4
Veiligheidsvoorzieningen
Veilig werken is alleen mogelijk wanneer de bedienings- en veiligheidsvoorzieningen
foutloos werken en de beveiligingen volgens de voorschriften zijn aangebracht.
De werking van deze voorzieningen moet regelmatig worden gecontroleerd
A
(zie hoofdstuk D, paragraaf 2.1).
5
3
Bedienpult2_2009_PLC_C.bmp
4.1
Noodstopknop (1)
- op het bedieningspaneel
- op beide hoekbedieningen
m
Door indrukken van de noodstopknop worden de motor, aandrijvingen en besturing
uitgeschakeld. Eventueel noodzakelijke handelingen (uitwijken, balk omhoogzetten
etc.) zijn dan niet meer mogelijk! Ongevalgevaar!
4.2
Besturing (2)
4.3
Claxon (3)
- op het bedieningspaneel
- op beide hoekbedieningen
4.4
Contactsleutel (4)
4.5
Verlichting (5)
1
4
2
B 7