Transmissie oliepeil - Controle
WAARSCHUWING
Hete olie en onderdelen kunnen persoonlijk letsel
veroorzaken. Laat geen hete olie of componenten
in contact komen met de huid.
1. Start de heftruck en bedien hem enige tijd totdat
de motor de normale gebruikstemperatuur heeft
bereikt.
2. Parkeer
de
heftruck
ondergrond met het vorkenbord naar beneden,
de parkeerrem aangetrokken en de transmissie
in neutraal.
3. Houd het hoofdrempedaal ingedrukt en laat de
motor bij lage toeren vrijlopen. Zet de transmissie
in vooruit en achteruit om de koppelingen met olie
te vullen.
4. Zet de hendel voor de rijrichting in neutrale stand.
5. Verwijder het toegangsluik in de bodemplaat.
6. Verwijder de peilstok/vuldop. Controleer het
oliepeil.
7. Houd het oliepeil tussen de markeringen ADD en
FULL op de peistok/vuldop.
Indien de temperatuur van de olie ongeveer 40°C
is, dan is de 'koude' markering op de peilstok
geldig. Indien de temperatuur van de olie
ongeveer 80°C is, dan is de 'warme' markering op
de peilstok geldig.
8. Sluit het toegangsluik in de bodemplaat.
9. Stop de motor.
op
een
horizontale
-145-
Mastgeleiders – Smering
De geleiders in een roltype mast hebben een
inwerkperiode nodig. Breng een dunne oliefilm aan in
de geleiders, op de plaats waar de rollers lopen. Dit
voorkomt dat metaal wordt afgeschraapt voordat de
rollen een spoor hebben gevormd.
Remoliepeil controleren
Het tankje bevindt zich links van de stuurkolom.
1. Verwijder de vuldop.
2. Houd het peil in het remolietankje tot de
markering gevuld.
3. Reinig het filterdeksel en plaats het terug.
Hoofdstuk Onderhoud