3
Cabinedak (o)
Het cabinedak kan met een hydrauli-
sche handpomp omhoog en omlaag
worden gezet.
De uitlaatpijp wordt samen met het dak
A
omlaag en omlaag bewogen.
- Onderste deel van de pomphendel (1)
uit het opbergvak nemen en m.b.v. de
buis (2) bevestigen op het bovenste
deel.
- De vergrendelingen (3) en (4) aan bei-
de zijden van het dak moeten losge-
maakt zijn.
- Verstelhendel (5) op de stand „om-
hoog" of „omlaag" zetten.
- Dak omhoog zetten: de hendel wijst naar voren.
- Dak omlaag zetten: de hendel wijst naar achteren.
- Pomphendel (1) bedienen tot het dak de bovenste of onderste eindpositie heeft be-
reikt.
- Wanneer het dak omhoog staat, moeten aan beide zijden van het dak beide ver-
grendelingen (3) en (4) worden vastgezet; wanneer het dak omlaag staat, hoeft al-
leen vergrendeling (4) vastgezet te worden aan beide zijden.
m
Als de machine beschikt over een cabinedak, moet de voorruit worden dichtgeklapt
en de motorkap worden gesloten voordat het dak omlaag wordt gezet.
C 1.9 6
3
5
Dach2_2009.wmf
4
1
2