3.2
Beschermings- en veiligheidssystemen
Contour intern transportmiddel
Met de gesloten, gladde voertuigcontouren en de ronde randen kan het intern
transportmiddel veilig worden gebruikt. De wielen zijn rondom voorzien van een
stabiele stootbescherming.
Z
De contour van het intern transportmiddel mag niet worden veranderd. Neem
eventueel contact op met de klantenservice van de fabrikant.
Automatische terugzetting van de bedieningselementen
Bij het loslaten drukt een gasdrukveer de zwenkbare dissel naar boven en activeert
een afremming, zie pagina 95.
De rijschakelaar moet voor het bewegen van het intern transportmiddel in de rijstand
worden gehouden. Bij het loslaten beweegt de rijschakelaar zich in de nulstand en
het intern transportmiddel remt, zie pagina 99.
NOODSTOP
In gevaarlijke situaties worden alle elektrische functies uitgeschakeld met de
NOODUIT-schakelaar, zie pagina 94.
Buikschakelaar
De buikschakelaar keert bij lichaamscontact de rijrichting om. Het intern
transportmiddel remt af, rijdt van de bediener weg en stopt. Het botsen van het
intern transportmiddel tegen de bediener wordt vermeden.
Noodstop-veiligheidsconcept
De noodstop wordt geactiveerd door de rijregeling.
Na het inschakelen voert het systeem van het interne transportmiddel een
zelfdiagnose uit.
Voetenbeschermingsdissel (o)
Het hulpsysteem verbetert de voetenbescherming, omdat de maximale snelheid pas
wordt vrijgegeven als de bediener de dissel ver genoeg heeft uitgeslagen. Is de
dissel slechts een beetje uitgeslagen, wordt de rijsnelheid verlaagd, zie pagina 96.
22