6.2
Noodzakelijke maatregelen tijdens de stillegging
LET OP
Beschadiging van de batterij door diepontlading
Door zelfontlading van de batterij kan er diepontlading voorkomen. Door
diepontlading gaat de batterij minder lang mee.
uBatterij minimaal om de 2 maanden opladen.
Z
batterij opladen Batterij laden zie pagina 54.
6.3
Opnieuw in gebruik nemen van het interne transportmiddel na
stillegging
Werkwijze
• Intern transportmiddel grondig reinigen, zie pagina 148.
• Intern transportmiddel aan de hand van het smeerschema smeren, zie
pagina 144.
• Uitvoering met loodbatterij (t):batterij reinigen, de poolbouten met poolvet
invetten en de batterij aansluiten.
• Batterij opladen, zie pagina 73.
• Intern transportmiddel in gebruik nemen, zie pagina 85.
7
Veiligheidscontrole na verloop van tijd en buitengewone
gebeurtenissen
Een persoon die hier speciaal voor is opgeleid, moet het interne transportmiddel na
bijzondere gebeurtenissen of minimaal één keer per jaar (nationale voorschriften in
acht nemen) controleren. De producent biedt voor de veiligheidsinspectie een
service aan, die wordt uitgevoerd door speciaal voor deze werkzaamheden opgeleid
personeel.
De technische toestand van het interne transportmiddel moet met het oog op de
veiligheid bij ongevallen worden onderworpen aan een algehele controle. Daarnaast
moet het interne transportmiddel grondig worden gecontroleerd op beschadigingen.
De exploitant is ervoor verantwoordelijk dat gebreken onmiddellijk worden
verholpen.
8
Definitief buiten bedrijf stellen; afvoeren
Z
Bij de definitieve buitenbedrijfstelling moet het interne transportmiddel vakkundig
buiten bedrijf worden gesteld en afgevoerd volgens de geldende wettelijke
voorschriften in het land waar het transportmiddel wordt gebruikt. Vooral de
voorschriften voor het afvoeren van de batterij, de bedrijfsmiddelen, de elektronica
en de elektrische installatie moeten worden nageleefd.
De demontage van het interne transportmiddel mag enkel door geschoolde
personen volgens de door de producent voorgeschreven werkwijze plaatsvinden.
156