Brandstofsysteem oppompen
In de volgende gevallen moet het brandstofsysteem
voorgevuld worden.
Voordat de motor de eerste keer gestart wordt
(voorvullen is in de fabriek uitgevoerd), moet alle
brandstof afgetapt worden en moet de brandstoftank
gevuld worden.
Na het vervangen van het brandstoffilter of een ander
onderdeel van het brandstofsysteem of na het
aftappen van water uit de olie-waterafscheider, of na
eventuele onderhoudswerkzaamheden
brandstofsysteem, moet er worden ontlucht zoals
hier beschreven:
Plaats de juiste bak onder de ontluchtingsnippel.
Open het ontluchtingsventiel (1).
Pomp (3) met de hand totdat de olie eruit komt.
Hierbij moeten alle slangen aangesloten zijn (2)
Sluit het ontluchtingsventiel (1).
Veeg gemorste brandstof op en voer deze op de
juiste wijze af.
De motor mag niet met de startmotor worden
rondgedraaid om te proberen het brandstofsysteem
met brandstof te vullen. Anders kan de startmotor
oververhit raken en kunnen de solenoïde, de bendix
en/of de starterkrans beschadigd raken.
Stuurstoel, motorkap en
gasveercilinder - controleren,
smeren
aan
het
1. Controleer de werking van de verstelstang voor
de stuurstoel. Controleer of de stuurstoel soepel
over de stelrails glijdt. Zo nodig moeten de
verstelrails licht worden geolied.
2. Trek aan de vergrendeling om de kap en de
zitting omhoog te zetten. Zorg ervoor dat de
steuncilinder de kap open houdt.
3. Olie het vergrendelingsmechanisme en de staaf
van de gasveer licht.
-139-
Hoofdstuk Onderhoud