Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Doosan D35S-9 Gebruiksaanwijzing En Onderhoudshandleiding pagina 173

Inhoudsopgave

Advertenties

Hoofdstuk Onderhoud
5. Controleer het vorkblad (J) en been (H) op
slijtage. Let daarbij vooral op het hielstuk (G). Als
de dikte is afgenomen tot 90% of minder t.o.v. de
oorspronkelijke dikte, dan mag de vork niet langer
gebruikt worden.
Ook de lengte van het vorkblad kan afnemen door
slijtage, vooral bij tapse vorken en bladvorken. Als
de lengte korter is geworden dan benodigd voor
de betreffende lading, moet de vork uit bedrijf
worden genomen.
6. Controleer de vorkbevestiging (K) op slijtage,
verbuigingen en andere vervormingen, die
kunnen leiden tot overmatige zijwaartse speling.
Overmatige speling van vorken kan ertoe leiden,
dat ze bij gebruik loskomen van het vorkenbord.
Vorken met duidelijke tekenen van vervorming
mogen niet langer gebruikt worden.
7. Controleer of de vergrendelingspen en andere
bevestigingsmaterialen correct zijn geplaatst en
functioneren.
Bij haaktype vorken valt een voorgespannen pen
(M) in de bovenste haak in een uitsparing
bovenin het vorkenbord om de vork op zijn plaats
te houden.
Bij het verstellen van de vorkafstand voorkomen
eindstoppen dat de vorken uit het vorkenbord
vallen. Deze eindstoppen bevinden zich aan
weerszijden van het vorkenbord in de loopgroef
van de onderste vorkhaak. In sommige gevallen
kunnen de eindstoppen worden vervangen door
verlengstukken op het lastrek.
Vorken voor penmontage maken soms gebruik
van vulringen of afstandsbussen op de pen aan
weerszijden van de vork. Ook kunnen ze met U-
bouten,
pennen
bevestigingsmaterialen aan de bovenkant van
het vorkenbord zijn bevestigd.
of
soortgelijke
-170-
8. Controleer de markeringen (N) op leesbaarheid.
Vervang onleesbare markeringen.
a. Til de mast op en bedien de neighendel tot het
bovenvlak van de vorken evenwijdig is met de
vloer. Plaats twee rechte staven met dezelfde
breedte als het vorkenbord over de vorken
(zie afbeelding).
b. Meet de afstand van de onderzijde van elke
staaf tot de vloer. De vorken moeten over hun
volle lengte parallel met de vloer lopen met
een tolerantie van 3 mm voor geheel tapse en
gepolijste (FTP) vorken en 6,4 mm voor alle
andere vorken.
c. Plaats één vork op een derde vanaf de punt
onder een vast voorwerp. Kantel de vork
voorzichtig tot de achterzijde van de heftruck
juist van de vloer loskomt. Volg dezelfde
procedure voor de andere vork. Herhaal stap
a.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave