2.5.3.3
Laadcyclus starten
Netaansluiting van de inbouwlader
Component
Inbouwlader ELH (o)
Stroomkabel en netstekker (50) van de inbouwlader zijn in een opbergvak in de
voorkap (14) opgeborgen.
14
Batterij opladen
Voorwaarden
– Intern transportmiddel is veilig geparkeerd, zie pagina 89.
– Batterij is vrij gemaakt, zie pagina 46.
– Op de batterijlader is het laadprogramma ingesteld dat bij het batterijtype past.
Werkwijze
• Eventueel aanwezige isoleermat van de batterij verwijderen.
• Batterijstekker (48) moet ingestoken blijven.
• Netstekker (50) in een stopcontact steken.
• De knipperende LED geeft de laadtoestand of een storing weer (zie tabel "LED-
indicatie" voor de knippercodes).
Batterij wordt opgeladen.
Z
Als de netstekker op het stroomnet is aangesloten, zijn alle elektrische functies van
het intern transportmiddel onderbroken (elektrische wegrijbeveiliging). Het intern
transportmiddel kan niet worden gebruikt.
60
Netspanning
230 V
(+15 %, -10 %)
50
Netfrequentie
50 - 60 Hz
(+15 %, -10 %)