beschrijving van het product Afb.7 1 Symbolen Het geselecteerde pictogram is gemarkeerd. 2 Informatie over het geselecteerde pictogram 3 Navigatieniveau: : Schoorsteenvegerniveau : Gebruikersniveau None : Installateursniveau Dit niveau is bedoeld voor installateurs en wordt door een Not Set 21,8°C 1,8 bar 29,4°C...
5 Installatie Installatie Installatievoorschriften Opgelet Het apparaat moet worden geïnstalleerd en onderhouden door een erkende installateur in overeenstemming met de geldende voorschriften en volgens de regels van de kunst. De controlbox uitpakken en monteren Opgelet Draag handschoenen bij het hanteren van de controlbox. Afb.8 1.
Pagina 17
5 Installatie Afb.10 5. Verwijder de deur aan de voorzijde. MW-2000680-03 Afb.11 6. Verwijder de twee bevestigingsschroeven van het bovenpaneel aan de voorzijde. MW-6000762-01 Afb.12 7. Open de kap op de controlbox. 90º MW-6000763-02 Afb.13 8. Breng de taps toelopende vergrendelingen op één lijn met de inkepingen op de controlbox.
Pagina 18
5 Installatie Afb.14 9. Bevestig de box en schuif hem naar voren. 10. Zet de box vast met de twee schroeven en kartelringen uit de zak die bij de handleiding zit. MW-6000765-02 Afb.15 11. Kantel de unit achterover. 12. Sluit de twee connectors van de ketel aan op de connectors op de controlbox.
5 Installatie Elektrische aansluitingen 5.3.1 Aanbevelingen De elektrische aansluitingen moeten altijd spanningsloos worden uitgevoerd en alleen door erkende installateurs. Leg het apparaat aan de aarde vóór het maken van elektrische verbindingen. Frankrijk: De aarding dient te voldoen aan norm NFC 15-100. Sluit het apparaat aan op een circuit dat voorzien is van een omnipolige schakelaar met een contactopeningsafstand van 3 mm of meer.
5 Installatie Opgelet Zorg voor een aparte voeding en voedingsschakelaar voor de pomp, indien nodig. Het beschikbare vermogen per uitgang is 450 W (2 A, met cos ϕ = 0,7) en de startstroom moet lager zijn dan 16 A. Indien de belasting één van deze waarden overschrijdt, dient de opdracht te worden afgelost door een relais dat in geen geval gemonteerd mag zijn in het bedieningspaneel.
5 Installatie 5. Zorg ervoor dat de kabelgeleiding correct is en bevestig de kabel(s) met de trekontlasters. Afb.22 230 V 230V-circuits (links) Sensor Sensorcircuits (rechts) Gevaar Houd de sensorkabels gescheiden van de 230 V stroomkabels. 6. Sluit de netvoedingskabel van de ketel aan. 230V 230V Sensor...
2. Sluit de vorstthermostaat (Tv) en de aan/uit-thermostaat (Tk) parallel aan op de klemmen R-Bus van de aansluitconnector. Waarschuwing Bij toepassing van een Remeha SmartTC° of een OpenTherm MW-2000871-02 thermostaat mag er geen vorstthermostaat parallel op de klemmen R-Bus aangesloten worden. Waarborg in dit geval de vorstbeveiliging van de cv-installatie in combinatie met een buitensensor.
5 Installatie 5.3.10 Blokkerende ingang Afb.28 op CB-09 De ketel is voorzien van een blokkerende ingang (normaal gesloten contact). Deze ingang is uitgevoerd op de klemmen BL van de aansluitconnector. Als dit contact geopend wordt, dan gaat de ketel in blokkering of Tout vergrendeling.
5 Installatie 5.3.13 Een PWM pomp aansluiten Afb.31 op CB-09 1. Sluit de modulerende pomp aan op de X4-klem voor het voedingsdeel en op de PWM-klem voor het besturingsdeel of de pomppolariteit. CB-09 Tout - MW-2000878-02 5.3.14 Een standaardpomp aansluiten Afb.32 op CB-09 1.
6 Aansluitschema's en configuratie Aansluitschema's en configuratie Fabrieksinstellingen voor circuits Af fabriek worden de verschillende circuits ingesteld zoals aangegeven in de tabel. U kunt deze configuratie wijzigen en aanpassen aan de behoeften van uw installatie. Hier worden als richtlijn drie typen installaties beschreven.
6 Aansluitschema's en configuratie Tab.6 Component Toegang Parameter Code Aanpassing vereist Gelaagde tank DHW > Parameters, tellers, Type groep (menggroep, directe CP022 Gelaagde boiler (gebruik van signalen > Parameters > groep etc.) twee sensoren) Groep,functie Analoge ingangen Selecteer de toepassing van de EP036 SWW tank top sensor (te >Geavanceerde parameters...
6 Aansluitschema's en configuratie 6.4.1 Beheren van een traditionele cascade Afb.37 1 De eerste ketel begint te werken als de systeemtemperatuur 3 °C onder het setpoint is. 2 Na de periode zoals gedefinieerd door de NP009-parameter (hier 4 minuten) start de tweede ketel met werken als ΔT< 6K en de systeemtemperatuur nog steeds meer dan 3°C onder het temperatuursetpoint ligt.
7 Inbedrijfstelling Inbedrijfstelling Algemeen Een speciale inbedrijfstellingsprocedure moet worden uitgevoerd als de ketel voor de eerste keer in gebruik wordt genomen, als de ketel langdurige niet is gebruikt of als er reparaties zijn uitgevoerd die een volledige herinstallatie van de ketel vereisen. Inbedrijfstellen van de ketel staat de gebruiker toe de verschillende instellingen en de uit te voeren controles om de ketel in alle veiligheid op te starten, te beoordelen.
7 Inbedrijfstelling 7.3.1 De druk in het gascircuit instellen Waarschuwing Het is uitdrukkelijk verboden werkzaamheden aan het gasblok uit te voeren. Het is alleen toegestaan de apparatuur en de instellingen te controleren. Afb.39 Waarschuwing Zorg dat de ketel uitgeschakeld is. Stel de ketel niet in bedrijf als de geleverde gassoort niet overeenkomt met de goedgekeurde gassoorten voor de ketel.
7 Inbedrijfstelling Starten en uitschakelen van de ketel 7.6.1 Inbedrijfstelling Opgelet De eerste inbedrijfstelling moet worden uitgevoerd door een erkend installateur. Bij gebruik van een ander type gas, bijv. propaan, moet de ketel aangepast worden voordat de ketel aangezet wordt. 1.
7 Inbedrijfstelling Gasinstellingen 7.7.1 De ketel aanpassen/instellen voor andere typen gas Afb.40 Stand van de afstelschroef A Waarschuwing (afhankelijk van de ketel) Alleen een erkend installateur mag de volgende handelingen uitvoeren. Af-fabriek zijn de ketels ingesteld voor werking op gas G20 (H-gas), G25 (L-gas) en G31 (P-gas).
7 Inbedrijfstelling De waarde ΔT aanpassen Bij systemen met verscheidene bedrijfstemperaturen moet de ΔT-waarde van de ketel verhoogd worden. Tab.24 Standaardwaarden ΔT Model van de ketel Standaard ΔT Max. ΔT Gas 120 ACE - 90 25 K 40 K Gas 120 ACE - 115 20 K 35 K Verhoog de ΔT-waarde via parameter GP021.
8 Werking Werking Definitie zone en activiteit 8.1.1 Zone Afb.46 Term gebruikt voor de verschillende hydraulische circuits CIRCA,CIRCB, ..Het bepaalt de diverse ruimtes die door hetzelfde circuit worden bediend. Tab.25 Voorbeeld In de fabriek ingestel Positienr. Zone de naam Zone 1 CIRCA Zone 2...
8 Werking 1. Selecteer het Vakantieprogramma pictogram. 2. Stel de volgende parameters in: Tab.27 Parameter Beschrijving Startdatum vakantie Stel de datum en de tijd in voor het begin van de afwezigheidsperiode. Einddatum vakantie Stel de datum en de tijd in voor het einde van de afwezigheidsperiode. Gewenste kamertemperatuur tijdens vakantie Stel de gewenste kamertemperatuur in voor de afwezigheidsperiode.
8 Werking 3. Selecteer Naam groep. 4. Wijzig de naam van de zone (maximaal 20 tekens). 5. Selecteer Icoon keuze. 6. Wijzig het gekoppelde symbool. Tab.30 Af fabriek ingestelde naam en symbool Door de klant ingestelde naam en symbool CIRCA CIRCB CIRCC (optie) AUX (optie)
8 Werking 8.7.4 Tijdprogrammering voor verwarming Inschakelen klokprogrammamodus Om de klokprogramma's te kunnen gebruiken, moet de klokprogramma (Klokprogramma) modus worden ingeschakeld. Deze wordt voor elke zone afzonderlijk geactiveerd. 1. Selecteer het pictogram voor de te wijzigen zone, , bijvoorbeeld. 2. Selecteer Zoneconfiguratie > Groep,bedrijfsmodus > Klokprogramma. Instellen van een klokprogramma voor verwarming Met een klokprogramma kunt u de kamertemperatuur variëren afhankelijk van de activiteiten van die dag.
8 Werking 2. Selecteer de gewenste bedrijfsmodus: Tab.32 Functie Beschrijving Selectie van een klokprogramma Klokprogramma De temperatuur van het sanitair warm water blijft voortdurend op de com Handmatig forttemperatuur De productie van sanitair warmwater wordt voor bepaalde duur geforceerd Warmwaterboost zodat de comforttemperatuur wordt gehandhaafd.
Pagina 44
8 Werking Afb.49 2. Selecteer Zoneconfiguratie> SWW klokprogramma. 3. Selecteer het klokprogramma dat u wilt wijzigen. 14 : 23 Zo... Zone setup... DHW1: DHW Schedule Activiteiten die voor zondag zijn gepland worden weergegeven. Sunday De laatste activiteit van een dag is geldig tot de eerste activiteit op 6:00 Comfort 55.0°C...
9 Instellingen Instellingen Toegang tot het installateursniveau Sommige parameters die de werking van het apparaat kunnen beïnvloeden zijn beveiligd door een toegangscode. Alleen de installateur mag deze parameters wijzigen. Voor toegang tot het installateursniveau: 1. Selecteer het pictogram. 2. Voer code 0012 in. Het Installateursniveau is actief .
9 Instellingen Afb.51 3. Stel de volgende parameters in: ° C Parameters Beschrijving Groep, dgn droogtijd Aantal dagen voor drogen (1) Begintemp.drogen Begintemperatuur voor het drogen (2) Stoptemp.drogen Eindtemperatuur voor het drogen (3) Het programma voor het drogen van de vloer wordt gestart en blijft werken 00:00 00:00 00:00...
9 Instellingen Als u de instellingen voor inbedrijfstelling hebt opgeslagen, wordt de optie Terug naar instellingen bij inbedrijfstelling beschikbaar in de Geavanceerd servicemenu. Resetten of herstellen van de parameters. 9.7.1 Resetten na vervangen van de printplaat Configuratienummers moeten worden gereset wanneer de ketel of de branderveiligheidsunit PCB is vervangen.
9 Instellingen Component Beschrijving Toestelinformatie Informatie over de ketel CU-GH-08 Informatie over de CPU-kaart van de ketel MK3 - HMI T-control Informatie over het bedieningspaneel SCB-10 Informatie over de printplaat die de zones voor verwarming en sanitair warm water bestuurt CB-09 Informatie over de printplaat voor de in- en uitgangsregeling Menustructuur...
9 Instellingen Menu van niveau 2 Menu van niveau 3 Warmwaterboost Groep,bedrijfsmodus SWW klokprogramma SWW-setpunten Groep, gek. tijdspr. Vakantieprogramma Groep,functie Taanv setp max groep Anti-legionellaprogramma Groep, naam Icoon keuze (zie Tab.43, pagina 53) Parameters, tellers, signalen Tstpunt groep Tijdel Truimte groep Truimte groep Act instelling groep Groep,korte naam...
9 Instellingen 9.9.3 Menu - Geavanceerd servicemenu Tab.37 Geavanceerd servicemenu Menu van niveau 2 Menu van niveau 3 CN1/CN2 Instellen van de configuratienummers CU-GH-08 - CN1/CN2 SCB-10 - Automatische detectie Automatische detectie van randapparatuur aangesloten op de bus Opslaan als inbedrijfstellingsinstellingen Terug naar instellingen bij inbedrijfstelling Terugzetten naar fabrieksinstellingen 9.9.4...
Pagina 52
9 Instellingen Tab.42 CIRCA/CIRCB/CIRCC Installatie setup > CIRCA/CIRCB/CIRCC > Parameters, tellers, signalen Parameters Signalen Tellers Geavanceerde Geavanceerde signalen parameters Taanv setp max Truimte groep Draaiuren pomp Groep, pompconfig Pompbedrijf groep groep Groep,Taanv Aantal pomp starts Vermogenssetpunt Tijdel Truimte groep Taanv setpunt groep Rpm pomp groep Groep, stpnt pomp Truimte aanw groep...
Pagina 53
9 Instellingen Tab.43 Installatie setup > DHW > Parameters, tellers, signalen Parameters Signalen Tellers Geavanceerde Geavanceerde signalen parameters Taanv setp max Groep,Taanv Draaiuren pomp Vermogenssetpunt Pompbedrijf groep groep Rpm pomp groep Aantal pomp starts Groep, stpnt pomp Truimte aanw groep Groep,functie Tstpunt groep Groep via buffer...
10 Onderhoud 10 Onderhoud 10.1 Algemeen We adviseren om de ketel periodiek te laten inspecteren en onderhouden. Opgelet Zorg dat de ketel wordt onderhouden. Neem contact op met een erkend installateur of sluit een onderhoudscontract af voor de verplichte jaarlijkse servicebeurt van de ketel. Als het apparaat niet wordt onderhouden, vervalt de garantie.
10 Onderhoud 10.3 Standaard inspectie- en onderhoudswerkzaamheden 10.3.1 Verbranding controleren De verbrandingstechnische controle gebeurt door meting van het O percentage in de rookgasafvoerbuis. Voor meer informatie, zie De verbranding controleren/instellen, pagina 35 Uitvoeren vollasttest, pagina 35 Controle- en instelwaarden voor O2 bij vollast, pagina 35 Uitvoeren laaglasttest, pagina 36 Controle- en instelwaarden voor O2 bij deellast, pagina 36 10.3.2...
10 Onderhoud 10.3.3 Installatie aftappen Het aftappen van de CV-installatie kan nodig zijn als radiatoren moeten worden vervangen, bij ernstige waterlekkage, of als bevriezingsgevaar dreigt. Ga hiervoor als volgt te werk: Afb.53 1. Open de kranen van alle op de installatie aangesloten radiatoren. 2.
10 Onderhoud 4. Open de vulkraan. 5. Sluit de vulkraan wanneer de manometer een druk van 0,15 MPa (1,5 bar) aangeeft. 6. Zet de ketel in de verwarmingsmodus. 7. Als de pomp stilstaat, opnieuw ontluchten en water bijvullen Belangrijk Het vullen en het ontluchten van de installatie twee keer per jaar zou voldoende moeten zijn om de juiste waterdruk te krijgen.
11 Bij storing 11 Bij storing 11.1 Het storingsgeheugen weergeven en wissen Het storingsgeheugen slaat de 32 meest recente storingen op. U kunt de informatie van elke fout controleren en deze vervolgens wissen uit het foutengeheugen. Om het storingsgeheugen weer te geven en te wissen: 1.
Pagina 61
11 Bij storing Code Displaytekst Beschrijving/Oplossing A02.18 Fout OBD Fout woordenboekobject: opnieuw instellen A02.36 Functioneel app mist Functioneel apparaat is ontkoppeld: Voer een automatische printplaatdetectie uit. Slechte verbinding: controleer de bedrading en connectoren. Defecte SCB printplaat: vervang de SCB printplaat A02.37 Onkrit app mist Onkritisch apparaat is ontkoppeld:...
11 Bij storing 11.2.2 Vergrendeling Een (tijdelijke) blokkering is een status als gevolg van een ongewone toestand. De storingscode wordt in het hoofdscherm weergegeven en de LED voor status indicatie knippert rood. De besturingsautomaat probeert alsnog een aantal startpogingen. Als de oorzaak voor de blokkering blijft bestaan, dan zal de blokkering overgaan in een storing.
Pagina 63
11 Bij storing Code Displaytekst Beschrijving/Oplossing H02.04 Parameterfout Parameterfout: Parameters staan niet goed: Herstart de ketel opnieuw instellen Vervang het regelsysteem H02.05 CSU & CU kmn nt ovrn CSU komt niet overeen met CU-type: opnieuw instellen. H02.09 Deelblokk. Deelblokkering van het apparaat gedetecteerd: Externe oorzaak: neem externe oorzaak weg.
Pagina 64
11 Bij storing Code Displaytekst Beschrijving/Oplossing H02.03 Configuratiefout Blokkering: de ingevoerde configuratiecode bestaat niet H02.04 Blok Parameterfout Blokkering als gevolg van een fout in parameterlijst H02.05 Blok Conf opslagunit Blokkering als gevolg van een verkeerd aangesloten configuratie opslag unit H02.16 Interne fout Interne elektronicafout H02.36...
11 Bij storing Code Displaytekst Beschrijving/Oplossing H10.27 Ta groep D open De aanvoetemperatuursensor van groep D is verwijderd of meet een temperatuur beneden het bereik H10.28 Ta groep D kortgsl De aanvoetemperatuursensor van groep D is kortgesloten of meet een temperatuur boven het bereik H10.29 Tsww groep D open...
Pagina 66
11 Bij storing Code Displaytekst Beschrijving/Oplossing E00.07 dTRetour te hoog Verschil retourtemperatuur is te groot: Geen doorstroming: Ontlucht de CV-installatie Controleer de hydraulische druk Indien aanwezig: controleer instelling keteltype-parameter Controleer de doorstroming (richting, pomp, kleppen) Controleer de goede werking van de verwarmingspomp Controleer warmtewisselaar op vervuiling Sensor niet of slecht aangesloten: Controleer de goede werking van de sensors...
Pagina 67
11 Bij storing Code Displaytekst Beschrijving/Oplossing E04.08 Veiligheidsingang Veiligheidsingang is open: Terugslagklep opent niet. Verstopte of lege sifon. Controleer de luchttoevoer en rookgasafvoer op verstopping. Controleer het verwarmingslichaam op vervuiling. E04.09 TRook sensor Afwijking in rooksensor 1 en rooksensor 2 gedetecteerd E04.10 Mislukte start 5 mislukte branderstarts gedetecteerd:...
12 Uitbedrijfname 12 Uitbedrijfname 12.1 Procedure voor uitbedrijfname Opgelet Alleen een erkend installateur mag werkzaamheden aan de ketel en de verwarmingsinstallatie verrichten. Ga als volgt te werk om de ketel tijdelijk of blijvend buiten bedrijf te stellen: 1. Schakel de ketel uit. 2.
13 Verwijdering en recycling 13 Verwijdering en recycling Opgelet Alleen een hiertoe bevoegde vakman mag de ketel verwijderen en afdanken, in overeenstemming met de geldende plaatselijke en landelijke regelgeving. Afb.54 Als de ketel verwijderd moet worden genomen, ga dan als volgt te werk: 1.
14 Milieu 14 Milieu 14.1 Energiebesparing Tips voor het besparen van energie: Dicht ventilatie-openingen niet af. Dek radiatoren niet af. Hang geen gordijnen voor radiatoren. Plaats radiatorfolie achter de radiatoren om warmteverlies te voorkomen. Isoleer de leidingen in ruimtes die niet verwarmd worden (kelders en kruipruimtes).
15 Garanties 15 Garanties 15.1 Algemeen U heeft één van onze apparaten aangeschaft en wij danken u voor het vertrouwen dat u heeft in ons product. Om voortdurend veilige en efficiënte werking te verzekeren, raden wij aan om het apparaat regelmatig te laten inspecteren en onderhouden. Uw installateur en onze serviceafdeling staan uiteraard tot uw dienst.
16 Reserveonderdelen 16 Reserveonderdelen 16.1 Algemeen Als bij de inspectie of onderhoudswerk blijkt dat een onderdeel in de ketel vervangen moet worden: Geef bij het bestellen van een onderdeel, het referentienummer uit de lijst van reserveonderdelen op. Opgelet Er mogen alleen originele reserveonderdelen worden gebruikt. 16.2 Reserveonderdelenlijsten 16.2.1...
Pagina 73
16 Reserveonderdelen Positienr. Referentie Beschrijving 7650575 Draagframe achterzijde 7608750 Achtersteun voor controlbox 7606733 Complete voedingsschakelaar 7608103 Complete RJ11-connector 7643513 Arm voor controlbox (x2) 7698615 Draagframe voor paneel 7621065 Afdekking voor 10-polige connector 7621080 Afdekking voor 24-polige connector S62185 KB30x8-schroef (x10) 7685753 Kabelboom voor controlbox 24 V 7685294...
17 Bijlage 17 Bijlage 17.1 Pakketkaart - ketels Afb.56 Pakketkaart voor ketels met vermelding van de energie-efficiëntie voor ruimteverwarming van het pakket Seizoensgebonden energie-effi ciëntie van ruimteverwarming door ruimteverwarmingstoestel met ketel ‘I’ Temperatuurregelaar Klasse I = 1%, Klasse II = 2%, Klasse III = 1,5%, Klasse IV = 2%, Klasse V = 3%, Klasse VI = 4%, overeenkomstig productkaart temperatuurregelaar Klasse VII = 3,5%, Klasse VIII = 5%...