G - STOPPEN VAN DE STAPELAAR
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
- Als de stapelaar stilstaat of als de bediener de bedieningspost moet verlaten
(zelfs maar voor even), moet men de vork of het werktuig op de grond zetten
INSTRUCTIES
- Parkeer de stapelaar op een vlakke ondergrond,
- Zet de vork of het gereedschap in de lage positie (fig G1),
- Draai de sleutel tegen de klok in (1) (fig G2),
- Verwijder de sleutel,
- Druk op de noodstop (2) (fig G2)
H - LADING VAN DE ACCU
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Het laden, onderhoud en vervanging van de batterij moet worden uitgevoerd door
bevoegd personeel
Tijdens deze operaties, is het verboden te roken of in de omgeving open vuur te maken
Plaats nooit metalen voorwerpen op de accu
Draag kortsluiting te voorkomen, draag geen armbanden, ketting, armband of horloge
Alle handelingen hieronder beschreven moeten worden uitgevoerd op het
uitgeschakelde apparaat (het multifunctie-indicatorlampje moet uit zijn in dat geval)
INSTRUCTIES
Het laden moet gebeuren in een geventileerde ruimte Controleer of er zich geen
brandbare materialen, of apparatuur die vonken genereert, bevindt binnen de 2 meter
van het apparaat tijdens het opladen
Beschermingsmiddelen tegen brand moeten bij in de onmiddellijke nabijheid bij de
hand zijn
- Koppel de laadkabel (1) (fig H1) los van het valse stopcontact dat zich aan de
vorkkant bevindt, en sluit de stekker aan op een eenfasig stopcontact met
220 V - 50 Hz - 10 A
De lader is uitgerust met een indicatorlampje (2) (fig H1), waarvan de kleur de
verschillende acculadingniveaus aangeeft (fig H2) :
• het indicatorlampje is rood tijdens de beginfase van het laden,
• het indicatorlampje is geel als de batterij een lading bereikt van 80%,
• het indicatorlampje is groen wanneer de batterij opgeladen is tot 100%
- Koppel de laadkabel los en plug deze in het valse stopcontact ; zorg daarbij
dat de kabel wordt opgeborgen in de behuizing
OPGELET : Wanneer de laadkabel is losgekoppeld van het valse stopcontact
(1) (fig. H1) zijn alle bedieningselementen uitgeschakeld op de stapelaar. Het
is daarom noodzakelijk dat de bediener de laadkabel weer in het valse stop-
contact steekt om de stapelaar te bedienen.
Als het laden 's nachts gebeurt, controleer dan of het stopcontact niet zal worden
uitgeschakeld door het snijden van de stroom in het gebouw
Een accu nooit meer dan 80% ontladen,
De indicator van het instrumentenbord geeft de laadtoestand weer door het afwisselend knipperen van twee rode leds.
Het is dan noodzakelijk om de accu op te laden.
2012.12
Veiligheidsvoorschriften - STACKY
G1
G2
28
-
+
VOLTS
22
19
16
1
H1
1
2
H2
1-11
2