A8 - TOESTAND EN AANSPANNING VAN DE VORK OF HET WERKTUIG (behalve STACKY 14)
De vork of het werktuig mag geen zichtbare schade, zoals vervorming, scheuren of overmatige slijtage vertonen
De vork of het werktuig moet goed bevestigd zijn aan de slede om elk risico op ongelukken te voorkomen
Controleer de aanspanning van de twee schroeven waarmee de vork of het werktuig op de slede zijn bevestigd
A9 - AUTOMATISCHE TERUGKEER VAN DE STUURARM IN VERTICALE POSITIE
Plaats de stuurarm in horizontale positie en laat deze los ; deze moet automatisch terugkeren naar de verticale positie
A10 - TERUGKEER IN DE NEUTRALE STAND VAN DE VLINDERSCHAKELAAR
Bedien de vlinderschakelaars van de stapelaar naar voren en naar achteren en laat deze los ; deze moeten terugkeren
naar de neutrale stand
A11 - NOODSTOP
Activeer de noodstop als het sleutelcontact is ingeschakeld De voeding moet worden gesneden en zo ook elke verplaatsings-,
hef- en daalbeweging De accu-indicator moet uitgaan
A12 - CLAXON
Controleer de werking van de claxon door op de knop op de stuurarm te drukken
A13 - BEVEILIGING TEGEN VERPLETTERING
De beveiliging tegen verplettering bevindt zich bij het uiteinde van de stuurarm, de knop is rood Zet de stapelaar in vooruit
en druk op de beveiliging ; de rijrichting moet dan worden omgekeerd gedurende een paar seconden en vervolgens moet de
stapelaar stoppen
3-10
Onderhoud - STACKY
CONTROLEREN
CONTROLEREN
CONTROLEREN
CONTROLEREN
CONTROLEREN
CONTROLEREN
2012.12