Bodemplaten (2)
m
Bij het monteren van nieuwe bodempla-
ten altijd nieuwe schroeven en moeren
gebruiken!
- Na demontage van versleten bodem-
platen moeten de contactvlakken van
de kettingschalmen en de moergaten
worden ontdaan van vuil.
- Leg de bodemplaat met de voorkant
(A) over het boutoog (B) van de ket-
tingschalmen.
- Smeer het schroefdraad en de con-
tactvlakken onder de schroefkoppen
met een dunne olie- of vetlaag.
- Steek de schroeven (C) in de boringen
en draai ze enkele slagen in de moeren (D).
- Draai de schroeven vast, zonder noemenswaardig moment uit te oefenen.
- Haal de schroeven kruiselings aan met het benodigde draaimoment (E).
Looprollen (3)
m
Looprollen met versleten loopvlakken en
ondichte looprollen moeten direct wor-
den vervangen!
- Loopwerkketting ontspannen.
- Loopwerkframe optillen met een ge-
schikte hefvoorziening en het vastge-
kleefde vuil verwijderen.
f
Veiligheidsmaatregelen in acht nemen
bij het optillen en borgen van lasten!
- Defecte looprol demonteren.
- Nieuwe looprol inbouwen; hierbij nieu-
we montagedelen gebruiken.
- Loopwerkframe laten zakken en de loopwerkketting correct spannen.
F 7.9 6
C
A
B
D
Bodenplatte.bmp
Laufrolle.bmp
E