INSTRUCTIES MET BETREKKING TOT HET ONBELAST GEBRUIK EN MET EEN LADING
A - VOOR HET GEBRUIK VAN DE STAPELAAR
Voor het gebruik van de stapelaar, moet de bediener controleren of er zich niemand in de risicozone bevindt (1,5 maal de
maximale hefhoogte van de stapelaar) en de bediener moet onbevoegden buiten deze zone houden Het is vooral verboden
om in de buurt van de bewegende delen te verblijven
Indien, ondanks zijn waarschuwingen, mensen weigeren om de gevarenzone te verlaten, mag de bediener geen gebruik maken
van de stapelaar
De bediener moet zich verzekeren van de perfecte staat van het apparaat door het controleren van de volgende punten :
- De werking van de rem, met de stuurarm in verticale en horizontale positie naar beneden,
- De werking van het sleutelcontact is bedoeld om het gebruik van het apparaat door onbevoegde personen te verbieden,
- Dat de stuurarm correct terugkeert naar de horizontale positie,
- Dat de vlinderschakelaars (bedieningen verplaatsing stapelaar) correct terugkeren naar de neutrale stand,
- De werking van de noodstop,
- De werking van de claxon,
- Staat van de wielen en de rollen,
- De vork of het werktuig mag geen zichtbare schade, zoals vervorming, scheuren of overmatige slijtage vertonen
Deze moeten correct zijn bevestigd op de dragerslede,
- De werking van het hydraulische systeem (stijgen/dalen) en het onbelast dalen van de vork of het werktuig moet soepel
en zonder haperen gebeuren,
- De kap is goed aangebracht,
- De staat van de acculading en de verbindingen,
- Dat de ingebouwde lader niet is aangesloten en de kabel goed is opgeborgen,
- Controleer visueel de staat van de hijsketting en de spanning daarvan,
- Dat de veiligheidsvoorzieningen aanwezig en operationeel zijn
Als de bediener ziet dat de stapelaar niet in goede staat van werking verkeert of niet (meer) beantwoordt aan de
veiligheidsvoorschriften, mag de stapelaar niet worden gebruikt en moet hij zijn verantwoordelijke hiervan onmiddellijk
op de hoogte stellen
De bediener moet ook controleren of het werktuig is aangepast aan de te behandelen lading
B - INRICHTING VAN DE BEDIENINGSPOST
Ongeacht de ervaring die de bediener al heeft opgedaan, moet hij, alvorens de
stapelaar in gebruik te nemen, zich vertrouwd maken met de plaats en het gebruik van
alle controle-instrumenten en bedieningsorganen
Aangepaste kleding dragen tijdens het gebruik van de stapelaar, draag geen los
zittende kleren
Hij moet de beschermingsinrichtingen monteren die overeenkomen met de te
verrichten werkzaamheden
Altijd oplettend blijven tijdens het gebruik van de stapelaar, niet de radio aanzetten
of naar muziek luisteren met een kop- of oortelefoon
Het is verboden om te gaan zitten op de stapelaar
Het is verboden mensen mee te nemen op de stapelaar (fig B1)
Het is verboden een lading te duwen of te trekken met de stapelaar
Het is verboden om plotseling te remmen en bochten bij een hoge snelheid te nemen
C - OMGEVING
Deze stapelaar is niet bedoeld voor gebruik buiten of voor verplaatsingen op de openbare weg
De bediener moet de veiligheidsvoorschriften die ter plaatse van kracht zijn in acht nemen
Alleen gangen die door de coördinator zijn aangewezen mogen worden gebruikt voor verplaatsingen
Alle gangpaden moeten op zichtbare wijze gemarkeerd zijn Zij mogen geen scherpe bochten hellingen, of te smalle of te lage
doorgangen bevatten
De vloer van de gangen moet voldoend resistent, vrijwel vlak en horizontaal, schoon, niet glad en zonder onregelmatigheden zijn
De gangen moeten meer dan 400 mm breder zijn dan de breedte van de stapelaar of lading, indien deze laatste groter is dan
de stapelaar
Elk obstakel of gevaarlijke zone moet stroomopwaarts worden gemeld met een duidelijke markering
De ladingen in de opslagstructuren mogen niet uitsteken in de gangpaden
Alleen bevoegde personen mogen toegang hebben tot de gangpaden
Let er tijdens het werken met de stapelaar op dat niets of niemand in de weg van de stapelaar en zijn lading staat
1-8
Veiligheidsvoorschriften - STACKY
B1
2012.12