Advertenties
Controlelijst in acht
nemen
De volgende controlelijst ge-
bruiken om uw motorfiets re-
gelmatig te controleren.
Voor het begin van elke
rit
Werking van het remsysteem
controleren.
Werking van de verlichting en
signaalinrichting controleren.
Werking koppeling controleren
(
148).
Bandenprofieldiepte controle-
ren (
151).
Bandenspanning controleren
(
150).
Veilige bevestiging van koffer
en bagage controleren.
Bij iedere derde
tankstop
zonder Dynamic ESA
Afstelling veervoorspanning,
achter (
99).
Demping achterwiel instellen
(
100).
SU
met Dynamic ESA
Rijwielgedeelte instellen
(
75).
Motoroliepeil controleren
(
142).
Remblokdikte, voor, controleren
(
144).
Achterzijde controleren
(
145).
Remvloeistofpeil, voor, contro-
leren (
146).
Remvloeistofpeil, achter, con-
troleren (
147).
Koelvloeistofpeil controleren
(
148).
Starten
Motor starten
SU
Contact inschakelen.
Pre-Ride-Check wordt uitge-
voerd. (
De ABS zelfdiagnose wordt
uitgevoerd. (
ASC-zelfdiagnose wordt uitge-
voerd. (
me de Dynamic Traction Con-
trol (DTC)
De DTC zelfdiagnose wordt
uitgevoerd. (
Neutraalstand inschakelen of
bij ingeschakelde versnelling de
koppelingshendel intrekken.
OPMERKING
Bij een uitgeklapte zijstandaard
en een ingeschakelde versnel-
ling kan de motor niet worden
gestart. Als de motorfiets in de
neutraalstand wordt gestart en
vervolgens bij uitgeklapte zijstan-
108)
108)
109)
SU
110)
6
107
z
Advertenties
Hoofdstukken
