Water -280 kPa maximum druk
Richt de perslucht op de binnen- en buitenkant van
het element in lengterichting van de plooien. Droog
het element grondig met lucht en inspecteer het.
Wassen
1. Was het element in warm water met een
nietschuimende huishoudelijke zeep.
2. Spoel het element na met schoon water. Zie voor
het reinigen met water de aanwijzingen in de
vorige paragraaf.
3. Droog het element grondig met lucht en
inspecteer het.
Element controleren
1. Schijn licht in het midden van het schone en
droge element en controleer het. Elementen met
scheuren, naden of beschadigingen mogen niet
worden gebruikt.
2. Bewaar goede elementen goed verpakt op een
schone, droge plaats.
Brandstoffilter - vervangen
Het brandstoffilterelement moet regelmatig worden
vervangen
om
voorwerpen in het brandstofsysteem komen.
Stop de motor en wacht tot de motor afgekoeld is.
Ontkoppel de connector van de kabelboom (1) en
ontkoppel de brandstofslang (2) die is aangesloten op
de poort van het brandstoffilter.
Houd het brandstoffilter bij het uitnemen voorzichtig
vast zodat er geen brandstof uit loopt. Veeg gemorste
brandstof op.
Plaats een nieuw brandstoffilter en maak het
filterdeksel vast.
Sluit de connector van de kabelboom en de
brandstofslang aan. Let er bij het aansluiten van de
brandstofslang op dat er geen vreemd materiaal in de
slang terecht kan komen.
Nadat het brandstoffilter of het element vervangen
zijn, of nadat alle brandstof is opgebruikt, moet de
lucht uit het brandstofsysteem verwijderd worden om
de motor veilig te kunnen starten.
Open het ontluchtingsventiel (3).
Duw met uw hand op de pomp (4) tot er olie uit komt.
Bij deze handeling moet de complete brandstofslang
(2) worden aangesloten.
Sluit het ontluchtingsventiel weer (3).
Controleer op lekkage.
-153-
Hoofdstuk Onderhoud
te
voorkomen
dat
vreemde