daard een versnelling wordt inge-
6
schakeld, slaat de motor af.
Bij een koude start en lage
108
temperaturen, de koppeling
intrekken.
z
Startknop 1 bedienen.
De motor slaat aan.
Als de motor niet zou aan-
slaan, kan de storingstabel in
het hoofdstuk "Technische ge-
gevens" verder helpen (
Voor verdere startpogingen de
batterij laden of de starthulp ge-
bruiken:
Aangesloten accu opladen
(
166).
Starthulp (
OPMERKING
Bij onvoldoende accuspanning
wordt de startprocedure automa-
tisch afgebroken.
Pre-Ride-Check
Na het inschakelen van het con-
tact voert het instrumentenpaneel
een test uit van de controle- en
waarschuwingslampjes, de zoge-
naamde "Pre-Ride-Check". Als
de motor tijdens de test wordt
gestart, wordt de test afgebro-
ken.
Fase 1
Alle controle- en waarschuwings-
196)
lampjes worden ingeschakeld.
Fase 2
De algemene waarschuwings-
lamp wisselt van rood naar geel.
Fase 3
Na elkaar worden alle ingescha-
165).
kelde controle- en waarschu-
wingslampjes in omgekeerde
volgorde uitgeschakeld.
Het emissiewaarschuwingslampje
gaat pas na 15 seconden uit.
Wanneer een van de controle-
en waarschuwingslampjes niet is
ingeschakeld:
ABS-Zelfdiagnose
De gereedheid van het
BMW Motorrad ABS wordt door
de zelfdiagnose gecontroleerd.
De zelfdiagnose start
automatisch na het inschakelen
van het contact.
Storingen zo snel mogelijk
door een specialist laten
verhelpen, bij voorkeur een
BMW Motorrad Partner.