Pos. Bedien- resp.
displayelement
63
Parkeerremhendel
64
Bedieningspaneel met
display
65
Stuurwiel
66
soloPILOT
multiPILOT
67
Contactslot
ISM-toegangsmodule
Codeslot
68
Bedieningsconsole
opbergplaats aan zijkant
69
Rempedaal
70
Rijpedaal
71
Waarschuwingsindicatie
gordelslotbewaking
72
Waarschuwingsindicatie
cabinedeurbewaking
73
Dubbelpedaalbesturing
rijpedaal "achteruit"
74
Dubbelpedaalbesturing
rijpedaal "vooruit"
75
NOODSTOP-schakelaar
Z
*Bij uitvoering met ISM-toegangsmodule of CanCode, zie handleiding "ISM-
toegangsmodule" of handleiding "CanCode".
62
Functie
t
Parkeerrem activeren of loszetten
t
Indicatie van batterijcapaciteit, bedrijfsuren,
storingen, belangrijke
waarschuwingsindicaties, wielstand en
rijrichting.
t
Sturen van het interne transportmiddel.
t
Bediening van de functies:
– Rijrichting voor- / achteruit
o
– Opgenomen last heffen / dalen
– Hefmast voorover / achterover neigen
– Claxontoets
– Sideshift links / rechts (o)
– Extra hydraulische functie (o)
t
Stuurstroom in- en uitschakelen. Door de
sleutel uit het contactslot te trekken is het
interne transportmiddel beveiligd tegen
inschakelen door onbevoegden.
o
Intern transportmiddel inschakelen.
t
In- en uitschakelen van de elektrische
opties
t
Traploze regeling afremming.
t
Traploze regeling rijsnelheid
Wordt de veiligheidsgordel niet omgedaan,
brandt de waarschuwingsindicatie van de
gordelslotbewaking.
Wordt de cabinedeur niet gesloten, brandt
de waarschuwingsindicatie van de
cabinedeurbewaking.
o
Door het rijpedaal in te trappen rijdt het
interne transportmiddel achteruit. De
rijsnelheid wordt traploos geregeld.
o
Door het rijpedaal in te trappen rijdt het
interne transportmiddel vooruit. De
rijsnelheid wordt traploos geregeld.
Voeding in- en uitschakelen.