F - OPNEMEN VAN EEN LADING UIT EEN OPSLAGSTRUCTUUR
- Vertraag de stapelaar bij het benaderen van de opslagstructuur tot een gematigde
snelheid,
- Plaats de stapelaar voor de voorziene opslagplaats,
- Let erop dat de lading, het werktuig of de vork niet blijft haken tijdens het optillen,
- Hef de vork op tot de basis hoger is dan het neerzetvlak (1) (fig F1),
- Activeer de vlinderschakellaar om de vork langzaam onder de lading tot de
hiel (2) (fig F2) te bewegen en zorg ervoor dat de stapelaar niet steunt op de
opslagstructuur Tijdens deze operatie mag de vork niet schuren over het neerzetvlak
of onder de lading (anders zal de ketting niet meer gespannen zijn)
Het zwaartepunt van de lading moet in de as van de stapelaar vallen
- Til langzaam de lading op door aan de hendel te trekken totdat de lading loskomt
van het neerzetvlak (3) (fig F2),
- Zorg ervoor dat de zone voor het maneuvreren vrij is,
- Langzaam de stapelaar terugtrekken om de vork (4) vrij te maken (fig F3) waarbij
u controleert dat dat deze niet blijven haken aan eventuele obstakels tijdens het
zakken,
- De lading laten zakken (5) (fig F3) tot de transportstand, 150 mm boven de grond
Om het risico op het verliezen van het evenwicht en het omkantelen
van de stapelaar tijdens deze manoeuvres te vermijden, mag u niet :
• blijven vasthaken met de lading of het werktuig,
• botsen tegen het neerzetvlak met de vork of het werktuig,
• slepen met de vork of het werktuig over het neerzetvlak.
G - OPPAKKEN EN NEERZETTEN VAN EEN HIJSLAST (BEHALVE BIJ STACKY 14)
Voor het gebruik van de hijsarm moet de stapelaar voorzien zijn van de
specifieke bescherming : een klepkit.
OPGELET : Het niet naleven van de hieronder beschreven instructies kan leiden
tot een stabiliteitsverlies en het omkantelen van de stapelaar.
GEBRUIKSVOORWAARDEN
- De hijsarm mag alleen gebruikt worden door getraind personeel,
- De hijsarm mag alleen binnen worden gebruikt, op een vlak, horizontaal en glad
oppervlak zonder de invloed van wind,
- Het laadvermogen moet worden verminderd met de helft ten opzichte van de
nominale capaciteit van de stapelaar (rekening houdend met de hijsarmkenmerken),
- De lengte van de hijsband of kettingen moet zo kort mogelijk zijn om het slingeren
van de last te beperken,
- Hijs de last verticaal volgens de as, en nooit met een laterale of longitudinale
trekcomponent (fig G1)
LASTBEHANDELING ZONDER VERPLAATSING VAN DE STAPELAAR
- Controleer of er zich niemand tussen de last en de stapelaar bevindt
1-14
Veiligheidsvoorschriften - STACKY
F1
1
F2
3
2
F3
4
5
G1
2012.12