Hoofdstukken 4
De aandrijfsnaar van de
wisselstroomdynamo controleren
Waarschuwing! Over de motoren zijn
beschermingen aangebracht die bescherming
bieden tegen de ventilator van de
wisselstroomdynamo en de aandrijfsnaar. De
bescherming moet zijn aangebracht voordat de
motor wordt gestart.
Vervang de snaar wanneer deze versleten of
beschadigd is.
Voor een maximale levensduur van de snaren
wordt aangeraden een snaarspanningsmeter te
gebruiken om de snaarspanning te controleren.
Dit gereedschap is verkrijgbaar bij de Perkins
importeur of dealer. Breng de meter (A) aan in het
midden van de langste vrije lengte en controleer de
spanning. Wanneer een snaarspanningsmeter wordt
gebruikt, bedraagt de correcte spanning 355 N. Is de
spanning 220 N (22 kgf) of lager, stel de spanning
dan op onderstaand beschreven manier af op 355 N
(36 kgf) as indicated below.
26
Is een meter niet voorhanden, druk de snaar dan
in het midden van de langste vrije lengte met de
duim omlaag en controleer de doorbuiging. Bij een
gemiddelde kracht (45 N) is de correcte doorbuiging
van de snaar 10 mm.
Afstellen van de snaarspanning
1. Maak de draaibevestigingen (A1) van de
wisselstroomdynamo en de verstelbare
verbindingen los (A2).
2. De stand van de wisselstroomdynamo
veranderen om de juiste spanning te
verkrijgen. Haal de draaibevestigingen van
de wisselstroomdynamo en de verstelbare
verbindingen aan.
3. Controleer de snaarspanning opnieuw om te zien
of deze nog steeds correct is.
Opmerking: Wanneer een nieuwe snaar wordt
aangebracht, moet de juiste snaarspanning na de
eerste 20 werkuren opnieuw worden gecontroleerd.
TPD1369D