Download Print deze pagina

Atlas Copco Dynapac SD 115 C Bedieningshandleiding pagina 284

Advertenties

1.2
Onderhoudspunten
Kettingspanning (1)
m
Te slap gespannen kettingen kunnen uit
de geleiding van de rollen, het aandrijf-
wiel en het leiwiel lopen en versnellen de
slijtage.
m
Te strak gespannen kettingen versnellen de slijtage van de leiwiel- en aandrijflagers
en de slijtage van de bouten en bussen van de ketting.
Kettingspanning controleren / instel-
len:
- De kettingspanning wordt ingesteld
m.b.v. vetspanners. De vulaansluitin-
gen bevinden zich links en rechts in
het loopwerkframe.
- Schroeven (A) uitdraaien.
- Deksel (B) verwijderen.
- Hulpstuk voor platte nippels (gereeed-
schapskist)
schroeven.
Op een lengte (L) van 1-1,5 m moet de
A
doorhang (F) 2-3 cm bedragen. De door-
hang dient lineair toe of af te nemen
naarmate de vrije lengte (L) kleiner of
groter is dan 1-1,5 m (minstens 4 ket-
tingschalmen).
De doorhang wordt bepaald met behulp
van een meetlat. Daartoe wordt de maat
(F) tussen de bodemplaatrand en de
meetlat (in het midden van de doorhang)
gemeten.
- Met het smeerpistool vet in de ketting-
spancilinder persen tot de correcte
spanning is ingesteld.
Verwijder het smeerpistool nadat de riem is gespannen. Nu moet het loopwerk ca. 1
A
slag van het aandrijfwiel vooruit en terug worden bewogen. Controleren of de ketting
goed op het leiwiel en het aandrijfwiel ligt.
Dit uitvoeren bij beide loopwerken!
A
- Deksel (B) weer monteren.
F 7.9 4
op
het
smeerpistool
x
LW_DEM2.bmp
L
F
Spann_LWDEM.bmp
A
B
B

Advertenties

loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Dynapac sd 135 c