Tankpomp (o)
m
De tankpomp mag alleen worden ge-
bruikt voor het pompen van dieselbrand-
stof.
m
Vuildeeltjes die groter zijn dan de maas-
wijdte van het filter (1) veroorzaken
schade. Daarom moet er altijd een filter
worden gebruikt.
m
Bij het tanken moet het filter (1) altijd op
schade worden gecontroleerd; een be-
schadigd filter moet worden vervangen.
Nooit tanken zonder filter, omdat de
tankpomp dan niet wordt beschermd te-
gen vuildeeltjes.
- Hang de zuigslang (2) in het te ledigen reservoir.
De zuigslang moet tot de bodem worden ingestoken om het reservoir geheel leeg te
A
kunnen maken.
- De werking kan desgewenst op het bedieningspaneel worden ingeschakeld.
m
De tankpomp schakelt niet automatisch uit. Daarom moet bij het pompen altijd toe-
zicht worden gehouden op de pomp!
m
Gebruik de pomp niet als er geen vloeistof wordt gepompt. Uw dieselpomp kan dan
drooglopen en beschadigd raken.
- Om het tanken te beëindigen de functie uitschakelen op het bedieningspaneel.
- Het slangeinde met het filter in de kom (3) leggen, zodat er milieuvervuiling door
weglopende diesel kan optreden.
- De slang oprollen en over de houder (4) hangen.
(o)
2
Fuelpump_2009.wmf
4
1
3
D 3.8 23